Terug naar Onze historie

De oprichting van de NGF

De oprichting van het Nederlandsch Golf Comité - de huidige NGF - kwam voort uit de strijd om het dameskampioenschap van 1912.

In dit artikel beschrijft Arnout Janmaat, historicus en archivaris, de oprichting van het Nederlandsch Golf Comité, de voorloper van de Koninklijke Nederlandse Golf Federatie (NGF). Foto boven: Jonkheer Gerard Frederik van Tets van Goidschalxoord 'drivend' op de baan van de Haagsche in 1912.

De oprichting van het Nederlandsch Golf Comité

In 2014 vierde de NGF haar 100-jarig bestaan en kreeg zij het predicaat Koninklijk. De voorloper - het Nederlandsch Golf Comité - is op 11 februari 1914 opgericht.

Dat de Doornsche Golf Club (later De Pan) en Gerard van Tets in het bijzonder een belangrijke rol speelden bij de oprichting was al langer bekend, net als het gegeven dat de Rosendaelsche Golf Club van voorzitter Aalbrecht Del Court van Krimpen een opvallende afwezige hierin was. Antwoorden op de vragen die dit oproept, werden nog niet gegeven. Onderzoek naar de hoofdrolspelers in de jaren voor de oprichting geeft een beter inzicht in de situatie.

Voorgeschiedenis

Jonkheer Gerard Frederik van Tets van Goidschalxoord (1875-1968) was een echte sportsman, een liefhebber van cricket en golf. Dat laatste deed hij op de Doornsche Golf Club waarvan hij ook secretaris werd. Van Tets woonde met zijn vrouw Dora Cremer (1882-1970) en hun twee kinderen in Villa ‘t Valckenbosch, in de nabije omgeving van de golfclub.

Dora was de dochter van Jacob Theodoor Cremer (1874-1923), de president van de Nederlandsche Handel Maatschappij op wiens landgoed Duin en Kruidberg de baan van de Kennemer Golf Club (1910) was aangelegd. Ze was net als haar broers en echtgenoot een enthousiast golfer: Gerard van Tets werd in 1895 clubkampioen van de Doornsche, Dora Cremer speelde ‘hoogst verdienstelijk’ volgens de Nederlandsche Sport. (1)

Aalbrecht Arent Del Court van Krimpen (1856-1924) stond bekend als de grote promotor van golf in Nederland. Hij had een privébaan bij Callantsoog, liet banen aanleggen in Arnhem en Wijk aan Zee, ontwierp die van de Kennemer en adviseerde in Noordwijk. Hij was voorzitter van de Rosendaelsche Golf Club. 

Op zijn initiatief werd in 1898 begonnen met de gezamenlijke organisatie van het amateurkampioenschap of ‘championaat’ golf voor heren, een wedstrijd waaraan in 1906 een beker voor dames werd toegevoegd. Dit kampioenschap werd in 1907 gewonnen door zijn dochter Elisabeth en in 1908 door zijn andere dochter, Theodora. Maar Del Court was ook een eigengereide man. Het interclubverband, een voorganger van het golfcomité, ging in 1904 uit elkaar doordat het solistische optreden van Del Court bij medebestuurders in het verkeerde keelgat schoot. (2)

1912

Tegen deze achtergrond werd in 1912 vol verwachting naar het amateurkampioenschap voor dames en heren uitgekeken. Bij toerbeurt was het aan de Rosendaelsche om de wedstrijden te organiseren. Bij de vrouwen werden Dora van Tets-Cremer en vooral Charlotte Calkoen van Limmen-Gerlings kansrijk geacht, bij de heren was Gerry Del Court de grote favoriet. 

Er kwam echter een kink in de kabel. Rein van Pallandt, de schoonzoon van Aalbrecht Del Court, had maar weinig aanmeldingen voor het dameskampioenschap gekregen, te weinig naar de smaak van zijn schoonvader. Ze stelden een brief op aan alle clubbesturen met de mededeling "dat er, wegens te weinig deelname, geen dameschampionaat zal zijn."

Het raakte Gerard van Tets tegen het zere been, zijn vrouw was immers een kanshebster. In de vergadering van de Doornsche nam hij het woord: "De Heer van Tets vraagt zich af of de R.G.C. wel kan uitmaken dat er geen dameschampionaat zal zijn; het wil hem voorkomen dat, al was er maar één inschrijving, die match toch moest doorgaan." Van Tets ging nog een stap verder en sprak over "de wenselijkheid van een Golf Comité dat alle mogelijke Golfaangelegenheden, als het championaat kan regelen. Elke club kan in dat Comité een afgevaardigde hebben." 

Na het betoog van Van Tets besloot de vergadering de Rosendaelsche te verzoeken alsnog het dameschampionaat te organiseren en tevens het initiatief te nemen tot de oprichting van het golfcomité, aangezien het kampioenschap dat jaar op hun baan plaats zou vinden. (3)

Del Court gaf echter geen krimp en zodoende werd het dameskampioenschap 1912 niet gehouden. Daarnaast gaf hij ook geen gehoor aan de oproep een golfcomité op te richten. 

'Een boven de besturen gestelde autoriteit'

Van Tets liet het er niet bij zitten. Op 17 augustus 1912 schreef hij uit naam van het Doornsche bestuur een brief aan alle Nederlandse golfclubbesturen waarin hij opriep tot de oprichting van "een boven die besturen gestelde autoriteit" die de organisatie op zich moest nemen van golfaangelegenheden "welke uit den aard der zaak niet aan de wisselvallig inzichten van een enkel golfbestuur kunnen worden overgelaten." Bovenaan het lijstje met voorgestelde werkzaamheden: de organisatie van Nederlandse kampioenschappen. (4)

Het duurde uiteindelijk nog tot februari 1914 voordat de zaak officieel beklonken werd. Grote afwezige in het comité was de Rosendaelsche Golf Club van Aalbrecht Del Court. Eerste daad van het nieuwe comité was de organisatie van een eerste golfinterland voor heren tegen Duitsland. Gerard van Tets was de non-playing captain van het team dat op 28 juni 1914 in Wiesbaden met 5-4 van Duitsland verloor. Een jaar later organiseerde de Doornsche het dameskampioenschap. Van de drie deelneemsters werd Dora Cremer-van Tets tweede.

Voetnoten

1 Nederlandsche Sport 1763 (1912).
2 Notulen Haagsche Golf Club (1903-1904).
3 Notulen Doornsche Golf Club (1912).
4 Archief Kennemer Golfclub.

Keer terug naar de hoofdpagina.