Het allerbelangrijkst? Betrouwbare greens
Inhoudsopgave deel 1
Inleiding
De enquête is ingevuld door 1.274 golfers en 322 golfbaanbeheerders (greenkeepers, leden van baancommissies, club- en baanmanagers, directeuren). Daarmee is het een representatief onderzoek op basis waarvan betrouwbare uitspraken gedaan kunnen worden. Veel dank aan iedereen die heeft meegedaan!
“Op basis van de uitkomsten van de enquête,” zegt Niels Dokkuma NGF-teammanager Duurzaam beheer/Agronoom, “wil ik een groot compliment maken aan alle golfbaanbeheerders in Nederland – en specifiek de greenkeepers – voor hoe zij de transitie naar pesticidevrij beheer met succes doorlopen. Het blijkt dus mogelijk om drastisch te reduceren met behoud van speelkwaliteit en tevreden golfers. De algemene opinie aan het begin van de transitie was dat reductie niet mogelijk was. Ten onrechte, golfbaanbeheerders hebben het waargemaakt met goede uitkomsten. Met de cultuuromslag in golf realiseren we een acceptabele uitkomst voor de samenleving, een werkbare situatie voor de golfsector en vertrouwen bij de overheid.”
“Ik wil graag alle golfbaanbeheerders aanbevelen om de enquêteresultaten goed te bestuderen”, vervolgt Dokkuma. “De enquêtedata tonen aan dat we met het toepassen van IPM en ITM (Integrated Pest Management en Integrated Turf Management) tot acceptabele uitkomsten kunnen komen en kwaliteit kunnen borgen. En de data bieden hulp om deze ingeslagen koers met succes te vervolgen, omdat ze golfbaanbeheerders inzicht geven in de wensen en verwachtingen van golfers. Dit maakt het gemakkelijker om op een onderbouwde wijze keuzes te maken en prioriteiten in het baanonderhoud te stellen. Dat geldt voor keuzes omtrent bunkeronderhoud maar ook onkruidbeheer. In het licht van een blijvende druk van de samenleving om golfbanen duurzaam te beheren is het relevant om te weten waar op golfbaan onkruidbeheer voorrang heeft.”
Conclusies
De conclusies van het onderzoek staan hieronder op een rij en worden vervolgens toegelicht. De NGF-enquête betrof een nationaal onderzoek en daar is tegenin te brengen dat geen enkele golfclub -en -baan hetzelfde is. Wil je weten of de mening van jouw achterban anders is dan de mening van golfers in het nationale onderzoek? In dat geval stelt de NGF de enquête graag beschikbaar, zodat je de vragenlijst kunt uitzetten onder je eigen leden en gasten. Neem hiervoor contact op per mail.
- Op Nederlandse golfbanen is het gebruik van pesticiden in de afgelopen 20 jaar sterk verminderd. Dit heeft niet geleid tot een klachtenregen over verslechterde speelcondities.
- De meerderheid van de golfers is behoorlijk of zeer tevreden over de speelkwaliteit van hun baan. 39 procent noemt het onderhoud op hun homecourse ‘redelijk goed’, 45 procent vindt het ‘heel goed’ en 8 procent ‘voortreffelijk’.
- Voor 16 procent van de golfers is de speelkwaliteit van hun golfbaan een reden geweest om over te stappen naar een andere club.
- De meerderheid van de golfers ziet schimmels en onkruid op dit moment niet als een groot probleem, zolang er maar geen invloed is op de balrol en het niet te moeilijk wordt om de bal te vinden.
- Wat golfers het belangrijkst vinden? Een betrouwbare balrol op de greens, een goede ligging op fairways, voorgreens en aprons (de strook gras rondom de green, iets langer gemaaid dan de green maar korter gemaaid dan de fairway), aangeharkte en verzorgde bunkers, vlakke afslagplaatsen.
- In de ogen van golfers moeten greenkeepers het meeste aandacht besteden aan de greens (1), fairways (2), bunkers (3), tees (4), semirough (5).\
- Er is een duidelijk onderscheid tussen de wensen van single-figure handicappers en spelers met een handicap boven de 10: single handicappers zijn veeleisender en kritischer dan anderen. De categorie handicap 37+ is ‘het snelst tevreden’. Het is in dit verband belangrijk om de percentages van de groepen te weten:
2,69 procent van de Nederlandse golfers heeft een handicap onder de 10.
45,88 procent heeft een handicap gelijk aan of tussen de 10,0 en 36,0.
44,60 procent heeft een handicap gelijk aan of tussen de 36,1 en 54. - De hoofdredenen waarom men golf speelt: 1 fysieke beweging, 2 het sociale aspect, 3 natuurbeleving.
Toelichting
De aanleiding voor deze enquête? Het is op golfbanen al een hele opgave om schimmels met duurzaam, nagenoeg pesticidevrij golfbaanbeheer te voorkomen en beheersen. En onkruid op een duurzame manier controleren, dat is wellicht nog veel moeilijker. Gezien deze uitdagingen is het relevant om te weten hoe golfers denken over het huidige kwaliteitsniveau van hun thuisbaan, wat zij het belangrijkst vinden en in hoeverre zij schimmels en onkruid als een speltechnisch probleem beschouwen. Bepaalde schimmels en onkruiden in een bepaalde mate kunnen immers een negatieve invloed hebben op de speelkwaliteit. Wat vinden golfers acceptabel?
Tevredenheid over speelkwaliteit
Op basis van de enquête mag gesteld worden dat de meeste golfers in Nederland op dit moment behoorlijk of zeer tevreden zijn over de speelkwaliteit van hun homecourse. Dat kan beschouwd worden als een compliment voor de baanbeheerders, maar waakzaamheid is geboden. Als de kwaliteit onder een bepaald niveau komt, zo blijkt heel duidelijk uit de enquête, dan gaat een deel van de spelers op zoek naar een andere baan. 16 procent van de golfers is om die reden al eens overgestapt naar een andere club en 9 procent heeft het wel eens overwogen.
Inzoemen op schimmels en onkruid
De meerderheid van de golfers ervaart schimmels en onkruid op dit moment in ‘zeer geringe mate’ of ‘geringe mate’ als een probleem. Er is begrip voor de aanwezigheid van schimmels en onkruiden, de acceptatiegraad is bij de meerderheid van de respondenten heel hoog, maar er zijn ‘grenzen’. Dat blijkt heel goed uit toelichtende opmerkingen die golfers maakten bij het invullen van de enquête.
Klik hier om de toelichtende opmerkingen van golfers te lezen
Over schimmels bestaat eensgezindheid. Deze opmerkingen vatten de algemene opinie samen:
- “Alleen schimmels op greens die invloed hebben op de rol van de bal zijn een probleem.”
- “Zolang de schade op greens alleen visueel is, is er geen probleem.”
- “Het is alleen een probleem als er oneffenheden ontstaan.”
- “Ik vind vlekken geen probleem, maar een hobbelige green door missend ‘gras’ wel!”
- “Dollarspot in een vergevorderd stadium verstoort de loop van de bal bij het putten.”
Wat betreft schimmels is er bij veel respondenten een hoge acceptatiegraad:
- “Golf is een natuursport en ook schimmels horen daar in beperkte mate bij.”
- “We moeten schipperen tussen een ideale green en zorg voor de natuur.”
- “Ik vind schimmels vooral sneu voor de greenkeepers, dan maar een slag extra.”
- “Ik zie dit soort dingen meer als een uitdaging en ga er van uit dan de beheerders hun uiterste best doen om de greens zo mooi mogelijk te krijgen.”
- “Een klein beetje schimmel is niet te voorkomen, moeten we accepteren.”
- “Schimmelproblemen zijn vaak onderdeel van een jaargetijde en tijdelijk.”
De snelheid van greens is voor de meeste respondenten minder belangrijk dan ‘trueness’ (geen zijwaartse afwijkingen) en ‘smoothness’ (geen hobbels):
- “Uniforme greens zijn belangrijker dan bijvoorbeeld een halve stimp snelheid extra.”
- “Greens moeten ‘true’ zijn, snelheid is minder belangrijk.”
Opmerkelijke opmerkingen:
- “Pitchmarks die niet goed zijn gerepareerd zijn, zijn vele malen erger dan schimmels.”
- “Ik heb meer last van niet herstelde pitchmarks dan van schimmels.”
- “Het streven naar te snelle greens veroorzaakt veel schimmelproblemen.”
- “Maai de greens minder kort, máár wél vaker.”
Er is eensgezindheid over de ongewenstheid van onkruiden op de green. Deze opmerkingen vatten de mening van de meerderheid samen:
- “Golf is een sport in de natuur, onkruid hoort bij de natuur. Voor de biodiversiteit is het goed. Zolang de green onkruidvrij is en je een eerlijke putt hebt, is er geen probleem.”
- “In het kader van duurzaam golfbaanbeheer vind ik het schrappen van pesticidegebruik en daarmee samenhangend een toename van onkruid geen probleem. De green moet wel vrij van onkruid zijn.”
- “Green, voorgreen, fairway, tee, semirough en rough: in deze volgorde vind ik onkruid ongewenst tot niet storend.”
- “40 tot 50 procent van het spel wordt gespeeld op de greens; als deze niet goed zijn, heeft dit veel invloed op het spel.”
- “Ik ervaar het als een probleem wanneer de balrol niet betrouwbaar is op de green.”
- “Een afzwaaier in de rough is je eigen probleem, maar een afwijking van de rol op de green is een onderhoudsprobleem.”
Onkruid in de rough? Uit de enquête blijkt dat veel golfers het belangrijk vinden dat ze hun bal kunnen vinden. Maar er is begrip voor ongewenste kruiden in de rough.
- “Onkruid buiten tee, fairway en green géén probleem, integendeel. Zeer belangrijk voor de biodiversiteit.”
- “Liever wat onkruid dan bestrijdingsmiddelen.”
- “Onkruid draagt ook bij aan biodiversiteit en behoud van insectensoorten, dus uitroeien mag het streven niet zijn. De balans moet gevonden worden in ‘hoe dichter bij de green en op de centrale lijn van de fairway, hoe minder onkruid aanwezig zou moeten zijn’ (tot inderdaad nul op de green) en ‘welke natuurvriendelijke methoden kostentechnisch haalbaar toepasbaar zijn’.”
- “Onkruid zoals klaver of madeliefjes is zeer vervelend omdat je daarin je bal lastig vindt, wat slow play veroorzaakt. In de rough is dat zeker het geval, maar omdat je daar eigenlijk niet hoort te liggen makkelijker te accepteren.”
Een meerderheid van de golfers, zo wijst de enquête uit, vindt dat een slag op de fairway beloond moet worden met “een goede ligging van de bal”. Maar uit de toelichtende opmerkingen van golfers blijkt dat de meningen over onkruid op fairways sterk verdeeld zijn. Een deel van de golfers vindt een beetje onkruid op de fairways geen speltechnisch probleem, een ander deel wel. Een deel denkt dat het voor recreatiegolfers weinig uitmaakt of hun bal op gras of onkruid ligt, een andere deel denkt dat de negatieve invloed hoog is.
Klik hier om de toelichtende opmerkingen van golfers te lezen
- “Een beetje onkruid is niet erg. Zolang de fairway op de juiste hoogte gemaaid wordt is er geen speltechnisch bezwaar.”
- “De speltechnische overlast van ‘onkruid’ wordt overdreven. Voor de gemiddelde clubspeler wordt de baan er niet moeilijker van. Slaan vanaf stukje met klaver of zo is best te doen.”
- “Ik heb amper hinder van onkruid op de fairway mits het kort gemaaid is.”
- “Als je goed slaat moet dit ook beloond worden. Als je bal op de green of fairway ligt moet er sprake zijn van een gelijk speelveld: een grasmat en geen onkruid.”
- “Onkruid op fairway beïnvloedt te veel de ligging van de bal, vooral als de fairway niet is gemaaid. Ik vind dat je niet door onkruid gestraft moet kunnen worden als je de bal op de fairways speelt.”
- “Als je bal in een roset van weegbree of madelief ligt, op de fairway of voorgreen, kan je niet meer een behoorlijke bal slaan.”
- “Bepaalde onkruiden zijn erg vervelend om vanaf te spelen, zoals klaver en weegbree.”
- “Wanneer de bal in onkruid terecht komt is hij voor iemand met mijn skills moeilijk weg te krijgen.”
- “Klaver maakt de bal onvindbaar en de grasmat eronder minder gesloten. Dus minder bounce van de club.”
- “Chippen in klaver is een uitdaging.”
- “Klaver is erg lastig om je bal vanaf te spelen.”
- “Klaver op de fairway weerhoudt je ervan om een fairwayhout te spelen.”
- “Heb voorheen op Golfbaan X gespeeld en door al het onkruid moest je op bepaalde tijden in het jaar zelfs op de fairway naar je bal zoeken. Wanneer je dan in of op het onkruid ligt, is je volgende slag moeilijker. Dit is niet fair.”
- “Ik heb op golfbaan Y slechte ervaringen gehad met klaver. Daar stond echt enorm veel klaver en raakte je zelfs je bal op de fairway kwijt in het klaver.”
- “Er is veel klaver bij ons, ook op de fairway; er wordt niet heel vaak gemaaid, dus na een paar dagen kunnen de klaverpollen centimeters hoog worden. Aangezien een clubspeler een veel lagere clubheadspeed heeft, is het veel moeilijker om door onkruid heen te slaan, zelfs bijna onmogelijk als het klaver hoog staat. De hinder die de tourspeler in het filmpje van Daniel Hahn ondervindt, is dus niet representatief voor wat clubspelers ervaren.”
- “Een beetje onkruid op de fairway is niet erg maar als er niks gedaan wordt, zal de hoeveelheid snel toenemen en wordt het wel een probleem.”
- “’Ach een beetje onkuid is helemaal niet erg’, hoor ik vaak. Echter wat men zich niet realiseert is dat onkruid zich in rap tempo enorm kan uitbreiden. En dat doet het ook.”
Een paar opmerkelijke opmerkingen:
- “Dingen veranderen. Ik denk dat de R&A een local rule moet toestaan dat er altijd geplaatst mag worden. Ik ben overtuigd dat het overal en altijd toestaan van ‘preferred lies’ al heel veel van de problemen zou oplossen zodat er minder (stiekem) ‘gespoten’ hoeft te worden!”
- “Met permanent ‘plaatsen’ kan heel veel ‘misère’ en discussie voorkomen worden. Er is ook veel voor te zeggen omdat amateurs altijd minder goeie speelcondities hebben dan pro's. Op die manier zou je ook vermijden dat je een bal op de fairway uit een divot moet slaan waardoor de divot nog dieper wordt.”
Een aantal respondenten wijst erop dat acceptatie in hoge mate samenhangt met de prijs voor een ronde golf én met goede communicatie:
- “De mate van onderhoud moet in verhouding staan met de hoogte van de prijs van het speelrecht. Dit is helaas niet altijd het geval.”
- “Zoals bij zoveel zaken is er naar mijn mening een relatie tussen onderhoud en de prijs voor lidmaatschap of greenfee.”
- “De kwaliteitseisen die je stelt aan het baanonderhoud moet wel in relatie staan tot de (jaar)greenfee.”
- “Een minimale kwaliteit is essentieel en reden om een andere baan te zoeken indien het niet op orde is.”
- “Ik betaal bij mijn club weinig voor het lidmaatschap maar dat is ook te merken aan de baan. Ik zou willen dat er veel aandacht aan de greens werd gegeven daar je met putten veel slagen kunt winnen of verliezen. Voor mij is het een reden om toch naar een (stuk) duurdere club te gaan.”
- “Golfbaanonderhoud is mede sterk afhankelijk van de hoeveelheid financiën die de club bereid is ervoor op te offeren.”
- “Alles is uiteindelijk afhankelijk van budget en goed personeel.”
- “Goed baanonderhoud mag wat kosten.”
- “Informatie door de greenkeepers aan de leden over het hoe en waarom van onderhoud en ingrepen helpt begrip opbrengen en genuanceerder kijken naar de baan.”
- “Ga als eigenaar met de leden in gesprek, geef uitleg over het onderhoud.”
Prioriteiten
Wat vinden golfers het allerbelangrijkst als we het over speelkwaliteit hebben? De enquête maakt dat heel duidelijk en golfbaanbeheerders kunnen daar op inspelen.
- 85 procent vindt het ‘belangrijk’ of ‘heel belangrijk’ dat de bal betrouwbaar rolt op de greens. Snelheid is minder belangrijk.
- Ongeveer 85 procent vindt het ‘belangrijk’ of ‘heel belangrijk’ dat de bunkers netjes aangeharkt zijn en dat er voldoende zand in de bunkers zit.
- Ongeveer 65 procent vindt het ‘belangrijk’ of ‘heel belangrijk’ om op de fairway en apron een goede ligging van de bal aan te treffen.
- 62 procent vindt het ‘belangrijk’ of ‘heel belangrijk’ dat de afslagplaatsen vlak (waterpas) zijn.
- 49 procent vindt het ‘belangrijk’ of ‘heel belangrijk’ dat het gras op de afslagplaatsen kort gemaaid is.
- 48 procent van de golfers vindt het ‘belangrijk’ of ‘heel belangrijk’ dat je in de rough gemakkelijk je bal kunt vinden.
Natuurbeleving
Een uitkomst van de enquête die niet onvermeld mag blijven is dat golfers veel waarde hechten aan de natuurbeleving die gepaard gaat met een ronde golf. Op de vraag “Wat is voor jou de belangrijkste beweegreden om te golfen?” vinkte 90 procent ‘fysieke beweging’ aan, 73 procent ‘het sociale aspect’ en 53 procent ‘natuurbeleving’. Dat is een extra reden om in te zetten op het beschermen en verhogen van de biodiversiteit op golfbanen. Enkele respondenten maakten hier een opmerking over.
Klik hier om de toelichtende opmerkingen van golfers te lezen
- “In het huidige tijdsgewricht moet er voldoende ruimte zijn voor de natuur op en rond de baan. Dat is fijn voor de beleving, en heel belangrijk voor onze leefomgeving. Je kunt als golfbaan je plek opeisen door natuur toe te laten en te versterken. Doe je dat niet dan wordt de omgevingsdruk steeds groter. Er moet worden gewerkt aan het begrip hiervoor bij golfers en golfbanen.”
- “Het onderhoud van golfbanen in een ‘natuurlijke’ omgeving vraagt een geheel andere mentaliteit en invalshoek. Namelijk het voorrecht om mét een paar clubs en ballen een mooie wandeling te mógen maken door de natuur én te genieten van alles wat leeft en bloeit.”
Veel respondenten wijzen er terecht op dat goede speelkwaliteit ook een zaak van de speler is:
- “Ik vind het belangrijk dat de baan goed wordt onderhouden. Maar niet alleen door de greenkeepers maar ook door de spelers!”
- “Het onderhoud van fairways, bunkers en greens is voor een deel de verantwoordelijkheid van de spelers. Terugleggen uitgeslagen plaggen, aanharken bunkers en herstel pitchmarks.”
Inhoudsopgave deel 2
- Single handicappers versus hoge handicappers
- Golfers vs golfbaanbeheerders/greenkeepers
- Vergelijking met Deense enquête
- Vergelijking met Players 1st
- Meer over onkruid
- Het promotie-onderzoek van Daniel Hahn
Single handicappers versus hoge handicappers
De enquête maakt duidelijk dat betere golfers – spelers met een handicap onder de 10 – hogere eisen stellen. Ze vinden een hoge speelkwaliteit zeer belangrijk. Om enkele voorbeelden te geven:
- 24 procent van de single handicappers is wel eens van club veranderd vanwege de kwaliteit van de golfbaan, in de categorie ‘alle golfers’ is dat 16 procent.
- 22 procent van de single handicappers ervaart onkruid ‘in hoge mate’ als een probleem op een golfbaan, in de categorie ‘alle golfers’ is dat 11 procent.
- 59 procent van de single handicappers ervaart schimmels als een probleem op een golfbaan, in de categorie ‘alle golfers’ is dat 29 procent.
- 71 procent van de single handicappers vindt het ‘heel belangrijk’ dat de bal betrouwbaar rolt op de greens, in de categorie ‘alle golfers’ is dat 38 procent.
Clubs en banen waarvoor single handicappers een belangrijke doelgroep vormen, moeten rekening houden met hun eisen. Maar het door hen gewenste kwaliteitsniveau zou je kunnen vergelijken met de Champions League en dat is niet voor elke club haalbaar. Het is ook niet nodig als je achterban vooral bestaat uit spelers met handicap 10-36 en/of 37+. Wat je doelgroep ook is, het is belangrijk om goed rekening te houden met de wensen van de groep die je bedient. We adviseren daarom goed te kijken naar de gedetailleerde resultatenpagina van de enquête; in dit overzicht zie je hoe verschillende handicapcategorieën (0-10, 10,1-37 en 37+) geantwoord hebben. Het is belangrijk om goed te communiceren waar je voor staat op het gebied van speelkwaliteit en wat de uitdagingen zijn op het gebied van pesticiden en beregening. Daarmee manage je de verwachtingen. Vergeet niet, de speelkwaliteit van de greens is het allerbelangrijkst, voor alle golfers.
Golfers vs golfbaanbeheerders/greenkeepers
De enquête peilde niet alleen de mening van golfers maar ook die van golfbaanbeheerders in brede zin, zoals greenkeepers, baancommissies, managers en directeuren. Het perspectief van beide groepen komt meestal overeen, hoewel er soms verschillen zijn. Zo ervaart 54 procent van de golfbaanbeheerders onkruid ‘in geringe mate’ of ‘hoge mate’ als een probleem op een golfbaan. Bij golfers is dat 40 procent.
Als je alleen naar de mening van greenkeepers kijkt, dan zijn er wat vaker verschillen.
- 63 procent van de greenkeepers ervaart onkruid ‘in geringe mate’ of ‘hoge mate’ als een probleem op een golfbaan. Bij golfers is dat 40 procent.
- 89 procent van de greenkeepers ervaart schimmel ‘in geringe mate’ of ‘hoge mate’ als een probleem op een golfbaan. Bij golfers is dat 77 procent.
- 38 procent van de greenkeepers vindt het ‘belangrijk’ of ‘heel belangrijk’ dat je in de rough gemakkelijk je bal kunt vinden. Bij golfers is dat 48 procent.
- 69 procent van de greenkeepers vindt het ‘belangrijk’ of ‘heel belangrijk’ dat de bunkers netjes aangeharkt zijn. Bij golfers is dat 84 procent.
De verschillen in perspectief tussen golfers en golfbaanbeheerders zijn weergegeven op de gedetailleerde resultatenpagina van de enquête.
Vergelijking met Deense enquête
Een groot aantal van de vragen in de NGF-enquête is in 2021 door de Danish Golf Union voorgelegd aan golfers in Denemarken. Dit maakt het mogelijk om de Nederlandse en Deense resultaten te vergelijken. Denemarken is net als Nederland ver gevorderd met het uitbannen van pesticiden. In het algemeen zijn er weinig verschillen tussen de antwoorden van Deense en Nederlandse golfers.
- Ook de Deense golfers vinden de speelkwaliteit van de greens en fairways het belangrijkst. Daarnaast vinden ze het belangrijk dat afslagplaatsen egaal zijn, bunkers goed onderhouden worden en een bal in de rough gemakkelijk is te vinden.
- Ook in Denemarken heeft de meerderheid van de golfers een tolerante houding ten opzichte van onkruid en schimmels. Maar net als in Nederland zijn de lage handicappers veeleisender.
- Ook in Denemarken wordt golf voornamelijk gespeeld voor lichaamsbeweging, sociale interactie en natuurbeleving.
Een opvallend verschil: de Denen zijn nog tevredener over het onderhoud op hun homecourse dan de Nederlanders. 67 procent van de Deense golfers vindt dat hun homecourse ‘heel goed’ of ‘voortreffelijk’ onderhouden is. Bij Nederlandse golfers is dat 52 procent.
De verschillen in perspectief tussen Nederlandse en Deense golfers zijn weergegeven op de gedetailleerde resultatenpagina van de enquête.
Vergelijking met Players 1st
De NGF-enquête van maart 2023 geeft inzicht in wat golfers belangrijk vinden. De Golfalliantie (NVG-NGA-NGF) beschikt daarnaast over nationale gegevens van Players 1st, de enquêtetool waarmee golfclubs- en banen de tevredenheid van leden en gasten kunnen meten. In Players 1st worden ook vragen over golfbaanonderhoud gesteld. Uit de antwoorden blijkt ook dat golfers vooral belang hechten aan uniforme greens (dezelfde snelheid en hardheid) en een betrouwbare rol van de bal.
De enquêtetool Players 1st werkt met een waarderingscijfer tussen de 0 en 100. Hoe hoger de score, hoe tevredener men is. De enquêtesystematiek maakt bovendien duidelijk wat golfers echt belangrijk en wat ze minder belangrijk vinden. Het doel is dat golfers een hoge waardering hebben (90 tot 100) voor de onderdelen waaraan ze veel waarde hechten, want dan zijn ze ‘promotor’ (dan bevelen ze die onderdelen van de club of baan aan bij kennissen, vrienden en familie). Een score tussen 70 en 80 geeft aan dat een golfer ‘passief tevreden’ is, de golfer is dan geen promotor.
Uit de nationale gegevens van Players 1st over 2020 tot en met 2022 (zie verderop) blijkt onder meer het volgende:
- De gemiddelde golfer vindt het heel belangrijk dat alle greens op een baan uniform zijn (dezelfde snelheid en hardheid hebben). Uit de data van Players 1st-data blijkt dat dit gemiddeld onder het niveau is dat de golfers wenst.
- De gemiddelde golfer hecht ook veel waarde aan een betrouwbare rol van de bal op de greens en een goede kwaliteit van de fairways en afslagplaatsen. Het nationale gemiddelde geeft aan dat de golfers hierover ‘passief tevreden’ zijn.
- De tevredenheid bij de gemiddelde golfer over het bunkeronderhoud is niet heel groot, maar uit de Players 1st-enquêtes blijkt dat dit geen zwaar wegend onderdeel is.
Hieronder geven we de gemiddelde waarderingscijfers weer van golfclubleden in de afgelopen drie jaar (2020, 2021 en 2022).
Onderpresterende categorieën (dit zijn zaken die bij clubleden zwaar meewegen bij hun algemene tevredenheid over hun baan en het onderhoud):
De baan is over het algemeen aantrekkelijk om op te spelen: 81
De greens zijn glad waardoor de bal prima rolt: 72
De snelheid van de greens is goed: 73
De afslagplaatsen (tees) zijn goed: 74
De greens zijn uniform (hebben dezelfde snelheid en hardheid): 68
Categorieën die in balans zijn (dit zijn zaken die bij clubleden niet erg zwaar meewegen bij hun algemene tevredenheid over hun baan en het onderhoud):
De fairways zijn goed: 77
De staat van het baanonderhoud zorgt ervoor dat je de bal vrij gemakkelijk kunt terugvinden: 70
De bunkers zijn goed onderhouden: 69
De rough heeft een passende moeilijkheidsgraad: 72
Hieronder geven we de gemiddelde waarderingscijfers weer van greenfeespelers in de afgelopen drie jaar (2020, 2021 en 2022).
Categorieën die onmiddellijke aandacht nodig hebben (dit zijn zaken die bij greenfeespelers heel zwaar meewegen bij hun algemene tevredenheid):
De greens waren uniform (hebben dezelfde snelheid en hardheid): 75
Onderpresterende categorieën (dit zijn zaken die bij greenfeespelers zwaar meewegen bij hun algemene tevredenheid):
De baan is over het algemeen gevarieerd en leuk om op te spelen: 81
De baan was over het algemeen mooi en goed onderhouden: 79
De fairways waren goed: 78
De snelheid van de greens was goed: 76
De greens waren glad en de bal rolde prima: 76
De afslagplaatsen (tees) waren goed: 76
De staat van het baanonderhoud zorgt ervoor dat je de bal vrij gemakkelijk kon terugvinden: 75
Categorieën die in balans zijn (dit zijn zaken die bij greenfeespelers niet erg zwaar meewegen bij hun algemene tevredenheid):
De rough had een passende moeilijkheidsgraad: 76
De bunkers waren goed onderhouden: 77
Dit zijn nationale, gemiddelde cijfers. Clubs en banen die gebruikmaken van Players 1st krijgen inzicht hoe tevreden leden en greenfeespelers zijn over hun eigen baan en -onderhoud, maar ook over de tarieven en producten, het clubhuis, het verenigingsleven, de horeca, de trainingsfaciliteiten, de golfshop en de ontvangst. Clubbesturen en baaneigenaren ontvangen hun eigen resultaten afgezet tegen de resultaten van alle deelnemende clubs en banen. We raden daarom aan dat elke club Players 1st gebruikt!
Meer over onkruid
De aanleiding voor de NGF-enquête van 2023 is eerder al besproken. Het is op golfbanen al een hele opgave om schimmels met duurzaam, nagenoeg pesticidevrij golfbaanbeheer te voorkomen en beheersen. En onkruid op een duurzame manier controleren, dat is wellicht nog veel moeilijker.
Wat is het probleem met onkruid?
Onkruid voert een voortdurende concurrentiestrijd met de gewenste grassen op een golfbaan. Golfbanen liggen vaak in een natuurlijke omgeving en hebben om die reden meer last van onkruiden dan andere grassportterreinen. Onkruidzaden komen overwaaien uit andere delen van de baan en de omgeving.
Na de Tweede Wereldoorlog kwamen chemische pesticiden in opmars en werd onkruid op sportterreinen bestreden met deze middelen. Ze werden ook gebruikt bij schadeveroorzakende schimmels. Maar het gebruik van pesticiden is in de afgelopen jaren steeds verder aan banden gelegd en de Europese Unie koerst af op een totaalverbod.
Het is al een hele opgave om schimmels met duurzaam, nagenoeg pesticidevrij golfbaanbeheer te voorkomen en beheersen. Maar onkruid op een duurzame manier controleren, dat is wellicht nog veel moeilijker. Handmatige onkruidverwijdering op greens, tees én fairways vereist veel personeel en is duur. Mogelijk wordt duurzaam onkruidbeheer in de toekomst veel gemakkelijker, dankzij innovaties, maar zo ver is het nog niet. Onkruid is nu en de komende jaren een grote uitdaging voor golfbaanbeheerders.
En nu?
Gezien ‘de uitdaging onkruid’ waar golfbanen mee te maken hebben, is het belangrijk om erachter te komen in hoeverre ongewenste kruiden eigenlijk een probleem zijn. En met ‘probleem’ doelen we niet op esthetische bezwaren maar op speltechnische hinder. Onkruid op een golfbaan (bijvoorbeeld klaver, weegbree, madeliefjes, paardenbloemen en duizendblad) is in de ogen van sommige golfers ‘niet mooi’. Maar het gaat om de vraag wanneer onkruid een negatieve invloed heeft op de speelkwaliteit, zodanig dat de golfsport niet meer op de gangbare wijze beoefend kan worden. En als de voor golf zo essentiële speelkwaliteit op het spel komt te staan, welke onkruiden zijn dan de boosdoeners? En op welke plekken (de green, tee, etc.)? En in welke mate?
Naar dit onderwerp is tot nu toe nog maar weinig onderzoek gedaan en er zijn voor golfbanen geen nationale of internationale sporttechnische normen opgesteld die een houvast bieden. Maar het is wel mogelijk om vragen te stellen aan de gebruikers: de golfers. In hoeverre zien zij onkruid als een speltechnisch probleem? Wat vinden golfspelers acceptabel? Het is nuttig om te weten wat golfers belangrijk vinden, want dan kunnen golfbanen daarop inspelen. Op basis van de ‘wensen’ die golfers hebben, kunnen golfbaanbeheerders schadedrempels en streefwaarden (speelkwaliteitsdoelen) vaststellen en bepalen welke speeloppervlakken prioriteit krijgen.
Geen normen maar wel houvast
Voor veel veldsporten moet het speeloppervlak voldoen aan normen die zijn opgesteld door nationale en internationale sportbonden. Het betreft bijvoorbeeld normen voor de samenstelling van de toplaag, grasbezetting, het schokabsorberende vermogen, de stabiliteit, vlakheid, balstuit en balrol. Maar er zijn voor deze veldsporten geen normen voor onkruid en welke soortenpercentages acceptabel zijn.
Voor golfbanen – grote terreinen met deels kortgrasvegetatie en deels natuur waar met een zeer kleine bal wordt gespeeld – zijn er helemaal geen sporttechnische normen.
De golfregels bieden geen hulp, er staan geen onderhoudsvoorschriften in. Er zijn wel regels die ervoor zorgen dat de sport zo ‘eerlijk’ mogelijk verloopt bij gebrek aan een standaard speelkwaliteit, bijvoorbeeld als de bal na een slag ingebed in de grond is. Maar in het regelboek staan geen normen voor speelkwaliteit.
Ook in de Rules of Handicapping, de regels van het Wereld Handicap Systeem, staan geen criteria voor speeloppervlakken. Wel zijn er criteria voor ‘handicapcondities’. In het kort gezegd voldoet een baan aan handicapcondities als de holes en de gehele baan een bepaalde lengte hebben en als er geen sprake is van ‘uitzonderlijke baan- of weersomstandigheden’. Wat ‘uitzonderlijk’ is, dat is aan de handicapcommissie en niet concreet beschreven.
De speelkwaliteit van een golfbaan kan wel tot op zekere hoogte gemeten en geobjectiveerd worden. Op de greens kun je met een R&A Holing Out Test de betrouwbaarheid van de balrol meten. Met een Clegg Hammer kun je de stevigheid van greens meten en met een Stimpmeter de baluitrolconsistentie. Daarnaast kun je ook metingen doen – op greens en andere delen van de golfbaan – naar factoren die de speelkwaliteit voorwaardelijk beïnvloeden, bijvoorbeeld het aantal uren licht en schaduw, het vochtpercentage, de pH-waarden, de waterdoorlatendheid, het organische stofgehalte en de grassoortensamenstelling.
Deze metingen geven golfbaanbeheerders inzicht: wat gaat goed en wat moet bijgestuurd worden? En internationale wedstrijdorganisaties zoals de DP World Tour gebruiken deze metingen om op toernooibanen, gedurende één week, de door hen gewenste speelkwaliteit te bereiken. De tours verwachten topcondities in de week van het toernooi en hebben daarvoor ‘standards of quality’ opgesteld. Sommige eisen zijn objectief, bijvoorbeeld de grootte van de zandkorrels in bunkers, maar andere zijn subjectiever. Om ervan verzekerd te zijn dat toernooibanen op het juist moment in topconditie zijn, hebben de tours agronomen en andere deskundigen in dienst. Zij begeleiden de toernooibanen bij het onderhoud. Die ondersteuning begint al ruime tijd voor de toernooidatum met als doel een kwaliteitspiek in de week van het kampioenschap.
Nederlandse golfbanen vinden wel houvast in het Handboek Kwaliteit golfbanen. In deze publicatie van de Golfalliantie (NVG-NGA-NGF) staan schadedrempels, ook drempels voor onkruid. De richtlijnen zijn opgesteld volgens het stoplichtmodel: als je op rood of oranje staat, moet je een plan ontwikkelen om op groen te komen. Voor greens geldt het volgende:
- <5 stuks onkruid = donkergroen;
- 5 tot 25 = groen;
- 25-50 = oranje;
- meer dan 50 = rood.
Zo geeft het Handboek Kwaliteit golfbanen ook schadedrempels voor voorgreens/aprons, afslagplaatsen, fairway/semirough en speelrough. Dit zijn nuttige richtlijnen.
Er zijn nog meer publicaties waar golfbaanbeheerders veel baat bij hebben:
- In 2020 is de Handreiking pesticidevrij sportgrasbeheer - Preventie en bestrijding van onkruiden, ziekten en plagen gepubliceerd.
- De NGA heeft een onkruidposter gepubliceerd.
- Daniel Hahn deed promotieonderzoek naar pesticidevrij beheer van onkruid op golfbanen. Zijn proefschrift kun je hier downloaden.
Tot slot moet de factsheet Onkruiden in fairways en semi-rough genoemd worden. In dt informatieblad van de Golfalliantie wordt de uitdaging onkruid – preventie en beheersing – heel bondig samengevat. In de factsheet vind je ook een opsomming van ‘objectieve bezwaren’ die kleven aan onkruid op golfbanen:
- Ongewenste kruiden en grassen kunnen ertoe leiden dat ballen minder goed vindbaar zijn.
- Op en om de green kunnen ongewenste kruiden vanwege hun onregelmatige vegetatiestructuur leiden tot een onbetrouwbare balrol.
- Op plekken met ongewenste kruiden is er soms geen zuiver contact mogelijk tussen de golfbal en het slagvlak; hoe minder goed contact, hoe minder controle van de spin en balvlucht.
- Onkruid voert een concurrentiestrijd met gewenste grassen. Als je ongewenste kruiden en grassen niet beheert, zullen ze de gewenste grassoorten verdringen. Te veel onkruid staat een gezonde en gesloten grasmat in de weg.
Het promotie-onderzoek van Daniel Hahn<
Daniel Hahn is voormalig greenkeeper en ook oud-topgolfer, hij speelde enkele jaren op de Pro Golf Tour. Hahn is in 2021 gepromoveerd aan Wageningen Universiteit als wetenschapper gespecialiseerd in turfgrass (‘sportgras’). Hij deed onderzoek naar pesticidevrij beheer van onkruid op golfbanen en doet daarvan verslag in zijn proefschrift Towards Strategies to Manage Weeds in Turf without Herbicides. Volgens Hahn vereist “onkruidcontrole zonder herbiciden” de volgende stappen:
- het doel van speeloppervlakken definiëren;
- drempelwaarden voor beheersmaatregelen vaststellen;
- beheerstrategieën ontwikkelen om de grasmat gesloten te houden;
- vroege opsporing van onkruidsoorten;
- alternatieve beheersmaatregelen zoals mechanische verwijdering of het ontwikkelen van ‘bioherbiciden’.
Als oprichter van Hahn Turf Agronomy zet hij zijn werk voort en maakt hij ook video’s over zijn onderzoeksveld. In een eerste video vroeg Hahn een tourprofessional of hij onkruid als een probleem ziet. Het is interessant om te zien welk effect klaver, madeliefjes en weegbree hebben op de ligging van de bal en een slag. In een tweede video vroeg Hahn aan Richard Wing, course manager van de Noordwijkse Golfclub, hoe hij onkruid aanpakt. Wing zegt onder meer: “Ik denk dat we als golfers toleranter moeten worden tegenover onkruid omdat we pesticiden laten varen, en dat gebeurt om de juiste redenen. Golf is bedoeld als een sport die in de natuur gespeeld wordt.”
Ga naar de hoofdpagina IPM als opvolger van de Green Deal Sportvelden.