Vrouwen in de sport
8 maart 2018
De sportdeelname van vrouwen ligt gemiddeld 2% lager dan die van mannen, respectievelijk 69% van de mannen sport regelmatig en 67% van de vrouwen (Mulier Instituut). Dit lijkt dus nagenoeg hetzelfde. Echter als cijfers uitgesplitst worden naar verschillende factoren, dan zijn er grotere verschillen. Zo is het verschil tussen het aantal mannen en vrouwen dat lid is van een sportvereniging 8%, met 34% van de mannen die lid zijn van een sportvereniging en 26% van de vrouwen (Mulier Instituut).
In de golfsport is de verhouding 70% man en 30% vrouw

Vrouwen als sportbestuurder
Van alle sportbonden in Nederland had in 2012 slechts 65% één of meer vrouwen in het bestuur, met een totaal percentage van 17% vrouwen in sportbesturen. Van 35% van de sportbonden bestond het bestuur enkel uit mannen (Mulier Instituut, 2014). In 2014 telde het Internationaal Olympisch Committee 24 vrouwen, een vijfde van het totaal van 115 leden (European Commission Sport, 2014). Het besturen van de ‘sport’ in Nederland (en dit geldt ook voor Europa) wordt dus grotendeels door mannen gedaan.
Deze tendens zien we ook terug bij het trainen en coachen van sporters en teams. Meisjes- en vrouwenteams worden vaak getraind en gecoacht door een man, terwijl jongens- en mannenteams (met uitzondering van de allerkleinste jeugd) maar zelden getraind en gecoacht worden door een vrouw. In Europa is tussen de 20% en 30% van de coaches een vrouw (European Commission Sport, 2014).Daarnaast is er ook verschil in salaris of vergoeding van de trainers: mannen die trainer of coach zijn van topsport verdienen gemiddeld aanzienlijk meer dan vrouwen in dezelfde rol. Deze verschillen kunnen oplopen tot € 1.000,- (European Commission Sport, 2014).