De vrijblijvendheid voorbij
3 juni 2019
Duurzaam beleid bij het onderhoud van golfbanen is een must geworden. Het is geen optie meer om bij problemen naar pesticide te grijpen. Dit heeft zo zijn gevolgen voor (het uiterlijk van) de baan, waar golfers mee te maken krijgen. Zaak is om dat goed uit te leggen aan de hand van de voordelen van duurzaam onderhoud.
Feiten zijn feiten. De aanleg en het onderhoud van golfbanen zal duurzaam moeten gebeuren. De met de overheid afgesloten Green Deal is daar duidelijk over: na 2020 geen gewasbeschermingsmiddelen meer, voor zover technisch mogelijk. Groen & golf gaan bij de NGF en haar leden – de clubs en banen – al jaren hand in hand. Committed to Green vormde jaren geleden al de eerste exercitie en de internationale opvolger GEO (Golf Environment Organization) stelt banen nog meer in staat om een verantwoord groen, duurzaam beleid te voeren. Die aanpak is ook bij de overheid niet onopgemerkt gebleven. Dat blijkt uit onderstaande passage in de brief die Stientje van Veldhoven, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, in de zomer van 2018 naar de Tweede Kamer zond.
‘De voortgang bij de Green Deal Sportterreinen geeft een wisselend beeld voor de verschillende sectoren. De golfsector pakt de acties uit de Green Deal goed op. Er zijn kwantitatieve gegevens over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar op basis van 78% respons op enquêtes van alle golfbanen. Bij de beheerders van golfterreinen staan de Green Deal en het duurzaam beheer veelal goed op het netvlies. Bij veel beheerders heeft al een omslag plaatsgevonden: van korte termijn symptoombestrijding naar proactief beheren en hierin kansen zien. Er is een symposium georganiseerd en er zijn workshops gehouden die in het teken stonden van Integrated Pest Management. Ik ben blij dat de golfsector een leidende rol pakt om met ingang van 2020 in beginsel geen gewasbeschermingsmiddelen meer te gebruiken.’
“Dat was goed om te lezen”, zegt Niels Dokkuma, die bij de NGF als agronoom de afdeling Duurzaam beheer & Agronomie aanvoert. “Het is een mooi compliment voor alle inspanningen die vooroplopende golfbanen de afgelopen jaren en eigenlijk decennia geleverd hebben. Door echt in te zetten op duurzaamheid blijken we nu een serieuze gesprekspartner te zijn voor de overheid en menig andere stakeholder. Maar bedenk je ook meteen: we zijn er nog niet. Dat moeten clubs en banen zich terdege realiseren. Het vormgeven van duurzaam beleid is geen eenmalig proces. Als je meedoet aan GEO, en gelukkig doen steeds meer banen dat, betekent dat niet dat je klaar bent na het in ontvangst nemen van het certificaat. Je moet zorgen dat je aan de voorwaarden blijft voldoen.”
Sportakkoord
De noodzaak voor golf om duurzaam te blijven denken, kreeg een extra dimensie toen het kabinet Rutte III in het regeerakkoord melding maakte van een Sportakkoord, te sluiten met de georganiseerde sport, het bedrijfsleven, gemeenten en maatschappelijke organisaties. Doel van het Sportakkoord is de organisatie en financiën van de sport toekomstbestendig te maken. Om de ambities van het Sportakkoord in zijn geheel mogelijk te maken, investeert het kabinet tot en met 2021 elk jaar ruim vierhonderd miljoen euro. Er staan vijf deelakkoorden in, waaronder een over de duurzaamheid van de ruim twintigduizend sportaccommodaties die ons land telt. Er komt, zo staat in het akkoord, een subsidieregeling voor verenigingen om te beschikken over duurzame sportinfrastructuur. Dokkuma: “Je kunt het Sportakkoord niet los zien van het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015. En met GEO-certificering en de al genoemde Green Deal was de golfsport voor wat betreft vele elementen van duurzaam beheer al op de goede weg. We zullen dus wel meer druk gaan voelen. Of anders gezegd: de vrijblijvendheid gaat er wel af.”
Pro-actief
Leden en gastspelers zullen niet altijd begrijpen waarom nieuw onderhoudsbeleid nodig is en welke gevolgen dat heeft. Daarom moet een club of eigenaar een goede uitleg geven. “Bij de communicatie over het onderhoud is het vooral zaak je proactief op te stellen, als eigenaar, bestuur, baancommissie, manager of hoofdgreenkeeper”, zegt Dokkuma.
“Beantwoord vragen voordat ze gesteld worden. Tijdens ledenvergaderingen, via je website en nieuwsbrieven. Schakel zeker de greenkeepers in. Zij kunnen aan de hand van een stuk rough aan golfers – als zij bijvoorbeeld op een tee moeten wachten – uitleggen wat de bedoelingen zijn. Je kunt ook in het clubhuis of in de baan informatieborden neerzetten. De toolkit die de golfalliantie vorig jaar heeft samengesteld, geeft nog meer tips, documenten, presentaties en video’s die clubs kunnen gebruiken. En je doet er verstandig aan plaatselijke en regionale media te benaderen om inzicht te geven; de buitenwereld heeft vaak nog steeds het idee dat er op golfbanen te pas en te onpas wordt gespoten. Er zijn banen die natuurexcursies organiseren voor mensen die uit de omgeving komen. En zo zijn er nog veel meer goede ideeën te bedenken.”
Volgens Dokkuma is het ook stimulerend dat er sinds vorig jaar alleen nog nationale NGF-wedstrijden en -kampioenschappen worden gespeeld op banen die GEO-gecertificeerd zijn. “Dat is een heel helder signaal naar alle banen.”
De kracht van IPM
In de al genoemde brief van staatssecretaris Van Veldhoven staat: ‘Er is een symposium georganiseerd en er zijn workshops gehouden die in het teken stonden van Integrated Pest Management.’ Dat is een planmatige aanpak om schade door ziekten, plagen en onkruiden onder een bepaald niveau te houden met zo weinig mogelijke schade voor mens, dier, natuur
en milieu. IPM, zoals deze aanpak in de praktijk wordt genoemd, komt niet zomaar uit de lucht vallen. Al in 2009 werd het het uitgangspunt voor de Europese Richtlijn Gewasbescherming en daarmee voor de Nederlandse wetten en besluiten op dit gebied.
Integrated Pest Management begint in feite bij het gebruiken van zogenaamde resistente grassen. Dat
is de basis. Pesticiden mogen (mogelijk) slechts
in noodgevallen ingezet worden. In de afbeelding van de IPM-piramide wordt een en ander goed weergegeven. Alles wat je met je baan doet, moet met elkaar te maken hebben. Zwakke lagen in de piramide zorgen ervoor dat de ongewenste afhankelijkheid van pesticiden te groot is. Niels Dokkuma: “Onze afdeling Duurzaam beheer & Agronomie heeft Integrated Turfgrass Management als speerpunt, om uiteindelijk echt volledig van de pesticide af te komen. Dat is het resultaat van jarenlange studies en van een goede samenwerking met partners als de NGA en de NVG. En nogmaals: het is geen keuze, maar wordt een must.”