"Nederlandse talenten zijn niet zozeer verwend, eerder onrealistisch”
27 februari 2025
Katie Burnett Technisch Directeur van de Nederlandse Golf Federatie. Als iemand dat vijf jaar geleden tegen je had gezegd, hoe had je dan gereageerd?
Dan had ik heel hard gelachen, no way dat dat ging gebeuren. Met Dewi (Claire Schreefel, de vrouw van Burnett en nationaal coach bij de NGF, red.) woonde ik in Bend, Oregon, een droomplek als je van natuur en hiking houdt zoals wij. Ik was director of golf op Tetherow Golf, een geweldige Top 100 club in Amerika. Alles was erop gericht een sfeer te creëren van fun en betrokkenheid bij de leden en de gasten. Ik kon me niet voorstellen dat ik er weg zou gaan, maar soms komt er een mooie kans voorbij en moet je ergens voor gaan.
Waarom is Katie Burnett de beste TD voor de NGF?
Ik weet eerlijk gezegd niet of ik de allerbeste kandidaat ben, wat ik wel weet is dat ik de kwaliteiten heb om deze job succesvol in te vullen. Ik heb op de LPGA een aantal jaren op topniveau gespeeld, ben goed in communicatie en in het creëren van vertrouwen in teams. Op Tetherow heb ik managementervaring opgedaan en development-programma’s geschreven voor golftalenten. Ik ben heel gedreven, wil leren en beter worden in alles wat ik doe. En ik heb big visions, zie het grote plaatje en weet welke stappen gemaakt moeten worden om topgolf in Nederland naar een hoger niveau te tillen.
Daar gaan we het uiteraard zo over hebben Katie, maar eerst even: je woont nu 2,5 jaar in Nederland, geen verlangen naar Amerika?
Natuurlijk mis ik Amerika, er zal altijd een wens zijn daar weer te wonen, het is mijn thuis. Amerika heeft zo veel te bieden op het gebied van natuur, sport, cultuur en gemak, dat vind je bijna nergens. Maar ik ben niet bepaald fan van dingen die nu gebeuren in Amerika en met Trump terug als president is dat alleen maar extremer geworden.
Waar keek je als Amerikaanse vooral van op toen je in Nederland kwam wonen en werken?
Misschien kan ik dit beter niet zeggen, maar in Amerika zien we Europa en Nederland in het bijzonder als heel progressief. In sommige opzichten is dat ook zo, in andere juist niet. Ik was en ben soms nog steeds verbaasd over de traditionele kijk op mannen en vrouwen op de werkvloer. Ik vond het shocking om te lezen dat er in Nederland meer CEO’s zijn die Pieter heten dan vrouwelijke CEO’s. Amerika is wat dat betreft een stuk progressiever.
"Ik heb als Technisch Directeur nog veel te bewijzen"
Waarvan akte. Als vrouw ben jij wel de baas van topgolf in Nederland. Word je door de mannen geaccepteerd?
Binnen het NGF-coachingteam zeker, in werkgroepen buiten de NGF waarin ik soms de enige vrouw ben heb ik dat gevoel minder. Waarom een vrouw en ook nog eens een Amerikaanse op die plek, dat idee. Deels snap ik het ook wel, want ik heb als Technisch Directeur nog veel te bewijzen.
Als topgolfster heb je mooie dingen laten zien. Zes jaar op de LPGA gespeeld met een tweede plaats in het Lotte Championship in 2016 als beste resultaat.
Ik stond na 17 holes in de laatste ronde aan de leiding, maar Minjee Lee speelde de laatste 5 holes in zes onder par. Zij won, ik werd op een slag tweede. Mijn wedges, short game en putten waren heel goed, dat was altijd mijn kracht, ballstriking was nooit mijn sterkste punt. In plaats van trots te zijn op die tweede plaats, hield ik een negatief gevoel over aan dat toernooi. Ik had makkelijk kunnen winnen als ik de bal wat beter geslagen zou hebben. Ik veranderde mijn swing, werkte met een van de beste coaches in de wereld, ben twee jaar bezig geweest om mijn ballstriking te verbeteren, maar het resultaat was niet waar ik op hoopte. Ik was zo gefocust op de bal beter slaan, dat ik mezelf verloor. En de onderdelen van mijn spel die me op de LPGA hadden gebracht - wedges, short game en putting - werden steeds slechter.
In 2018 ben je gestopt als speelster. Ooit spijt gehad van die beslissing?
Nee. In 2018 had ik een slecht seizoen vanwege de coachwissel, een verhuizing en een aantal andere zaken. Ik verloor mijn tourkaart voor de LPGA maar tijdens de Qualifying School veroverde ik weer vol speelrecht. Toch ben ik daarna gestopt.
Naar Q School gaan, vol speelrecht heroveren en stoppen, beetje aparte beslissing toch?
Dewi verklaarde me voor gek, probeerde me te overtuigen om door te gaan. Maar voorheen was ik super gemotiveerd, uren achtereen trainen, ik had er geen moeite mee. Dat gevoel was weg, voor mij een teken dat het tijd was om te stoppen. Omdat ik mijn tourkaart terug had, kon ik dat doen on my own terms. Ik wilde niet gedwongen worden te stoppen omdat ik het niveau niet meer aankon, het was 100% mijn eigen beslissing.
Jij luisterde niet naar Dewi, maar zij moet nu wel naar jou luisteren want als Technisch Directeur ben je haar baas.
Ja dat zorgt voor een interessante relatie. Maar het gaat goed hoor, alleen praten we thuis soms te veel over het werk. Dewi vindt dat ik een workaholic ben.
"Wat je moet doen en kunnen om de top te halen, wordt enorm onderschat"
Nederlandse golftalenten zijn nogal verwend, dat hoor je vaak. Ervaar jij dat ook zo?
Ik zou niet zozeer verwend zeggen, eerder niet realistisch waar ze staan qua niveau. Ik hoor vaak dat ze nummer 1 van de wereld willen worden. I love that, groot dromen mag. Maar wat je moet doen en kunnen om de top te halen, wordt enorm onderschat. Nederlands kampioen is leuk en mooi, maar internationaal stelt het niets voor.
Is de topgolfcultuur in Amerika veel harder?
Er is vooral enorm veel concurrentie, voortdurend krijg je in your face dat anderen beter zijn, dat motiveert om harder te werken. Het zit ook meer in de Amerikaanse cultuur om uit te willen blinken. Ouders pushen kinderen om het beste uit zichzelf te halen. Hebben er, ook financieel, vaak heel veel voor over om de dromen van hun kinderen waar te maken. Daar is niets mis mee, maar het moet wel op een gezonde manier gebeuren. Je ziet in sport nu steeds vaker dat ouders en atleten weinig respect hebben voor coaches.
Dat merk je ook in de Nederlandse golfwereld?
Helaas wel ja. Ouders en spelers worden boos omdat ze niet naar een bepaald toernooi worden uitgezonden, hebben het idee dat bepaalde spelers worden voorgetrokken. Het gaat soms heel ver, er ontstaat zelfs een onveilige werkomgeving voor coaches. Dat haalt veel van het werkplezier weg.
Wat kun je ertegen doen?
Heel transparant zijn. Laten zien hoe je werkt, de criteria aangeven om uitgezonden te worden naar toernooien bijvoorbeeld. En ook echt doen wat je zegt en belooft te gaan doen.
Kun je meer successen beloven van Nederlandse topgolfers de komende jaren?
Dan moet er structureel wel iets veranderen. De huidige opzet gaat af en toe een generational talent opleveren, eens in de pakweg tien jaar een Joost en een Anne. Het doel moet zijn structureel meer spelers op de LET en DP World Tour of nog hoger want dan kun je leven van je sport.
Bij die dekselse Denen lukt dat al jaren Katie. Ik begreep dat jij in Denemarken bent geweest. Wat doen ze daar zo goed?
De Denen werken in zes regio’s, de beste spelers en speelsters stromen door naar de nationale selecties en teams. Er zijn door het hele land Talent Academies met goede coaches. De Federatie runt zelf ook twee Academies, een in het oosten en een in het westen van het land. Er is coaching education, van clubpro kun je doorgroeien naar Academy Coach en als je echt goed bent en er komt een plek vrij naar nationale coach. Er is een heel duidelijk lange-termijnontwikkelingsplan voor talenten. De top halen is een belangrijk doel, maar het traject is er ook op gericht jonge golfers die de top niet halen in de sport te houden.
Kunnen we het Deense model niet gewoon kopiëren?
Wat mij betreft grotendeels wel, want ik kan nauwelijks iets bedenken wat in Nederland ook niet zou kunnen werken. Zweden doet het overigens ook heel goed, maar daar gaat talentontwikkeling meer via scholen en het is ook een veel groter land. Denemarken lijkt ook qua golfclubcultuur veel op Nederland.
"Het wedstrijdcircuit voor jeugd moet groter en beter, voor alle kinderen"
Het is toch niet zo dat Denemarken veel meer jeugdgolfers heeft?
Denemarken heeft slechts 7.400 jeugdleden tot en met 18 jaar, de helft van wat wij hebben, op papier althans. Maar van die 7.400 jeugdleden speelt 48% wedstrijden in hun toernooiencircuit, bij ons is dat slechts 8%, dan heb je het over iets meer dan 1.000 kinderen. Het wedstrijdcircuit voor jeugd moet bij ons veel groter en beter, niet alleen voor topjeugd, maar voor alle kinderen. Vanaf een jaar of 13 tot hun achttiende zakken bij veel Deense kinderen de handicaps hard, in Nederland is dat anders.
In het verleden was er in Nederland wel een goed toernooiencircuit.
Ja, en toen waren er ook beduidend meer jeugdgolfers. Joost (Luiten), Christel (Boeljon), Wil (Beseling), Dewi, ze komen allemaal uit die periode en dat is geen toeval. Die toernooienstructuur moet terug en dan wel passend bij wat vereist is voor huidige jeugdgolfers.
Ben je tevreden over de beschikbare faciliteiten voor topgolf in Nederland?
The Dutch waar getraind wordt met de selecties is heel goed, alleen kunnen we daar niet altijd terecht en bij heel slecht en koud weer is het ook verre van ideaal. De afgelopen jaren zijn er veel trainingen geannuleerd vanwege slecht weer. We hebben heel erg behoefte aan een goede indoorfaciliteit, het liefst op een nationaal trainingscentrum.
Gaat dat er komen?
De NGF zegt topgolf heel belangrijk te vinden, op mijn beurt zeg ik dan: put your money where your mouth is en zorg voor de noodzakelijke faciliteiten. Landen in Europa met vergelijkbare ambities verhogen de budgetten en openen nationale trainingscentra en indoorfaciliteiten. Oostenrijk bijvoorbeeld heeft onlangs een indoorfaciliteit gebouwd die 2 miljoen euro kostte. Om structureel succes te hebben op de diverse Tours en bij de Olympische Spelen wat de NGF zo graag wil, moet er echt iets veranderen. Die bereidheid is er volgens mij ook, anders was ik niet aan deze klus begonnen.
De Olympische Spelen, ik wilde er eigenlijk niet over beginnen Katie. Hoe heb jij dat publicitaire debacle beleefd?
Het was heel jammer dat alleen Anne van Dam in Parijs heeft kunnen spelen. De kritiek op de NGF vond ik terecht. In het verleden is onvoldoende uitgelegd dat golf zich moeilijk laat vergelijken met andere sporten. De competitiestructuur is zo anders, de eisen die NOC*NSF stelt zijn niet realistisch voor de golfsport en onze Nederlandse professionals. Ik heb alle data en variabelen verzameld en bij NOC*NSF mijn verhaal gedaan, maar het was te laat. Er wordt nog gesproken met NOC*NSF, ik heb goede hoop voor LA 2028.
Ik hoor al heel geruime tijd dat er een topgolfplan in de maak is Katie. Gaat dat ooit verschijnen?
De plannen zijn duidelijk, we weten wat er moet gebeuren en ik kan er met heel veel passie over praten. Maar ik ben niet de ideale persoon om dat soort zaken op papier te zetten. Tom Stam, een van onze nationale coaches, is daar gelukkig wel goed in. Het plan wordt nu besproken met het bestuur en gaat er komen maar nog heel even geduld.
Lees ook :