Inhoud caddie

De eikenprocessierups en de golfregels

Ook op de golfbaan kun je te maken krijgen met overlast door de eikenprocessierups. Wat zeggen de regels?

Eikenprocessierupsen zitten vooral in zomereiken. De rupsen gaan ‘s nachts in groepen (in processie) op zoek naar voedsel (eikenbladeren). Eikenbomen met processierupsen zijn te herkennen aan de specifieke nesten: dichte spinsels van vervellingshuidjes, uitwerpselen en brandharen.

De brandharen (ook wel netelharen genoemd) kunnen gezondheidsklachten veroorzaken. Contact met brandharen van de rupsen kan de huid, ogen en luchtwegen irriteren.

De kans op blootstelling is het grootst van half mei tot begin juli, wanneer de rupsen grote spinselnesten vormen. Onderschat het gevaar niet en blijf uit de buurt van eiken waarin de rupsen zitten.

Waar mogelijk moeten golfclubs en -banen het gevaar met waarschuwingsborden aangeven. Spelers dienen in elk geval gewaarschuwd te worden bij de receptie en op de website van de club en baan. Bevestig geen waarschuwingsborden op de bomen zelf, want daar gaan de rupsen onder zitten. In het algemeen verdient het aanbeveling om de nesten door gespecialiseerde bedrijven te laten verwijderen. En bespreek met de greenkeepers hoe je de aanwezigheid van de rups op een natuurlijke wijze kan voorkomen en bestrijden.

Voor meer informatie verwijzen we naar rivm.nl/eikenprocessierups en processierups.nu. Lees ook dit artikel van Vogelbescherming Nederland over de natuurlijke vijanden van de rups. 

De regels

In 2019 was er een plaatselijke regel voor eikenprocessierupsen maar die is niet meer van toepassing. Gevaarlijke situaties met deze rupsen op de golfbaan vallen nu onder Regel 16.2 (Situatie met gevaarlijke dieren): "Er is sprake van een 'situatie met gevaarlijke dieren' wanneer door een gevaarlijk dier (zoals een giftige slang of een alligator) in de nabijheid van je bal de mogelijkheid bestaat dat je ernstige fysieke verwondingen oploopt als je je bal zou spelen zoals hij ligt."

Een situatie met gevaarlijke dieren mag je zonder straf ontwijken, behalve als je in een hindernis ligt en je de situatie buiten de hindernis wilt ontwijken. Regel 16.2b legt uit hoe je dat mag doen. Kort samengevat: je mag een bal droppen in een dropzone die wordt bepaald op basis van het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering (het referentiepunt). Voor het bepalen van de dropzone gebruik je het referentiepunt en vanaf dit referentiepunt meet je met je langste club (exclusief de putter) naar rechts, naar achteren en naar links. Binnen deze halve cirkel (niet dichter bij de hole en in het algemene deel van de baan), mag je de bal droppen. Heb je last van een ander rupsennest, dan mag je opnieuw op dezelfde wijze handelen. 

Het is belangrijk dat een speler een situatie met gevaarlijke dieren zorgvuldig ontwijkt zodat gevaar vermeden wordt, maar in samenspraak met de marker en eventueel ook andere medespelers. De ervaring leert dat er in de meeste gevallen binnen 5 meter van de boom met rupsen een veilige dropzone is. 

Maar net als in andere gevallen waarin je relief mag nemen, is het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering niet altijd in je voordeel. Het "nearest point of complete relief" is niet het "nicest point of relief": het kan bijvoorbeeld in de rough zijn terwijl je bal oorspronkelijk op de fairway lag. Het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering kan ook achter een boom zijn waardoor je niet rechtstreeks naar de vlag kunt spelen.

Communicatie

De korte notitie hieronder kan de club op de website en/of het publicatiebord plaatsen.

Notitie voor spelers

  • Bij gevaar door eikenprocessierupsen kan zo'n situatie ontweken worden volgens Regel 16.2.
  • Ontwijken moet gebeuren op het dichtstbijzijnde punt, wat ook verder het bos in kan zijn.
  • De ervaring leert dat meestal binnen 5 meter een veilige plek gevonden kan worden.

Ga terug naar de hoofdpagina De golfregels: een toolkit voor clubs.