Terug naar Nieuwsoverzicht

Overgangsjaar zzp-wet: hét moment om in actie te komen

28 februari 2025

De Belastingdienst controleert sinds 1 januari 2025 strenger of werk dat uitgevoerd wordt door een zelfstandige zonder personeel (zzp’er) niet eigenlijk in loondienst hoort. Wat betekent dit in de praktijk?

Wat is er veranderd? In 2016 is de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (Wet DBA) ingevoerd om schijnzelfstandigheid te voorkomen. De wet bracht echter onvoldoende duidelijkheid. Daarom werd een overgangsperiode ingesteld: het handhavingsmoratorium. Dit moratorium stelde opdrachtgevers en zelfstandigen in staat zich aan te passen zonder directe sancties van de Belastingdienst.

Op 1 januari 2025 is dit handhavingsmoratorium opgeheven. “Feitelijk verandert er niets”, relativeerde Suzanne Meijers de ophef die ontstaan is na dit besluit. “De criteria voor het onderscheid tussen een zzp’er en een werknemer blijven namelijk hetzelfde.” De advocaat arbeidsrecht, bekend van de NVG-helpdesk, verzorgde op het Nationaal Golfcongres van 2025 een workshop over dit thema.

'Zachte landing'

Meijers wees op het Golfcongres op uitspraken van de staatssecretaris, die eind vorig jaar aangaf dat de Belastingdienst “niet hysterisch” gaat controleren en dat de personele bezetting niet opgeschroefd is. Momenteel houden tachtig belastinginspecteurs zich bezig met de controle op schijnzelfstandigheid, met nadruk op de organisatie en niet op de zzp’er zelf.

Om werkgevers en opdrachtnemers de kans te geven zich aan te passen aan de verscherpte handhaving, geldt een ‘zachte landing’ voor 2025. Dit betekent dat er in dit overgangsjaar geen boetes opgelegd worden, tenzij een organisatie bewust de fout ingaat. Bovendien wordt bij vaststelling van schijnzelfstandigheid niet met terugwerkende kracht gecorrigeerd vóór 1 januari 2025.

"Dit is hét moment om uit te zoeken of en welke actie nodig is"

Het is echter onverstandig om tijdens het overgangsjaar achterover te leunen, waarschuwde Meijers de workshopdeelnemers. Dit is volgens haar hét moment om uit te zoeken of en welke actie nodig is. “Je moet aan de Belastingdienst kunnen laten zien dat je actief bezig bent met de beoordeling van je arbeidsrelaties.”

Wanneer een belastinginspecteur op de stoep staat, vindt eerst een gesprek plaats om zicht te krijgen op de inhuur van zelfstandigen en mogelijk gebruik van schijnzelfstandigen. De inspecteur kan een waarschuwing geven, waarna je de kans krijgt om verbeteringen door te voeren. Bij een volgend bezoek kan echter een boekenonderzoek volgen, wat kan resulteren in een naheffing op loonheffingen. Daarbij zal dus niet verder dan 1 januari 2025 teruggegaan worden met corrigeren. “Maar als je bijvoorbeeld op 31 december 2029 nóg nergens over nagedacht hebt, dan kan de termijn van de naheffing dus wel oplopen tot vijf jaar”, aldus Meijers.

Holistische benadering

De advocaat wees op drie essentiële criteria die gelden voor een arbeidsovereenkomst: gezagsverhouding, persoonlijke arbeid en loon als tegenprestatie. Wil je een arbeidsovereenkomst voorkomen? Dan is het volgens haar vooral van belang dat je een gezagsverhouding vermijdt. Een uitspraak van de Hoge Raad over de bezorgers van Deliveroo in 2023 heeft extra gezichtspunten opgeleverd voor het beoordelen van arbeidsrelaties.

“Het enkele feit dat iemand andere opdrachtgevers heeft, betekent niet automatisch dat hij of zij niet in loondienst kan zijn. Dat maakt het soms zo diffuus”, reageerde Meijers op een van de vele vragen vanuit de zaal. “Er is niet op voorhand met honderd procent zekerheid aan te geven of iemand als zzp’er of als werknemer aangemerkt kan worden. Dé zelfstandige bestaat niet, maar je kunt er wél zoveel mogelijk naartoe redeneren.”

Wel of geen dienstverband vraagt een holistische benadering: alle feiten en omstandigheden moeten meegewogen worden. Eén element eruit tillen en dit heilig verklaren, is niet de juiste weg. Hoe meer vinkjes je kunt zetten, hoe minder risico je loopt.

Juridische en financiële consequenties

Een golfbaanmanager in de zaal vertelde over een kok die al jaren als zzp’er voor zijn club werkt. “Wat als hij op een dag claimt werknemer te zijn?” vroeg een andere bezoeker van de workshop zich hardop af.

Meijers legde uit dat dit grote financiële en juridische consequenties kan hebben. Op grond van de ketenregeling kan dan mogelijk een overeenkomst voor onbepaalde tijd zijn ontstaan. Met terugwerkende kracht moeten dan mogelijk alsnog loonheffingen, pensioenpremies, cao-verhogingen en vakantiegeld betaald worden. Als sprake is van een arbeidsovereenkomst geldt bovendien ontslagbescherming.

Tot slot waarschuwde Meijers dat door sommige adviseurs ten onrechte de oprichting van een besloten vennootschap (bv) als oplossing aangedragen wordt. Helpt het dan om een bemiddelingsbureau in te schakelen? “Wellicht als het bemiddelingsbureau de risico's op zich neemt.” Lees altijd de kleine lettertjes, benadrukte Meijers. “Sommige contracten leggen de volledige aansprakelijkheid bij de opdrachtgever of de zzp’er, wat juist voor extra kosten kan zorgen.”

Toekomstige wetgeving: Wet VBAR

De opvolger van de Wet DBA, de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR), moet voor meer duidelijkheid zorgen. In november 2024 heeft de Raad van State echter stevige kritiek geuit op het wetsvoorstel. Minister Van Hijum gaat nog eens goed naar de Wet VBAR kijken, liet hij de Kamer weten.

Lees een gerelateerd bericht op de website van de NVG: Handhaving op schijnzelfstandigheid per 2025.

Gebruik online keuzehulp
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft een online keuzehulp ontwikkeld om te controleren of er sprake is van schijnzelfstandigheid. In deze brochure vind je concrete voorbeelden waarin verschillende gevallen worden uitgewerkt en een antwoord wordt gegeven op de vraag of er sprake is van loondienst of zzp.

Bouw een dossier op
Leg de kwalificatie van arbeidsrelaties binnen je organisatie schriftelijk vast. Dit helpt bij het opbouwen van een dossier dat beschrijft wat je aan het doen bent om schijnzelfstandigheid te onderzoeken en te voorkomen. Mocht de Belastingdienst een controle uitvoeren, dan kun je aantonen dat je actief bezig bent met het verkleinen van schijnzelfstandigheid binnen je organisatie.