Inhoud caddie

Duurzaamheid en golf in cijfers

De golfsport en duurzaamheid: hoe zit het?

1 Inleiding

Voor de Koninklijke Nederlandse Golf Federatie (NGF) is duurzaamheid al decennia een belangrijk speerpunt. In de jaarverslagen van de NGF is dan ook altijd bericht over de stappen op het gebied van duurzaam golf. Duurzaamheid is intussen zo’n belangrijk thema voor de samenleving geworden dat het jaarverslag van de NGF in de toekomst een apart duurzaamheidsverslag zal bevatten. De NGF zal in dat verslag niet alleen berichten over de vorderingen in duurzaam golfbaanbeheer maar ook over de duurzaamheid van de eigen organisatie (het federatiebureau en alle activiteiten van de NGF). Met de feiten en cijfers verzameld op deze pagina lopen we vooruit op dit duurzaamheidsverslag. 

Vervolg inleiding

In het toekomstige duurzaamheidsverslag wil de NGF aan de hand van data vooral een goed en transparant beeld geven van de verduurzaming van Nederlandse golfbanen. Dat mag verwacht worden van een sport die in de natuur gespeeld wordt en door zijn grote populariteit veel hectare in beslag neemt. Golf is met 420.000 spelers sport nummer 4 van Nederland en alle golfbanen beslaan gezamenlijk 10.765 hectare. Tegelijk is het toekomstige duurzaamheidsverslag een kans voor de NGF om een goed beeld te geven van de sport en van de positieve impact van golf. Data tonen bijvoorbeeld aan dat de golfsport een grote ecologische waarde voor heel Nederland heeft. Golf is daarmee niet een 'probleem' voor de natuur maar 'onderdeel van de oplossing'. Golf zet zich in voor de natuur en is een wapen in de strijd om de afname van de biodiversiteit te keren.

 

Het duurzaamheidsverslag dat in de toekomst zal verschijnen wordt gemaakt op vrijwillige basis, het is geen verplichting. Het verslag is geen poging tot ‘greenwashing’. Duurzaamheid in de golfsport kan hard gemaakt worden. Met de data die via het GEO-duurzaamheidsprogramma voor de golfsport verzameld worden, kan bewezen worden dat de golfsport verantwoordelijk omgaat met natuur en milieu en maatschappelijk verantwoord handelt. We rapporteren de voortgang in duurzaamheid op basis van feiten en cijfers, want communicatie over duurzaamheid moet transparant en controleerbaar zijn.

 

Er is nog veel werk aan de winkel. We moeten onze inspanningen met alle kracht voortzetten want er is een toenemende schaarste aan bronnen en als gevolg van klimaatverandering zijn er nieuwe en grote uitdagingen. De urgentie is hoog. Golfterreinen kunnen bovendien nog veel meer dan nu gebeurt bijdragen aan het welzijn van de samenleving, bijvoorbeeld door het natuurschoon te delen.

 

Maar er is in de afgelopen decennia ook al veel bereikt en dat verdient verteld te worden. Golf is in Nederland een toonaangevende sport op het gebied van duurzaamheid. Maar lang niet iedereen is daarvan op de hoogte. Door feiten en cijfers op een rij te zetten dragen we bij aan een belangrijk doel van het strategisch plan van de NGF: het heersende negatieve en onjuiste beeld van de golfsport veranderen.

 

Dat onjuiste beeld is kort gezegd dat alle golfbanen jaarrond donkergroen zijn door het gebruik van grote hoeveelheden landbouwgif, water en mest en dat ze exclusief voor een elitegroep beschikbaar zijn. Dit beeld is verre van juist. Golf is van alle Nederlandse sporten pionier op het gebied van duurzaamheid en het reduceren van de impact op het milieu. Golf is een sport die pro-actief handelt. Dankzij dit beleid, en omdat golfbanen grote terreinen vormen, is golf nu een onderdeel van de oplossing voor grote hedendaagse maatschappelijke problemen. Golfbanen leveren een positieve bijdrage door opvang en buffering van regenoverschot, CO2-absorptie, verkoeling en natuurontwikkeling. Dit zijn allemaal zaken waarvan de gehele samenleving profiteert maar waarvan lang niet iedereen in de samenleving weet heeft.

 

Het bieden van leefruimte voor planten en dieren, het vastleggen van koolstof: dit zijn zogeheten ecosysteemdiensten die golfbanen leveren. Ze zijn van waarde voor de golfbanen zelf maar ook voor de mensen in de omgeving van de golfbanen. Golfbanen leveren hiermee een bijdrage aan welzijn en welvaart buiten de baan. Dat is iets dat meer bekendheid verdient gezien de maatschappelijke druk op ruimtegebruik en kritische vragen over golfbanen.

 

Hoe duurzamer het beheer van golfbanen, hoe beter er voor de natuur gezorgd wordt, hoe meer ecosysteemdiensten golfbanen leveren. Daarom is het toe te juichen dat de Nederlandse golfclubs en -banen duurzaamheid hebben omarmd. En het verdient genoemd te worden dat de verduurzaming van golf – met als meest opvallende aspect natuurbescherming en -ontwikkeling – vrijwel volledig door de golfers zelf wordt gefinancierd. Want in tegenstelling tot vrijwel alle andere sporten zijn golfaccommodaties in bijna 100 pricent van alle gevallen in eigen beheer. Zowel de investeringen als de exploitatie komen uit de private sector.

 

Door te rapporteren over duurzaamheid willen we aantonen dat golfclubs goede rentmeesters zijn; ze beschermen niet alleen wat er al is maar spelen ook in op alle ecologische kansen die er zijn, met name biodiversiteitsontwikkeling en waterbuffering. Golf neemt zijn rol als rentmeester serieus, niet omdat ‘het moet’ maar op basis van een intrinsiek verantwoordelijkheidsgevoel. Golf is immers een gezonde buitensport in de natuur en door deze natuur duurzaam te beheren wordt ze sterker en mooier. En hoe natuurlijker een golfbaan is, hoe meer de golfers genieten van hun sportbeoefening. Duurzaam beheer – meewerken met de natuur – leidt bovendien tot structurele speelkwaliteit van de spelonderdelen: het kort gemaaide gras op golfbanen. Tegelijkertijd geeft de golfsport de biodiversiteit in Nederland een flinke steun in de rug en dat leidt tot meer maatschappelijk draagvlak. Duurzaam beheer is om die redenen een voorwaarde voor een gezonde exploitatie van golfbanen.

Tip
Gebruik de nationale cijfers in dit overzicht én de duurzaamheidscijfers van je eigen golfbaan voor gesprekken met je stakeholders.

2 De NGF en duurzaamheid 

In het kort: het ontstaan van golf in Nederland en de oprichting van de NGF. 

1889 In Den Haag wordt de eerste golfbaan van Nederland aangelegd.
1893 De oprichting van de eerste Nederlandse golfclub: The Hague Golf Club (de huidige Koninklijke Haagsche Golf & Country Club).
1912 De eerste editie van het Dutch Open, het Nederlands Internationaal Open Kampioenschap, nu het KLM Open.
1914 In 1914 richten vier clubs het Nederlandsch Golf Comité op, de voorloper van de NGF.
2023 De NGF vertegenwoordigt 269 golfclubs en ruim 220.000 golfers.

Klik hier voor een uitgebreid historisch overzicht van de golfsport in Nederland. 

Gerelateerde cijfers

Klik op ► voor meer informatie.

Het NGF-bestuur telt 8 leden van wie één volledig is toegelegd op duurzaamheid.

De Koninklijke Nederlandse Golf Federatie (NGF) heeft ten doel het bevorderen van de golfsport in al haar verschijningsvormen. Het NGF-bestuur volgt een strategisch plan om de golfsport op de lange termijn gezond te houden. Duurzaamheid is een van de strategische prioriteiten van de NGF. Het doel is een verduurzaming van de golfsport in al zijn facetten om hiermee het voortbestaan van golf op lange termijn te verzekeren (een ‘license to operate’ te verkrijgen). Dit tegen de achtergrond van schaarste aan bronnen, ruimteschaarste en klimaatverandering.

 

De NGF is lid van NOC*NSF en vertegenwoordigt alle golfverenigingen van Nederland. Dat waren er eind 2023 269. De golfclubs zijn de Leden. De federatie wordt geleid door het bestuur.

 

Het NGF-bestuur wordt ondersteund door commissies en het 'federatiebureau'. Op het bureau zijn professionals actief bezig met dienstverlening voor de Leden (de golfclubs), golfers, golfbanen, golfprofessionals en andere stakeholders. Het federatiebureau valt onder het NGF-bestuur en wordt aangestuurd door de NGF-directie. De bestuurs- en commissieleden van de NGF zijn vrijwilligers.

 

De NGF heeft 10 commissies waaronder een duurzaamheidscommissie.

De Commissie Duurzaam golf buigt zich over alle aspecten van duurzaamheid in golf en heeft nauw contact met het bestuurslid en de manager Duurzaam Golf.

 

De NGF telt 60 werknemers (59,8 fte) die zich inzetten voor golfclubs en stakeholders.

De NGF wordt ondersteund door het federatiebureau waar professionals actief bezig zijn met dienstverlening voor de Leden (de golfclubs), golfers, golfbanen, golfprofessionals en andere stakeholders. De NGF telde eind 2023 60 werknemers (49,8 fte), van wie 31 vrouwen en 29 mannen. Het Federatiebureau valt onder het NGF-bestuur.

 

Wat is de ecologische voetafdruk van de NGF?

De NGF zal op korte termijn voor de eerste maal de ecologische voetafdruk berekenen van de eigen bedrijfsvoering (scope 1) en de complete golfsector (scope 2 en 3; de golfaccommodaties zijn scope 2 en de golfspelers vormen scope 3). Deze nulmeting zal uitgevoerd worden door een extern bureau. Zo wordt duidelijk wat de uitgangspositie van de organisatie en de golfsport is; de nulmeting zal duidelijk maken op welke terreinen verduurzaming het meest effectief is. Op basis van de meting zal een aanscherping van de duurzaamheidsstrategie en een reductieplan opgesteld worden met daarin concrete doelstellingen om de voetafdruk te verkleinen. Alle afdelingen van de NGF krijgen een rol in de verduurzaming van de organisatie en alle activiteiten.

 

De nulmeting van de eigen organisatie (scope 1) en het daaropvolgende reductieplan zal zich richten op de volgende zaken.

 

  • Energie, gas en water
    De NGF is gevestigd in Utrecht. Hier deelt de NGF een kantoorgebouw (DeWeerelt van Sport) met onder meer vier andere sportbonden: de Koninklijke Nederlandse Hockeybond (KNHB), Nederlandse Ski Vereniging (NSkiV), het Watersportverbond en de Nederlandse Volleybal Bond (Nevobo). Het kantoorgebouw heeft energielabel A. Het verwarmen van het gebouw heeft een aandeel in de voetafdruk van de NGF. Dat geldt ook voor het drinkwatergebruik.
  • Afval
    Op dit terrein zijn de focuspunten scheiding van afval, voedselafval (verspilling voorkomen), plastic afval (minder gebruik van plastic) en restafval.
    Papier wordt gescheiden ingezameld, net als blikjes en batterijen. Er worden geen plastic bekers gebruikt.
  • Inkoop
    Inkoop betreft onder meer energie maar ook bijvoorbeeld catering (eten, drinken en andere zaken voor het bedrijfsrestaurant) en geschenken (bijvoorbeeld voor wedstrijdwinnaars of personeel).
  • Mobiliteit werknemers, bestuur en commissies
    De mobiliteit van NGF-medewerkers (zakelijk verkeer en woon-werkverkeer) in de vorm van leaseauto’s en eigen auto’s is een bron van CO2-uitstoot. Nog niet alle medewerkers met een leaseauto hebben een elektrische auto.
    Een ander punt is de mobiliteit van het bestuur en de commissies van de NGF. Het bestuur en de commissies bestaan volledig uit vrijwilligers. Het bestuur komt ongeveer eens per maand bijeen voor een vergadering, de commissies enkele keren per jaar.
    DeWeerelt van Sport, het kantoor waarin de NGF gevestigd is, beschikt op dit moment (eind 2023) over vier elektrische laadpunten. Om reizen per fiets aan te moedigen heeft het gebouw een eigen overdekte fietsenstalling.
  • Trainingen en uitzendingen van TeamNL-spelers
    De topamateurs in de Oranje-selecties (TeamNLGolf) trainen bijna elk weekend op The Dutch in Spijk. Twee keer per jaar, in de winter, wordt getraind op Monte Rei Golf & Country Club in Zuid-Portugal. Er wordt gekozen voor een baan in Zuid-Europa omdat banen in Noord-Europa in de winter niet de vereiste wedstrijdcondities voor topgolf bieden.
    Individuele selectiespelers en teams worden uitgezonden naar de belangrijkste kampioenschappen van Europa en het WK, in veel gevallen met één of twee begeleiders (coaches).
    De reizen per auto, bus en vliegtuig van TeamNLGolf hebben een aandeel in de voetafdruk van de NGF. In dit geval moet een balans gevonden worden tussen duurzaamheid en wat noodzakelijk is voor sportieve prestaties.
  • Organisatie van evenementen en wedstrijden
    De NGF organiseerde in 2023 twee grote golfevents: het Big Green Egg Open (Dutch Ladies Open) op de Hilversumsche Golf Club en de B-NL Challenge Trophy op de Twentsche Golfclub. Het Big Green Egg Open, een driedaags toernooi, werd bezocht door een kleine 4.000 toeschouwers van wie 42 procent vrouw. Bij de vierdaagse B-NL Challenge waren er ongeveer 1.200 bezoekers (de man-vrouwverhouding is niet bekend). Bij beide events zijn professionals en vrijwilligers werkzaam. Per event betreft het enkele tientallen professionals. Bij het Big Green Egg Open van 2023 waren er 178 vrijwilligers actief en bij de B-NL Challengevan 2023 waren dit er 91.
    De NGF organiseerde daarnaast in 2023, verspreid over het land, 30 wedstrijden voor topamateurs. Dit betrof voornamelijk NK’s. Het aantal deelnemers per wedstrijd varieert tussen de 16 en 80. Bij deze wedstrijden zijn enkele professionals en vrijwilligers werkzaam.
    In 2023 werkte de NGF op het gebied van jeugdgolf samen met Dutch Kids Golf. Dutch Kids organiseerde in 2023, verspreid over het land, 15 wedstrijden voor jeugdspelers met deelnemersvelden tussen de 10 en 40 kinderen. Bij deze wedstrijden zijn enkele professionals en vrijwilligers werkzaam.
    Nationale kampioenschappen en NGF-wedstrijden worden alleen georganiseerd op golfbanen die in het bezit zijn van het GEO-duurzaamheidscertificaat.
    De NGF wordt bij de events en wedstrijden bijgestaan door veel vrijwilligers. Bij het Ladies Open en de B-NL Challenge Trophy van 2023 waren tientallen vrijwilligers werkzaam. Bij het KLM Open, dat georganiseerd wordt door een andere partij, is de NGF coördinator van de vrijwilligers. Op het KLM Open zijn elk jaar ongeveer 1.000 vrijwilligers van golfclubs actief. In 2023 waren het er 929.
    Bij het onderdeel evenementen en wedstrijden zijn dit de belangrijke aandachtspunten:
    -mobiliteit: het aanmoedigen van deelnemers, publiek en vrijwilligers om duurzamer te reizen en de inzet van elektrische (tour)bussen als er transport wordt aanboden aan toeschouwers;
    -watergebruik: het creëren van watertappunten en deelnemers en publiek verzoeken om een eigen waterfles mee te nemen;
    -afval;
    -energievoorziening.
  • Plastic en paier: NGF-passen en print
    Tot eind 2023 heeft de NGF via de clubs plastic pasjes verstrekt aan geregistreerde golfers. Dat werden er elk jaar minder. Vanaf 2024 worden er geen plastic passen meer verstrekt.
    Een digitale pas is minder belastend voor het milieu dan een plastic kaartje. Dat is een van de redenen waarom de NGF begin 2019 de digitale pas heeft geïntroduceerd. Sindsdien is de plastic NGF-pas stap voor stap uitgefaseerd. In 2020 was het aantal plastic passen al gehalveerd. In 2021 werden er 35.000 plastic NGF-passen gemaakt en in 2022 30.000. In 2023, het laatste jaar van de fysieke pas, zijn er 6.250 plastic passen verstrekt. In 2018 waren het er nog ongeveer 375.000.
    Eerder al is een eind gekomen aan papieren publicaties. In 2020 is de NGF volledig overgestapt op digitale uitgaves en online media/communicatie. In de jaren voor 2020 was het aantal papieren publicaties al teruggebracht tot twee (het magazine GOLF.NL en de publicatie GolfMarkt).

 

Gerelateerde zaken

  • Gezondheid en veiligheid
    DeWeerelt van Sport is sinds mei 2023 een geheel rookvrij terrein.
    Medewerkers kunnen gebruik maken van een sportruimte met kleed- en doucheruimtes in het gebouw. Er worden gratis groepslessen (bijvoorbeeld fitness en yoga) aangeboden.
    DeWeerelt van Sport heeft een bhv-organisatie die bestaat uit medewerkers van de verschillende bonden die werkzaam zijn in het kantoorgebouw. De werkwijze ten aanzien van eerste hulp, brand en ontruimingen is vastgelegd in een bhv-plan.
    Sinds juli 2022 is er een Regeling ongewenst gedrag voor alle medewerkers van DeWeerelt van Sport. Er zijn twee externe vertrouwenspersonen.
    Het arbobeleid bij de NGF wordt opgesteld in samenwerking met de ondernemingsraad (OR). De NGF heeft sinds mei 2021 een OR.
    In het bedrijfsrestaurant is er dagelijks een gezond en gevarieerd aanbod aan maaltijden.
  • Diversiteit en inclusiviteit
    De NGF hecht groot belang aan diversiteit en inclusie in alle onderdelen van de organisatie. Dat betreft aspecten zoals de man-vrouwverhouding, leeftijd en achtergrond.
  • Maatschappelijke betrokkenheid
    In het bedrijfsrestaurant werken mensen met een beperking. Zij worden geselecteerd door Abrona. Dit is een organisatie die gespecialiseerde ondersteuning biedt aan volwassenen met een verstandelijke beperking in en rond de provincie Utrecht.
  • Goede doelen
    De NGF zamelt jaarlijks geld in voor een goed doel. Dat gebeurt bij grote events zoals het Dutch Ladies Open en bij het NGF Familietoernooi. In 2023 was het goede doel Plan International. Aan het eind van het jaar is een bedrag van 9.210 euro overgemaakt aan Plan International. In de periode daarvoor (van 2016 tot en met 2019 en in 2021 en 2022) werd geld ingezameld voor het Jeugdfonds Sport & Cultuur. In 2022 is ruim 32.000 euro ingezameld voor het fonds, in 2021 ruim 20.000 euro, in 2019 ruim 18.500 euro en in 2018 ruim 21.000.
Wat zijn uitdagingen en doelstellingen?

In de inleiding is al aangegeven dat de NGF een nulmeting zal laten uitvoeren. De nulmeting betreft de ecologische voetafdruk van de eigen organisatie (scope 1), de NGF-Leden/de sector (scope 2) en de golfers (scope 3). Op basis van de uitkomsten van de nulmeting zal de NGF een aanscherping van de duurzaamheidsstrategie en reductieplan opstellen voor de eigen organisatie met daarin concrete doelstellingen om de voetafdruk te verkleinen.

 

In het NGF-jaarplan van 2024 is aangekondigd dat het Dutch Ladies Open van 2024 verder verduurzaamd wordt. De NGF streeft ernaar dat het Dutch Ladies Open vanaf 2025 een GEO-gecertificeerd golfevenement is. De stappen die gezet worden op het gebied van toernooiorganisatie en duurzaamheid worden opgenomen in de communicatie en marketing rondom de evenementen.

 

Voorts richten onze inspanningen zich op de volgende hoofdzaken.

 

  • Het optimaliseren van de ecologische waarde van golf door verdere verduurzaming.
    Een onderdeel hiervan is het benutten van het biodiversiteitspotentieel oftewel meer biodiversiteit op de Nederlandse golfbanen.
    Een tweede onderdeel is dat elke golfbaan op termijn CO2-neutraal (‘netto nul’) wordt en zo mogelijk ook CO2-positief.
    Een derde onderdeel is waterbesparing: een afname van grond- en oppervlaktewateronttrekking door golfbanen.
  • Bewustzijn bij golfclubs en banen creëren dat duurzaam golfbaanbeheer zakelijke kansen biedt en tot een stabiele economische gezondheid leidt.
  • Meer communicatiemiddelen aan clubs beschikbaar stellen om gezamenlijk meer golfers bewust te maken van het belang van duurzaam golfbaanbeheer en wat dit betekent voor golfbanen: ‘managing expectations’. Duurzaam beheerde golfbanen kleuren met de seizoenen mee en spelen anders dan het stereotype golfbaan (donkergroen, overbemest, overberegend).
  • Meer golfers aanzetten om zelf ook duurzaam te handelen, via GOLF.NL maar ook via clubs (met communicatiemiddelen die door de NGF aan clubs beschikbaar worden gesteld). Golf heeft een enorm grote achterban van 420.000+ beoefenaars. Hoe meer zij bewust zijn van het belang van duurzaamheid en duurzaamheid omarmen, hoe beter dat is voor onze samenleving.
  • Het imago van golf onder golfers én niet-golfers verbeteren door het publiek bewust te maken van de positieve impact van golf. De middelen hierbij zijn bewustwordingscampagnes, het platform GOLF.NL en communicatiemiddelen die door de NGF aan clubs beschikbaar worden gesteld.

 

3 De golfsector en duurzaamheid

Golf heeft een grote positieve impact op de samenleving, zowel op ecologisch, sociaal en economisch gebied. Hieronder staan feiten en cijfers die de duurzaamheid van golf in Nederland weergeven.

Duurzaam golf tot nu toe

Voor de NGF is duurzaamheid al decennia een belangrijk speerpunt. Deze tijdlijn geeft dat goed weer.
  • 1992 De NGF publiceert ‘Beheersplan Golfbanen’, een model-beheerplan met richtlijnen voor golf- en natuurbeheer met als doel professionalisering van golfbaanonderhoud. Het beheersplan omvat alle maatregelen die nodig zijn om de golfbaan en de landschappelijke en natuurlijke waarden duurzaam in stand te houden en bevordert een planmatige aanpak van golfbaanbeheer.
  • 1994 In dit jaar zet de NGF een cultuuromslag in gang met de introductie van het Europese programma Committed to Green dat golfbanen ondersteunt bij duurzaam beheer. Natuur- en milieuvriendelijk beheer op een golfbaan wordt bekrachtigd door het CtG-certificaat.
  • 1996 Publicatie ‘Handboek Natuur op Golfbanen’.
  • 1999 De eerste NGF Birdwatching Day. Dit is een jaarlijkse activiteit waarbij golfers onder leiding van een deskundige het aantal vogelsoorten op golfbanen tellen.
  • 2003 Publicatie ‘Handleiding Committed to Green’.
  • 2007 Publicatie ‘Een golfbaan natuurlijk! De bijdrage van golfbanen aan de ontwikkeling van natuur, landschap en recreatief medegebruik’ inclusief publicatie ‘Ruim baan voor de bal?!’ (richtlijnen voor golfclubs, gemeentes en provincies omtrent natuurontwikkeling op en recreatief medegebruik van golfbanen).
  • 2010 Committed to Green wordt in omgezet naar GEO/OnCourse en certificering door de GEO Foundation.
  • 2011 De NGF wordt versterkt met een manager, Joris Slooten, die de helft van zijn tijd aan het speerpunt duurzaam beheer besteedt.
  • 2011 Publicatie ‘Droge voeten, duurzame golfbanen - leidraad waterkansen op golfbanen’, in samenwerking met onder meer de Unie van Waterschappen en Wageningen Universiteit & Research. Deze leidraad behandelde de waterproblematiek en waterkansen op golfbanen.
  • 2014 Oprichting van de Golfalliantie, een samenwerkingsverband tussen de NGF, Nederlandse Vereniging van Golfaccommodaties (NVG) en Nederlandse Greenkeepers Associatie (NGA), om gezamenlijk de duurzaamheidstransitie in goede banen te leiden.
  • 2014 Publicatie ‘Biodiversiteit op golfbanen: welke bijdrage kunnen golfbanen leveren om de biodiversiteit te vergroten?’
  • 2015 De NGF neemt een gediplomeerde agronoom in dienst, Niels Dokkuma, die zich volledig toelegt op het thema duurzaamheid en agronomie.
  • 2015 De NGF en Vogelbescherming Nederland gaan samenwerken om golfbanen zo vogelvriendelijk te maken. De NGF publiceert in samenwerking met Vogelbescherming Nederland het handboek ‘Vogels en golfbanen’.
  • 2017 Publicatie van de brochure ‘De Wet natuurbescherming op golfbanen’.
  • 2018 Agronoom Niels Dokkuma wordt manager Duurzaam beheer, Joris Slooten wordt vervangen door een adviseur duurzaamheid en agronomie (Koert Donkers).
  • 2018 Start van de campagne ‘Geel is het nieuwe groen’ om te stimuleren dat golfbanen bewuster omgaan met schaars beregeningswater en om draagkracht te kweken bij golfers.
  • 2018 In opdracht van de NGF voert Ecorys een onderzoek uit naar de waarde van de golfsport. Hierbij wordt ook de ecologische waarde van golf in kaart gebracht.
  • 2018 Vanaf dit jaar worden nationale kampioenschappen en NGF-wedstrijden alleen nog maar georganiseerd op golfbanen die het GEO-duurzaamheidsprogramma doorlopen. De NGF ‘neemt deze stap om golfclubs te stimuleren hun banen duurzaam te beheren.
  • 2019 Water wordt een beleidsprioriteit bij de Nederlandse Golf Federatie.
  • 2020 Ondertekening van de Routekaart Verduurzaming Sport door onder meer de sportbonden en het ministerie van VWS. Hierin staat hoe de rijksoverheid, sport en gemeenten ambities uit het klimaatakkoord en Sportakkoord in de praktijk zullen gaan brengen.
  • 2022 Publicatie adviesrapport ‘Waterbeheer golfaccommodaties - De mogelijkheden van subsidies en fondsen’.
  • 2022 Adviseur duurzaamheid en agronoom Koert Donkers wordt vervangen door een adviseur duurzaam beheer/ecoloog: Louise Bienfait.
  • 2023 Publicatie ‘Duurzaam waterbeheer - een handreiking’.
  • 2023 Publicatie ‘Biodiversiteitsontwikkeling op golfbanen: praktische handvatten’.
De NGF heeft 2 medewerkers in dienst die golfbanen ondersteunen bij verduurzaming.

Het betreft Louise Bienfait (adviseur Duurzaam beheer/ecoloog) en een senior adviseur Duurzaam beheer. (Tot mei 2024 werd deze rol vervuld door adviseur/agronoom Niels Dokkuma, in de zomer van 2024 zal een opvolger aangesteld worden.) Onder leiding van teammanager Alexander Renders adviseert het team golfclubs en -banen. Ook organiseert het team jaarlijks een aantal voorlichtingsbijeenkomsten, workshops en masterclasses op het gebied van duurzaam beheer.

 

Duurzaamheidscommunicatie en -marketing B2B.

Voor duurzaamheidscommunicatie en -marketing gericht op golfbaanbeheerders zet de NGF onder meer de website ngf.nl in. Onder het begrip golfbaanbeheerder valt iedereen die betrokken is bij golfbaanbeheer, met name directeuren, bestuurders, (hoofd)greenkeepers, leden van GEO- en baancommissies, club- en baanmanagers en aannemers. Communicatie geschiedt ook via een periodieke nieuwsbrief en voorlichtingsbijeenkomsten, workshops en masterclasses op het gebied van duurzaam beheer. In 2023 zijn negen bijeenkomsten georganiseerd:

 

  • Seminar 'Strategisch en tactisch golfbaanbeheer', september 2023 in de week van het Big Green Egg Open van 2023
  • 3 regionale workshops 'Biodiversiteit en de natuurkansenkaart', herfst 2023
  • Workshop Water & biodiversiteit, juni 2023, een bijeenkomst georganiseerd in samenwerking met Nationaal Park Hollandse Duinen
  • Duurzaam beheer-seminar, mei 2023 in de week van het KLM Open
  • Workshop Duurzaam waterbeheer, mei 2023, in de week van de B-NL Challenge Trophy
  • Workshop ‘Brabant, water & golfbanen’, februari 2023
  • Workshop ‘Geel is het nieuwe groen’ op het Nationaal Golf Congres, februari 2023

 

Duurzaamheidscommunicatie en -marketing B2C

Voor duurzaamheidscommunicatie en -marketing gericht op golfers zet de NGF het platform GOLF.NL in.

 

Duurzaam beheer van de golfbanen speelt een grote rol in de marketingstrategie van de NGF, bijvoorbeeld in de meerjarige campagne Welcome to the club die in 2023 is begonnen. De marketingstrategie heeft als doel om meer jongeren en meer vrouwen voor golf te winnen. De NGF houdt jaarlijks een imago-onderzoek onder golfers én niet-golfers en daaruit blijkt dat het buiten sporten in de natuur als heel belangrijk wordt ervaren. Dat wordt dan ook benadrukt in het beeld van golf dat gebruikt wordt in de marketingstrategie.

 

De belangrijkste doelgroep in de strategie is de leeftijdscategorie 25 tot 50 jaar. Uit NGF-enquêtes en andere onderzoeken blijkt dat deze groep bewust bezig is met duurzaamheid, ook als het gaat om het kiezen van merken en producten. Het is daarom belangrijk om vooral jongere golfers en niet-golfers bewust te maken van het feit dat duurzaamheid hoog in het vaandel staat bij de NGF en Nederlandse golfbanen.

 

De marketingstrategie is erop gericht te laten zien hoe groen de golfsport al is, zonder te ontkennen of te negeren dat golf op duurzaamheidsgebied nog meer stappen moet zetten. De boodschap dat golf veel ‘groener’ is dan men denkt (veel duurzamer dan men denkt) is onderdeel van de imagoverandering die de NGF met de campagne Welcome to the club probeert te bereiken.

 

Wat zijn opvallende uitkomsten van het jaarlijkse imago-onderzoek?

In 2021, 2022 en 2023 heeft de NGF een imago-onderzoek laten uitvoeren door het bureau Validators. Bij dit onderzoek wordt onder duizenden golfers en niet-golfers gepeild hoe ze denken over golf. In 2023 ging het om een groep van ongeveer 7.000 mensen. Ook de mening van golfers en niet-golfers over duurzaamheidsaspecten wordt gepeild.

 

Op de vraag “Wat is de belangrijkste reden (wat zijn de belangrijkste redenen) dat je golf speelt?” wordt het antwoord “om in de buitenlucht te zijn” het vaakst aangevinkt. (Andere keuzes zijn: “om me gezond en fit te voelen”; “om mijn vrienden/clubgenoten te zien”; “om beter te worden in golf”; “om met zakenrelaties te kunnen spelen”; “om te ontstressen”; “om met mijn partner te zijn”; “om met mijn gezin te zijn”; “omdat het me een ontspannen gevoel geeft”; “om mezelf uit te dagen”; “omdat het gezellig is”; open antwoord in invoerveld.)

 

  2022  2023 2024 
"Om in de buitenlucht te zijn”
als belangrijkste reden om te golfen
93% 94% 91%

 

Een onderzoek uit 2023 bevestigt dit. Dit zijn de hoofdredenen waarom men golf speelt: 1 fysieke beweging, 2 het sociale aspect, 3 natuurbeleving.

 

Het jaarlijkse imago-onderzoek maakt duidelijk dat golfers een ander beeld van golf hebben dan niet-golfers.

 

In open toelichtingen op meerdere vragen vullen golfers heel vaak in dat ze golf associëren met “buiten zijn” en “in de natuur zijn”. Bij niet-golfers is dat nauwelijks het geval.

 


2022  2023  2024 
"Buiten zijn" en "in de natuur zijn"
als spontane associatie bij golfers
79% 77%  67% 
"Buiten zijn" en "in de natuur zijn"
als spontane associatie bij niet-golfers
19% 15%  19% 

 

Veel golfers zijn het eens met de stelling “Golf is groen”, niet-golfers zijn het veel minder vaak eens met deze stelling.

 

  2022 2023  2024
"Golf is groen" onder golfers 78% 77% 72%
"Golf is groen" onder niet-golfers
48% 42% 48%

 

Veel golfers zijn het eens met de stelling “Golf schaadt de natuur niet”, niet-golfers zien dat heel anders.

 

 

 

2022  2023  2024 
"Golf schaadt de natuur niet" onder golfers 69% 69%  67% 
"Golf schaadt de natuur niet" onder niet-golfers 29% 26%  28%

 

Veel golfers zijn het eens met de stelling “Golf is één zijn met de natuur”, niet-golfers zien dat heel anders.

 

  2022 2023 2024 
"Golf is één zijn met de natuur" onder golfers 68% 67% 64%
"Golf is één zijn met de natuur" onder niet-golfers 28% 30% 29%

 

Validators is een Nederlands onderzoeksbureau met veel expertise in kwantitatief imago-onderzoek.

 

Hoe golf en natuur hand in hand gaan en de rol die de NGF hierbij speelt.

Golf en natuur gaan vanouds hand in hand: de sport wordt gespeeld in de natuur.

 

  • Voor de Tweede Wereldoorlog werden de meeste golfbanen ingepast in bestaande natuurgebieden met belangrijke ecologische waarden, zoals duinlandschappen en heidegebieden. De natuur waarin gespeeld wordt, is een grote aantrekkingskracht op zich. En de natuurlijke terreinomstandigheden op deze golfbanen vormen hindernissen die het spel uitdagend maken.
    Wanneer een golfbaan wordt ingepast in een natuurgebied bestaat het theoretische gevaar dat aanleg en beheer negatieve effecten hebben op natuur en milieu. In de praktijk hebben golfbanen die zijn aangelegd in natuurgebieden dankzij verantwoord beheer veelal hogere natuurwaarden dan het natuurgebied rondom de golfbaan.
  • Na de Tweede Wereldoorlog zijn de meeste golfbanen aangelegd op landbouwgrond, in polders en op vuilnisbelten. In deze gevallen wordt de aanleg van een golfbaan gecombineerd met het creëren van natuur met als doel om de baan aan te kleden en het spel even uitdagend en aantrekkelijk te maken als op een golfbaan in een bestaand natuurgebied. Op golfbanen aangelegd op landbouwgrond, op weilanden, in polders en op vuilnisbelten is sprake van een grote toename van natuur- en landschappelijke waarden. In het algemeen is de biodiversiteit op de nieuwe golfterreinen hoger dan in het omliggende landschap.

 

Voor oude en nieuwe golfbanen geldt dat ze zich om verschillende redenen goed lenen voor biodiversiteitsontwikkeling. Golflocaties nemen relatief veel ruimte in maar het karakter van de sport is extensief en slechts een beperkt deel van het terrein is direct betrokken bij het spel. Nieuwe golfbanen zijn in het algemeen aangelegd in stedelijke uitloopgebieden. Door het beheer af te stemmen op de omliggende natuur, dragen ook de nieuwe golfbanen bij aan het verbinden van natuurgebieden in Nederland. Zo vormen alle golfbanen in Nederland belangrijke ‘stepping stones’ voor flora en fauna, stapstenen tussen andere natuurgebieden en parken.

 

Op de gemiddelde golfbaan is de verhouding natuurlijk-manicuur ongeveer 60-40% en een groot deel van die 60% is ecologisch zeer interessant. De ecologische mogelijkheden zijn sterk afhankelijk van het landschap en oppervlak waarin de baan is aangelegd. Vanuit ecologisch oogpunt is een zo groot mogelijk oppervlak gewenst. Dit is het gevolg van het feit dat de oppervlakte die nodig is voor het golfspel weinig varieert. Het resterende deel van het terrein kan natuurlijk worden ingericht. De natuurlijke ruigtes zijn belangrijk voor biodiversiteit. De golfbaan moet onderdeel zijn van de natuur, en niet andersom.

 

Voor behoud en ontwikkeling van natuurwaarden op golfbanen is verantwoord en regelmatig beheer vereist. Golfclubs nemen die verantwoordelijkheid en garanderen op die wijze continuïteit op de lange termijn.

 

Juist omdat golf in de natuur gespeeld wordt, zijn golfclubs al sinds de opkomst van de sport intrinsiek gemotiveerd om de natuur op hun terrein te beschermen. Ook de NGF heeft die motivatie: golf is gast in natuurlijke landschappen. Toen de vraag naar golfbanen na de Tweede Wereldoorlog toenam, heeft de NGF in toenemende mate een belangrijke rol gespeeld bij het bepalen van waar en hoe golfterreinen werden aangelegd. Dat vertaalde zich ook in richtlijnen voor de aanleg en het beheer van natuur op nieuwe golfbanen.

 

Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw is actief gestuurd op instandhouding, ontwikkeling en versterking van de natuurwaarden op golfbanen. Verantwoord beheer werd vanaf dat moment onder meer aangemoedigd door het beschikbaar stellen van een model-beheersplan. In de jaren daarna volgden handboeken, onderzoeksrapporten, workshops en masterclasses om natuurontwikkeling te stimuleren.

 

De coördinerende en leidende rol van de NGF was gewenst en van groot belang door de grote vraag naar golfbanen en de komst van milieuwetgeving; er werden strikte voorwaarden gesteld aan de gevolgen die de aanleg van golfbanen voor het milieu hebben. De verantwoordelijke houding van de golfsport had op z’n beurt een positieve invloed op de attitude van verschillende overheden bij de beoordeling van plannen om golfbanen aan te leggen. De overheden ontdekten dat golfbanen, mits zorgvuldig aangelegd en beheerd, een waardevolle bijdrage leveren aan natuurontwikkeling.

 

In de afgelopen decennia heeft de NGF ingezet op een transitie van goed rentmeesterschap naar uitmuntend rentmeesterschap. Het is zaak om de ecologische potenties van elke golfbaan optimaal te benutten. Hoe hoger de biodiversiteit op een golfbaan is, hoe meer natuurlijke vijanden er zijn die plagen en ziekten kunnen voorkomen. Met meer biodiversiteit worden golfbanen ook aantrekkelijker en heeft golf een extra meerwaarde voor de samenleving - en daardoor meer maatschappelijk draagvlak. De focus op biodiversiteitsontwikkeling gaat gepaard met stappen op het gebied van duurzaam beheer waardoor de natuur beter gedijt: een laag bemestingsniveau, alleen beregening als het nodig is om de grasplant in leven te houden en het afbouwen van pesticidengebruik.

 

Veel golfclubs hebben de handschoen opgepakt en richten zich actief op het vergroten van de ecologische waarde van hun terrein. De NGF ondersteunt biodiversiteitsontwikkeling met kennis en advies, vooral het advies om een ecoloog bij de hand te nemen.

 

Voor de grote groei van de golfsport in Europa en de erkenning van de belangen van natuur en milieu ontstond de behoefte aan een gecoördineerde aanpak van natuur- en milieubeheer op golfbanen. De NGF heeft dat in 1994 vormgegeven met de introductie van het Europese programma Committed to Green. Dit programma is ontwikkeld met financiële ondersteuning van de Europese Commissie. Het CtG-programma, later omgezet naar GEO/OnCourse en certificering door de GEO Foundation, stimuleert golfbaanbeheerders bewust om te gaan met natuur en milieu. Na het doorlopen van het programma kan internationale certificering door GEO worden aangevraagd. OnCourse/GEO is een succesvolle methode gebleken om golfbanen te betrekken bij natuur- en milieuaspecten.

 

Zo gaan golf en natuur anno 2023 steeds harmonieuzer hand in hand. Golf is van waarde voor de biodiversiteit, een gezondere leefomgeving en het klimaat. Inventarisaties van golfclubs tonen de vaak zeer hoge natuurwaarden aan op Nederlandse golfbanen. Golf en natuur versterken elkaar: golf kan veel natuur betekenen en andersom geldt hetzelfde. Natuurvriendelijk en milieubewust beheerde golfterreinen bieden aantrekkelijke omgevingen voor golfers. Ze bevorderen ook de beeldvorming van golf als een ‘groene’ sport, hoewel het beeld van golfbanen bij niet-golfers maar heel langzaam verandert. Het streven is een imago dat recht doet aan de positieve impact van de sport.

 

Duurzaamheid vereist sterke partnerschappen. Wie zijn de partners van de NGF?

In 2014 is onder de naam Golfalliantie een samenwerkingsverband ontstaan tussen de Nederlandse Golf Federatie, Nederlandse Vereniging van Golfaccommodaties (NVG) en Nederlandse Greenkeepers Associatie (NGA). Een van de doelen van de samenwerking is om gezamenlijk de duurzaamheidstransitie in goede banen te leiden.

 

De NGF werkt sinds 2015 samen met Vogelbescherming Nederland met als doel om golfbanen zo vogelvriendelijk te maken. Bij de start van de samenwerking is een publiekscampagne gehouden onder de naam ‘Golfers love birdies’. Ook is een handboek voor golfbaanbeheerders samengesteld: ‘Vogels en golfbanen – een leidraad voor vogelvriendelijk golfbaanbeheer’.

 

In 2018 is de Nationale Bijenstrategie ondertekend, een reddingsplan voor bijen en andere bestuivende insecten. Natuurbeschermingsorganisaties, land- en tuinbouworganisaties, het bedrijfsleven en de overheid hebben de handen ineen geslagen om de massale terugloop van bijensoorten een halt toe te roepen. Ook de NGF is partner van de Nationale Bijenstrategie.

 

Door de jaren heen heeft de NGF geregeld overleg met de Unie van Waterschappen. Ook wordt er overleg gepleegd met hoogheemraadschappen, Staatsbosbeheer en nationale parken. Voorts werkt de NGF samen met Wageningen Universiteit & Research op het gebied van onderzoek, publiek-private samenwerkingen en publicaties voor golfbaanbeheerders.

 

Op internationaal niveau moet genoemd worden de samenwerking met de GEO Foundation for Sustainable Golf en de duurzaamheidsafdelingen van de EGA (Europese Golf Associatie) en de R&A (een overkoepelende internationale golforganisatie). Met de R&A heeft de NGF in 2020 het document Golf Course 2030 Netherlands opgesteld. GOLF Course 2030 is een mondiaal programma van de R&A dat in 2018 is gelanceerd. Het programma ondersteunt de golfindustrie bij het inspelen op uitdagingen en kansen die gepaard gaan met klimaatverandering, de schaarste aan hulpbronnen en strengere regelgeving – om op deze wijze een optimale conditie en speelbaarheid van golfbanen voor huidige en toekomstige generaties te garanderen. Golf Course 2030 is een routekaart voor de golfsector die ook zaken als biodiversiteit, de lokale gemeenschap en recreatief medegebruik van golfterreinen adresseert. Een onderdeel van Golf Course 2030 is financiële ondersteuning voor internationale onderzoek- en innovatieprojecten. In het najaar van 2022 hebben de EGA, R&A en de Golf Environment Organization (GEO) een brief geschreven aan de Europese Unie om een compromis te vinden voor het duurzaam gebruik van pesticiden op golfbanen. De NGF heeft deze brief mede ondertekend.

 

De toekomst

Omdat de golfsector duurzaamheid vroeg omarmd heeft, is de branche goed voorbereid op de toekomst. 

2025 Uiterlijk in 2025 zijn alle sportclubs en -evenementen rookvrij. Dit hebben NOC*NSF, de sportbonden en het ministerie van VWS vastgelegd in het Nationaal Preventieakkoord. Hierdoor bieden sportaccommodaties een nog gezondere omgeving. Op veel golfbanen is er nu al een algeheel rookverbod of is het rookbeleid strenger dan wettelijk vereist.
2030 De sportsector heeft als doelstelling dat in 2030 op alle Nederlandse sportaccommodaties 49 procent CO2-reductie gerealiseerd is. De doelstelling is gerelateerd aan het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015.
2050 De sportsector heeft als doelstelling dat in 2050 alle sportaccommodaties CO2-arm zijn. Dat betekent een CO2-reductie van 95 procent reductie ten opzichte van 1990. De doelstelling is gerelateerd aan het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015.

Diversiteit en inclusie

Bij een deel van de bevolking bestaat nog steeds het beeld dat golf een elitaire sport is. Maar golf werd in Nederland in de jaren tachtig van de vorige eeuw langzaam maar zeker een volksport. Er zijn nu golfbanen voor elke portemonnee en golf trekt mensen van alle leeftijden en achtergronden. Golf is aantrekkelijk omdat het een combinatie is van mentale en lichamelijke inspanning waarbij het niet louter draait om kracht en souplesse. Met creativiteit en ervaring kun je ook een goede prestatie leveren. Golf is moeilijk maar bijna iedereen kan golf leren, ook mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Mensen met een beperking die golf oppakken, ervaren vaak een aanzienlijke verbetering van hun fysieke en mentale gezondheidstoestand. Veel golfclubs bieden programma’s aan voor mensen met een beperking. De NGF ondersteunt initiatieven van clubs en organisaties die als doel hebben de golfsport toegankelijk te maken voor mensen met een fysieke of verstandelijke beperking. Meer hierover is te lezen in het hoofdstuk De sociale waarde van golf.

Gerelateerde cijfers

Er zijn 269 golfclubs aangesloten bij de NGF.

In de periode 2013-2022 is het aantal sportverenigingen in Nederland gedaald. Dat geldt niet voor golfverenigingen. Het aantal golfclubs ligt de laatste jaren stabiel rond de 270. Eind 2023 waren er 269 golfclubs. Deze zijn onder te verdelen in:

 

  • 254 ‘clubs met gras’. Dit zijn NGF-Leden of kandidaat-Leden die gebonden zijn aan één vaste gekwalificeerde golfbaan.
  • 15 ‘clubs zonder gras’. Dit zijn clubs die gebonden zijn aan geen of meer dan één gekwalificeerde golfbaan.

 

Een gekwalificeerde golfbaan is een golfbaan die voldoet aan de criteria gesteld in de NGF-statuten en het huishoudelijk reglement. Dat houdt onder meer in dat de baan een course en slope rating heeft. Dat betekent dat golfers er ronden kunnen spelen die meetellen voor hun handicap.

 

Er zijn 420.000+ golfers. Golf is sport nummer 4 van Nederland.

Er waren eind 2023 ruim 420.000 geregistreerde golfers in Nederland, 2.000 meer dan een jaar eerder. Dit betekent dat ongeveer 2,35% van alle Nederlanders golf speelt. Met 420.000 beoefenaars is golf sport nummer 4 van Nederland, na voetbal, tennis en vissen.

 

In 1990 waren er in Nederland 50.000 golfers. In 2010 was het aantal toegenomen tot 360.000.

 

In de Rapportage Sport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (2018) werd gesteld dat de gemiddelde golfclub 800 leden telt. Dit getal klopte toen en nu niet. Met ruim 420.000 golfers en 269 clubs in 2023 is het gemiddelde aantal leden per club 1.561. Maar om een goed beeld van de werkelijke situatie te krijgen, moet men onder meer weten dat de grootste ‘club zonder gras’ meer dan 55.000 leden heeft en de kleinste clubs zonder gras enkele tientallen leden. Voor clubs met gras geldt dat een club met een 9-holes baan meestal rond de 500 leden heeft en een club met een 18-holes baan rond de 1.000 leden.

 

Golf kun je spelen van 4-jarige tot 104-jarige leeftijd.

Golf is een sport voor iedereen omdat je de sport vanaf jonge leeftijd tot op zeer hoge leeftijd kunt beoefenen. Men kan met de sport beginnen als men vier is maar ook als men de 50 is gepasseerd. Mensen van 90+ die nog steeds geregeld golf spelen, zijn geen uitzondering.

 

Het is een sport voor jeugd, volwassenen en ouderen. Golf is mede daarom ook een ideale familiesport. Maar omdat golf tot op hoge leeftijd gespeeld kan worden, is de gemiddelde leeftijd van golfers ook hoog: 54,53 jaar (peildatum 1 april 2024). Het percentage senioren onder golfers is hoger dan in andere balsporten, want bijvoorbeeld hockey of voetbal kun je maar tot een bepaalde leeftijd doen.

 

68% van de golfers is man, 32% is vrouw.

In Nederland is 31,9 procent (peildatum 1 april 2024) van alle golfers vrouwelijk. Van alle Europese landen heeft Nederland na Duitsland het hoogste aantal vrouwelijke geregistreerde golfers.

 

In Nederland is golf vanaf het begin een sport voor mannen en vrouwen geweest, maar het percentage mannelijke golfers is altijd hoger geweest dan het percentage vrouwen. In de meeste andere landen is het percentage vrouwelijke golfers lager dan in Nederland. In Europa is het percentage vrouwen alleen hoger dan 32 procent in de landen Oostenrijk, Liechtenstein, Duitsland, Zwitserland, Estland, IJsland, België en Luxembourg. De percentages variëren in die landen tussen de 38 en 33 procent.

 

Ook al is 32 procent in verhouding ‘goed’, het is een belangrijk doel van de NGF dat het percentage vrouwelijke golfers stijgt. Ook is het een doel dat meer jongeren de golfsport ontdekken. Deze doelen zijn geformuleerd in het strategisch plan van de NGF.

 

Het doel om het percentage vrouwelijke golfers te verhogen, is niet eenvoudig te realiseren. Er zijn in 2023 2.000 golfers bijgekomen. Ook veel mannen en daarom is de verhouding man-vrouw onder alle golfers in 2023 niet gewijzigd. Het doel wordt wel gerealiseerd bij de NGF-producten Golfstart en Probeer Golf, daar zijn de percentages vrouwen hoger dan 32 procent (53 procent vrouw bij Golfstart in 2023 en 47 procent vrouw bij Probeer Golf in 2023). Voor meer informatie, bekijk de pagina Statistieken golfers en lidmaatschappen 2023.

 

3a De ecologische impact van golf

Bij duurzaamheid gaat om een balans tussen de ecologische, sociale en economische gevolgen van wat men doet. In dit hoofdstuk behandelen we de ecologische impact van de golfsport, zowel de negatieve als de positieve impact. Omdat de golfsport al jarenlang data bijhoudt via de online tool OnCourse Nederland van het GEO-certificeringsprogramma is het mogelijk om betrouwbare cijfers te presenteren en uitspraken te doen. De ecologische impact van golf is een belangrijk vraagstuk want de 248 golfbanen in Nederland beslaan samen veel grond: 10.765 hectare. Mede dankzij het GEO-programma dat golfbanen ondersteunt bij duurzaam beheer worden de ecologische cijfers van de golfsport elk jaar beter en is de algemene conclusie positief. Het gebruik van water, mest en pesticiden op de golfterreinen neemt af en golf heeft een grote ecologische waarde omdat de sport bijdraagt aan behoud en ontwikkeling van biodiversiteit.

Golf verandert

Een belangrijk gegeven is dat golf aan het veranderen is. Golf wordt tegenwoordig gespeeld in verschillende settings; het aanbod wordt steeds diverser.

De sport wordt vooral gespeeld op een zeer divers aanbod aan traditionele golfbanen in de buitenlucht, klein en groot, kort en lang. Maar waar het vroeger normaal was om 18 holes te spelen, wat zo’n 3 tot 5 uur tijd kost, spelen de meeste mensen nu 9 holes, wat 1 tot 2,5 uur duurt.

Er zijn in Nederland en andere landen ook ‘off-course’ faciliteiten zoals indoor golfcentra waar geoefend kan worden en waar men bekende (inter)nationale banen kan spelen op een simulator. Er zijn ook simulatorwedstrijden waarbij golfers online tegen elkaar spelen.

Bijna elke golfbaan heeft een drivingrange, een plaats waar golfers lange slagen kunnen oefenen. De golfer staat in de buitenlucht, maar in veel gevallen onder een overkapping, en slaat ballen richting een open veld. Dat veld is meestal zo’n 50 meter breed en zo’n 200 meter lang. Een recente ontwikkeling is dat bestaande drivingranges worden uitgebreid met gamification- en baltrackingtechnologie. Bezoekers kunnen op deze locaties allerlei spelletjes spelen. Zij zien op schermen hoe ver de bal vliegt en waar die landt. Deze vorm van ‘off-course golf’ vergt weinig ruimte. Op deze drivingranges waar golf als entertainment wordt aangeboden, is golf een uitje te vergelijken met een bezoek aan een bowlingcentrum. De drivingranges met gamification-technologie – de snelst groeiende vorm van niet-traditioneel golf – trekken ook mensen die nog niet golf spelen. Veel van hen raken geïnteresseerd in traditioneel golf.

Het is veelzeggend dat er in Amerika sinds 2022 meer ‘off-course golfers’ zijn dan traditionele ‘on-course golfers’. Onder off-course golfers wordt verstaan mensen van zes jaar en ouder die eens of vaker een bezoek hebben gebracht aan een driving range (met gamification-technologie) of een indoor golfcentrum met simulators. Andere alternatieve vormen van golf zijn pitch & putt en minigolf/adventure golf. 

Gerelateerde cijfers

Naast 420.000 golfers zijn er ook 1000den mensen die pitch en putt spelen.

De totale golfparticipatie in Nederland is groter dan de activiteiten van de 420.000 spelers die geregistreerd zijn bij de NGF-clubs. Ook beoefenaars van pitch en putt mogen tot golfers gerekend worden.

 

Pitch en putt, een sport die geborenis in Ierland, wijkt weinig af van traditioneel golf. Het grootste verschil is dat er gespeeld wordt op korte, kleine 9- of 18-holes banen. Een hole op een p en p-baan is gemiddeld ongeveer 55 meter en nooit langer dan 90 meter. Bovendien zijn de greens op p en p-banen ongeveer half zo groot als de greens op traditionele golfbanen.

 

De Pitch en Putt Bond Nederland (PPBN) telde eind 2023 529 leden, maar er zijn veel meer dan 529 pitch en putt-spelers. Pitch en putt is vrij toegankelijk, iedereen mag op een p en p-baan spelen. Er zijn dus geen vereisten zoals baanpermissie, een golfvaardigheidsbewijs, een golfhandicap of een pitch-en putt-handicap.

 

Vanwege de grote toegankelijkheid zijn er jaarlijks vele duizenden mensen die pitch en putt spelen. Slechts een deel van hen is lid van de PPBN. De bond is gericht op “de fanatieke pitch en putt speler die meerdere (inter)nationale toernooien per jaar speelt” en die een pitch en putt-handicap wil laten registreren en/of meespeelt in de p en p-clubcompetitie.

 

Er zijn in Nederland 25 banen die je op basis van hun lengte kunt rekenen tot pitch en putt-banen; 16 daarvan zijn aangesloten bij de PPBN en 15 ondernemers met een p en p-baan zijn verenigd in de coöperatie Pitch & Putt Golf.

 

Meervoudig ruimtegebruik en recreatief medegebruik

In de beeldvorming van het grote publiek is elke golfbaan omringd door een groot hek en een slagboom en zijn alleen golfers welkom op golfterreinen. De werkelijkheid is anders.

Op elke golfbaan is sprake van meervoudig ruimtegebruik: ruimte voor golf en voor natuur. Op veel golfbanen is ook sprake van andere vormen van meervoudig ruimtegebruik, bijvoorbeeld als een deel van de ruimte is ingericht voor waterberging. Maar er is ook vaak sprake van recreatief medegebruik.

Omdat veel golflocaties zich goed lenen voor meervoudige recreatie en omdat alle locaties over clubhuizen met horeca beschikken, stimuleert de NGF dat ook andere functies dan golf en natuur een plaats krijgen op een golfterrein. Dit komt wel nauw kijken omdat de veiligheid van medegebruikers gewaarborgd moet worden. Omdat een golfbal een hoge snelheid kan bereiken is persoonlijk letsel een risico. Maar op veel golfbanen kan routegebonden recreatie (zoals wandelen, hardrennen, fietsen en paardrijden) goed en veilig ingepast worden.

Hieronder geven we een beeld van de situatie eind 2023.

  • Van de 273 golflocaties (inclusief shortgolf/pitch en putt) zijn er 114 met openbare paden door het golfterrein. Hier kunnen recreanten dus in een hoge mate meegenieten van de natuur op de golflocatie. (In het merendeel van de gevallen gaat het om wandel- en/of fietspaden die onderdeel zijn van een toeristische route of een IVN-wandeling. In een enkel geval gaat het om een ruiterpad. In veel gevallen betreft het golfterreinen die onderdeel zijn van een recreatiegebied, natuurgebied, vakantiepark of sportpark. Soms zijn de paden buiten sluitingstijden gesloten.)
  • Daarnaast zijn er 120 golflocaties die geen openbare paden door maar wel langs het golfterrein hebben. Hier kunnen recreanten in lichte mate meegenieten van de natuur op het golfterrein. (De variatie is groot. Soms ligt er een wandelpad rondom het gehele golfterrein, soms voert een pad slecht langs een deel van het golfterrein.)
  • Op bijna alle golflocaties (246 van de 273) verwelkomt de horeca naast golfers ook recreanten. Hier kan iedereen in het clubhuis, op het terras en in de directe omgeving van het clubhuis van de rust en het groen genieten. Golfhoreca heeft in het algemeen een goede prijs-kwaliteitverhouding.
  • Ongeveer 40 golflocaties hebben zich aangemeld als een afstappunt of opstappunt voor toeristische wandel- en/of fietsroutes (bijvoorbeeld Fietsroutenetwerk, Fietsnetwerk, Fietsknoop, Wandelknoopunt).
  • Sommige golflocaties bieden meer sporten dan golf aan, bijvoorbeeld tennis, padel, vissen, fitness, voetgolf en minigolf.
  • Veel golfclubs stellen hun clubhuis ter beschikking voor feesten en partijen.
  • Vrijwel elke golfbaan heeft vergaderfaciliteiten en stelt die beschikbaar. Men vergadert in een groene omgeving.
  • In Nederland zijn er een kleine 15 golflocaties met een hotel op het golfterrein of (recreatie)huizen.
  • Steeds meer golflocaties bieden plaats aan campers, het zijn er naar schatting nu ongeveer 15. De gasten kunnen hun camper op het parkeerterrein zetten en gebruikmaken van de douchefaciliteiten in het clubhuis.

Gerelateerde cijfers

In 2007 is onderzoek gedaan naar golfbanen en recreatief medegebruik. Lees hier meer.

In dit onderzoek werd gesteld dat er voor een golfterrein met een lange 9-holes baan – zonder medegebruik van andere, extensieve recreatievormen – 25 tot 30 hectare benodigd is. Voor een lange 18-holes baan is dat 40 tot 50 hectare. Onder extensief recreatief medegebruik wordt verstaan vormen van natuurvriendelijke recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving. Daar valt golf zelf onder, maar ook wandelen, fietsen en paardrijden. Volgens het onderzoek uit 2007 is er soms meer terrein nodig dan hierboven benoemd indien een golfbaan mede wordt gebruikt voor andere extensieve recreatievormen (zoals wandelen, joggen, fietsen, paardrijden). Afhankelijk van de omstandigheden is dat volgens het onderzoek 25 tot 50 procent meer. Maar de praktijk is anders. Door slimme ontwerpen is extensief recreatief medegebruik ook goed mogelijk op de kleinste golflocaties. Recreatief medegebruik op golfbanen is maatwerk. Maar hoe groter een golfterrein, hoe meer ruimte er is voor natuur en recreatief medegebruik – want ook op een groot golfterrein is de verhouding natuur-manicuur 60-40 procent.

 

Golf kan 365 dagen per jaar gespeeld worden.

Golf is een buitensport die 356 dagen per jaar, individueel of met anderen, recreatief of competitief, op elk tijdstip van de dag gespeeld kan worden. Het spel wordt gespeeld op een golfbaan. Een golfbaan wordt alleen gesloten in geval van sneeuw, opdooi en wateroverlast.

 

De gebruiksintensiteit van een golflocatie per hectare is hoog, op een zomerdag kunnen 288 spelers 18 holes spelen.

Golf is in zekere zin een extensieve vorm van sport/recreatie omdat een golfbaan relatief groot is en de input relatief klein: er zijn weinig voorzieningen nodig. Golf is in die zin een vorm van recreatie die weinig druk uitoefent op de omgeving. Extensieve recreatie betekent ook dat er relatief weinig mensen aanwezig zijn per oppervlakte-eenheid of per tijdseenheid. Een voorbeeld van extensieve recreatie is een groot bos met weinig wandelaars. Een voorbeeld van het tegenovergestelde, intensieve recreatie, is een druk bezocht attractiepark dat dagelijks open is.

 

Ook al is een golfbaan uitgestrekt, de gebruiksintensiteit van een golflocatie per hectare ligt op het niveau van andere balsporten als voetbal, hockey en tennis. Dit is het logische gevolg van:

 

  • de lange speeltijd per dag (van zonsopgang tot zonsondergang);
  • de lange speeltijd per jaar (twaalf maanden per jaar, alleen niet in geval van sneeuw, opdooi en wateroverlast).

 

Op een zomerdag kunnen op een 18-holes golfbaan 288 spelers terecht voor een 18-holes ronde. Bij deze rekensom wordt er vanuit gegaan dat er tussen 7.00 en 17.00 uur om de 10 minuten een groep van vier spelers start. Als de interval tussen starttijden teruggebracht wordt naar 9 of 8 minuten, dan kunnen er nog veel meer golfers terecht op één dag. En er kunnen nog vele malen meer mensen terecht als een deel van de golfers 9 in plaats van 18 holes speelt. Anno 2023 speelt een ruime meerderheid van de golfers 9 holes en niet 18.

 

Met 248 golfbanen zijn er relatief weinig accommodaties voor veel golfers.

Met 248 golfbanen voor ruim 420.000 geregistreerde golfers (peildatum eind 2023) heeft Nederland het hoogste aantal geregistreerde golfers per golfbaan van alle Europese landen. Een hoge participatieratio betekent niet per se een hoge bezettingsgraad, maar het zegt wel wat. Je mag stellen dat de golfbanen in Nederland goed bezet zijn, dat er goed gebruik van wordt gemaakt.

 

Er zijn geen betrouwbare cijfers over de bezettingsgraad van Nederlandse golfbanen (over het aantal golfronden dat alle golfers per jaar spelen). Er zijn alleen cijfers beschikbaar van het aantal gespeelde qualifying ronden (ronden die meetellen voor de handicap van een speler). Dat waren er in 2023 1.521.023. In 2022 zijn 1.909.095 qualifying scores ingeleverd.

 

Het aantal qualifying ronden per jaar is echter maar een fractie van het totale aantal gespeelde golfronden. De NGF streeft ernaar om in de komende jaren inzicht te krijgen in het totaal aantal gespeelde golfronden per jaar. Veel golfaccommodaties houden nauwgezet bij hoeveel ronden er op hun golfbanen gespeeld worden, maar op andere golflocaties is het aantal ronden per jaar onbekend.

Steeds minder negatieve en steeds meer positieve ecologische impact

De golfsport werkt tegelijkertijd aan het reduceren van de negative milieu-impact en het vergroten van de positieve ecologische impact. Golf heeft op 5 gebieden een positieve ecologische impact.

  1. Golfbanen dragen bij aan biodiversiteit en vormen belangrijke leefgebieden voor inheemse flora en fauna.
  2. Golfbanen vormen waterbuffers en verminderen wateroverlast in de omgeving.
  3. Golfbanen dragen bij een aan een betere waterkwaliteit.
  4. Groene gebieden zoals golfbanen werken verkoelend.
  5. Groene gebieden zoals golfbanen dragen bij aan de opslag van CO2 (koolstofdioxide).
Lees hier een toelichting op de 5 punten.

Golf heeft een grote positieve ecologische impact, zeker in stedelijke gebieden waar groene ruimte beperkt is.

 

  • Golfbanen dragen bij aan biodiversiteit en vormen belangrijke leefgebieden voor inheemse flora en fauna.
  • Golfbanen vormen waterbuffers en verminderen wateroverlast in de omgeving.
    Golfterreinen zijn grote infiltratie- én bergingsgebieden. Veel golfbanen hebben grote waterpartijen. Deze vervullen in tijdens van extreme neerval een nuttige functie voor de omgeving - tijdelijke berging van wateroverschotten - die wordt toegejuicht door waterschappen. In steeds meer gevallen wordt regenwater opgeslagen en hergebruikt. De rol die golfbanen spelen op het gebied van waterbuffering is des te belangrijker nu regenperiodes extremer worden.
    De waterpartijen zorgen ook voor aanvulling van het grondwater en vormen een leefgebied voor flora en fauna.
  • Golfbanen dragen bij een aan een betere waterkwaliteit.
    Waterfiltratie en -zuivering vinden op een natuurlijke wijze plaats via de bodem en vegetatie, het bodemecosysteem. Golfbanen houden de voedingsstoffen (stikstof en fosfor) uit de afvoer van regenwater vast. Bij alle werkzaamheden van greenkeepers gelden strenge regels. Hierdoor is er geen vervuiling van het water als gevolg van golfbaanbeheer.
  • Groene gebieden zoals golfbanen werken verkoelend.
    Gebouwen, huizen, wegen en stenen houden warmte vast. Dit heet het urban heat island effect (UHI, stedelijk hitte-eiland effect). Hierdoor is de temperatuur in stedelijke gebieden enkele graden hoger dan op het platteland. Golfbanen, natuurgebieden en parken die gelegen zijn in een stedelijke omgeving bieden verkoeling. In stedelijke gebieden is het gemiddelde verkoelende effect van een golfbaan ongeveer 2,5 graden Celsius.
    In het geval van hitte is er ook een toename in het gebruik van airconditioning in steden. Dit kost energie en leidt op zijn beurt tot meer luchtverontreiniging. Het doorbreken van bebouwing met groene ruimten zoals golfbanen biedt daarom veel gezondheidsvoordelen voor stadsbewoners. Een park, natuurgebied of golfbaan voorkomt overmatige verstedelijking op één plaats.
    Uit onderzoek van de University of Minnesota blijkt dat golfbanen meer verkoeling bieden dan parken en dat de verkoeling op golfterreinen vergelijkbaar is met die van natuurgebieden.
  • Groene gebieden zoals golfbanen dragen bij aan de opslag van CO2 (koolstofdioxide).
    CO2-opslag vindt op een natuurlijke wijze plaats door vegetatie. Planten en bomen zetten CO2 om in glucose voor de groei van de plant of boom. Dit proces vermindert de broeikasgassen in onze atmosfeer en zorgt voor een betere lucht- en waterkwaliteit. Volgens een Australisch onderzoek produceert een 18-holes golfbaan jaarlijks voldoende zuurstof voor ongeveer 85.000 mensen.
    In hoeverre sportgras zoals op een voetbalveld of de fairways van een golfbaan CO2 opnemen, wordt onderzocht door Wageningen University & Research (WUR). Vooralsnog wijzen onderzoeksresultaten erop dat de CO2-opname toeneemt naarmate gras de kans krijgt om te groeien.

Gerelateerde cijfers

Nederland heeft 248 golflocaties, van grote tot kleine.

Nederland telde eind 2023 248 golflocaties. De provincies met de meeste golfbanen zijn Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant.

 

Met het woord ‘golfbaan’ wordt vaak het gehele golfterrein bedoeld. Het begrip golfterrein (golfaccommodatie/golflocatie) is meeromvattend dan het begrip golfbaan. In het algemeen wordt een eenheid van 9 of 18 holes gezien als een golfbaan. Een golfterrein kan één of meer golfbanen hebben. Het golfterrein is het gehele gebied waarvoor de beheerder verantwoordelijk is, dus de golfbaan of golfbanen op het terrein, de natuur op het terrein waarin de golfbaan geïntegreerd is, de opstallen, de parkeerplaats en de oefenfaciliteiten (zoals een drivingrange en een oefengreen).

 

Een groot deel van de golfterreinen in Nederland biedt een golfbaan met 18 holes. Deze locaties beslaan meestal 50 tot 60 hectare. Daarnaast zijn er heel veel golfterreinen met een standaard 9-holes baan of een korte 9-holes baan. Die locaties zijn meestal 15 tot 30 hectare groot. Er zijn ook zeer grote golflocaties met 27, 36 of 54 holes. Gemiddeld beslaat een golfterrein 43,41 hectare.

 

Uit het NGF-overzicht van alle golfterreinen blijkt dat het golflandschap in Nederland heel divers is, met zeer kleine tot zeer grote golfterreinen en van alles ertussenin.

 

Er zijn in Nederland 273 golflocaties als je ook alle shortgolf- en pitch- en puttbanen meetelt. Dit zijn kleine golfterreinen (veelal enkele hectares) met korte banen (holes korter dan 100 meter). Deze banen voldoen niet aan de minimale lengte voor handicapdoeleinden die de golfsport hanteert.

 

In de gehele wereld zijn ongeveer 31.500 golflocaties.

 

Met 10.765 hectare aan golfterreinen is golf een factor van belang in het landschap.

Het landoppervlak van Nederland bestaat voor ongeveer 1 procent uit sportterrein. Alle golflocaties in Nederland (248) beslaan gezamenlijk 10.765 hectare. Dat is ongeveer 0,25 procent van de oppervlakte van Nederland (binnen- en buitenwater van het land meegerekend). De oppervlakte van alle golfterreinen bij elkaar is ongeveer gelijk aan de oppervlakte van Terschelling (11.000 hectare).

 

De golfterreinen zijn verspreid over Nederland en fungeren als ‘stepping stones’ voor flora en fauna, stapstenen van en naar omliggende natuurgebieden en parken. Golfbanen zijn daarmee een factor van belang in het Nederlandse landschap.

 

Ter vergelijking: alle golfbanen in Zwitserland beslaan 420.000 hectare en dat is ongeveer 0,1 procent van het land. Zwitserland is iets groter dan Nederland maar heeft minder inwoners (8,7 miljoen) en minder golfbanen (98). Gemiddeld beslaat een golfterrein in Zwitserland 4.285 hectare.

 

Frankrijk telt 740 golfbanen die 33.000 hectare beslaan. Gemiddeld is een Frans golfterrein 44,59 hectare groot.

 

104 golfbanen zijn in het bezit van het GEO-duurzaamheidslabel.

In Nederland hebben 104 van de 248 golfbanen een internationaal erkend duurzaamheidscertificaat: GEO Certified. Dat is bijzonder, er zijn weinig sporten die werken met een duurzaamheidscertificaat voor de accommodatie. Met 104 GEO-banen is Nederland aanvoerder: ongeveer een derde van alle GEO-gecertificeerde banen in de wereld ligt in Nederland. 

 

Duurzaamheid is sinds het einde van de vorige eeuw een prioriteit voor de Nederlandse Golf Federatie. Het doel is het borgen van optimale speelkwaliteit voor huidige en toekomstige generaties in goede harmonie met de natuurlijke omgeving en in combinatie met gezond economisch en maatschappelijk verantwoord beheer. Om dit doel te bereiken is er veel aandacht voor duurzaamheidsmaatregelen op het gebied van biodiversiteit, water, pesticidengebruik en energie.

 

In 1992 publiceert de NGF het ‘Beheersplan Golfbanen’ ter bevordering van professioneel golfbaan- en natuurbeheer. En sinds 1994 werkt Nederland met een duurzaamheidsprogramma dat golfbanen stimuleert om bewust om te gaan met natuur en milieu en maatschappelijk verantwoord te ondernemen.

 

De NGF moedigt golfclubs en banen aan om GEO-certificering te behalen en ondersteunt dit proces logistiek en financieel. Nederlandse golfbanen hebben duurzaamheid omarmd en daardoor loopt de golfsport voorop in duurzaam beheer. Eind 2023 zijn 104 golfbanen gecertificeerd door de wereldwijd erkende GEO Foundation for Sustainable Golf. Nog eens zo’n 30 Nederlandse golfbanen doorlopen op dit moment het OnCourse-programma.

 

De online tool OnCourse begeleidt golfclubs op weg naar GEO-certificering en blijft daarna het platform waarin gegevens over duurzaamheid worden geregistreerd. OnCourse Nederland is een exclusieve versie aangepast aan de Nederlandse wetgeving en onderdeel van een contract tussen GEO en de NGF.

 

Certificering is geen doel op zich, het gaat om de weg ernaartoe en de vervolgweg erna. Het GEO-duurzaamheidsprogramma helpt golfbanen bij het voortdurend verbeteren van hun duurzaamheid.

 

Het gebruik van pesticiden concentreert zich op 2% van een golfterrein en neemt af.

Het gebruik van pesticiden op golfbanen is in de afgelopen decennia gestaag afgenomen. Het concentreert zich met een toepassingsfrequentie van één tot twee keer per jaar op ongeveer 2 procent van het oppervlakte van een golfterrein (de greens). 

 

Het gebruik aan pesticiden op sportvelden wordt langzaam maar zeker helemaal verboden en de golfsector loopt daar al jaren op vooruit. Golfbanen mogen sinds 2016 alleen bij hoge uitzondering en onder strenge voorwaarden gebruik maken van een beperkt aantal pesticiden tegen een zeer beperkt aantal plagen, ziekten en onkruiden. De bestrijdingsmiddelen worden, net als kunstmeststoffen, uitsluitend op greens, tees en fairways gebruikt. Zoals gezegd concentreert het zich in de meeste gevallen op de greens (ongeveer 2% van het oppervlakte van een golfbaan).

 

Door de focus op duurzaam golfbaanbeheer is het gebruik van pesticiden in de afgelopen twee decennia gestaag afgenomen. Duurzaam golfbaanbeheer maakt het gebruik van pesticiden bijna overbodig. Er zijn steeds meer golfbanen die helemaal geen pesticiden meer gebruiken.

 

In het verleden werd het gebruik van pesticiden bijgehouden via een jaarlijkse gewasbeschermingsmiddelenmonitoring. In de afgelopen jaren gebeurt dat via het duurzaamheidsprogramma GEO/OnCourse.

 

Afhankelijk van het soort middel wordt het gebruik of in liters of in kilo’s geregistreerd. Op golfbanen wordt gemiddeld 0,19 kilogram per hectare gebruikt, bij landbouwgrond is dat 7,1 kilogram.

 

Slechts een deel van het golfterrein wordt bemest.

Golfbanen maken gebruik van meststoffen, zowel van organische (dierlijke mest) als niet-organische (kunstmest). Het gebruik van meststoffen wordt bijgehouden via het duurzaamheidsprogramma GEO/OnCourse. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen stikstof (N) en fosfor (P).

 

Gemiddeld wordt 75 kg per hectare aan stikstof gebruikt en 25 kg per hectare aan fosfor. Voor beide meststoffen geldt dat ruim 40% wordt gebruikt op de greens (ongeveer 2% van het oppervlakte van een golfterrein), zo’n 35 procent wordt gebruikt op de tees (2 procent van het oppervlakte van een golfterrein) en een kleine 25 procent op de fairways (24-30 procent van het oppervlakte van een golfterrein. Op de overige delen wordt geen kustmest gebruikt.

 

Een golfbaan is 40% manicuur en 60% natuur.

In de beeldvorming zijn golfbanen schadelijk voor de biodiversiteit. Het tegendeel is het geval. De biologische diversiteit op golfbanen is hoog, beduidend hoger dan op bijvoorbeeld landbouwgrond en ook hoger dan in parken.

 

Wat golfbanen onderscheidt van andere sportvelden is dat ze voor een groot deel uit natuur bestaan. Op de gemiddelde golfbaan is de verhouding natuurlijk-manicuur (natuurlijke elementen-manicure elementen) ongeveer 60-40 procent. Dat wil zeggen dat meer dan de helft niet direct in gebruik is voor de sport en mogelijkheden biedt voor natuur. En voor recreatief medegebruik.

 

Op een golfterrein zijn dus veel mogelijkheden voor natuurontwikkeling en deze kans wordt ook volop benut. De waardecreatie van golfbanen op ecologisch gebied is daardoor heel groot en dat geldt zeker voor golfbanen die liggen op een terrein dat voorheen een bestemming had als landbouwgrond of vuilstort. 

 

Onder natuurlijke elementen vallen categorieën zoals bos, natuurrough en oppervlaktewater. Onder manicure elementen vallen categorieën zoals bebouwing, verhardingen, bunkers, de drivingrange, de fairways, de voorgreens, de greens, de tees en in mindere mate ook semirough. De manicure elementen worden intensief beheerd en de natuurlijke elementen extensief. Dat wil zeggen dat de manicure elementen in de zomer bijvoorbeeld meerdere keren per week gemaaid worden. Indien nodig wordt bemest of beregend. Het onderhoud in de natuurdelen is daarentegen beperkt tot spaarzame en behoedzame maatregelen die de biodiversiteit bevorderen. 

 

De natuurlijke helft van een golflocatie is een ecosysteem (van rough tot en met water, van heide tot en met bos) en een toevluchtsoord voor fauna en flora. Omdat golf in de natuur gespeeld wordt, zijn golfbanen intrinsiek gemotiveerd om die natuur verantwoordelijk te beheren. Natuurherstel en biodiversiteitsontwikkeling zijn daarom onderdeel van golfbaanbeheer. Zonder natuur is er geen golf.

 

Golf is een precisiesport die in de natuur die gespeeld. De sport wordt gespeeld met een kleine bal. Het gaat erom dat men elke hole in zo weinig mogelijk slagen speelt. Dat de sport in de natuur gespeeld wordt, dat maakt golf uniek. Als gevolg daarvan is elk speelveld – elke golfbaan – anders en dat is een tweede reden waarom de golfsport uniek is. Elke golfbaan is anders en elke hole van een golfbaan is anders.

 

Golf is een spel in en tegen de natuur, een gevecht tegen het landschap. Een golfbaan is te beschouwen als een parcours met beheerd gras door natuurlijke habitats. Die habitats vormen de thuisbasis van talrijke dier- en plantensoorten. De uitdaging voor de golfer is om de bal op de delen met kort gras te slaan vanwaar de volgende slag gemakkelijker is. Maar het is niet gemakkelijk om de bal op het gras te houden gezien de vele natuurlijke hindernissen die onderweg overwonnen moeten worden: solitaire bomen, bosranden, bossen, struiken, struweel, natuurlijke graslanden, bloemenweiden, terreinglooiingen, droogdalen, duinen, heide, zandverstuivingen, poelen, vennen, vijvers, meren, kwelders, moerasbos, drasland (wetlands), wadi’s. Spelers genieten van het spel maar ook van die natuur die waardevolle leefgebieden vormen voor fauna en flora.

 

61% van de golfbanen ligt in voormalig agrarisch gebied, polders en weilanden.

In meer dan de helft van de gevallen (61 procent) zijn Nederlandse golfbanen aangelegd op voormalig agrarisch gebied. Daar heeft een monocultuur plaatsgemaakt voor natuur. De voormalige bestemming van golfterreinen is als volgt.

 

• 61 procent agrarische grond, poldergebied, weiland
• 31 procent natuurgebied
• 8 procent vuilstort

 

Ongeveer 15% van de golfbanen ligt in het Natuurnetwerk Nederland.

Veel golfterreinen zijn geheel of gedeeltelijk gelegen in het Natuurnetwerk Nederland (NNN), voorheen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ongeveer 15 procent ligt in het NNN, 33 procent deels in de NNN en 52 procent erbuiten. Het NNN omvat vrijwel alle Natura 2000-gebieden in Nederland plus andere natuurgebieden.

 

Golfbanen zijn te verdelen in 5 hoofdsoorten.
  • Duinbanen: banen in een duingebied.
  • Bosbanen: banen in een bosgebied.
  • Heidebanen: banen in een heidegebied.
  • Polder- en weilandbanen: banen in een open polder of op weilanden.
  • Parkbanen: banen waarvan het buitengebied min of meer volgroeid is en die daardoor een parkachtig karakter hebben.

 

Niet alle banen in Nederland laten zich even gemakkelijk onder één van deze typen vangen. Zo zijn er banen die langzaam veranderen van een polderbaan in een parkbaan. In Nederland zijn er ook golfbanen aangelegd op voormalige stortplaatsen. Die krijgen door aanplant in de loop der tijd vaak een parkbaankarakter. Ook zijn er nogal wat banen die een tweeledig karakter hebben, zoals oude 9-holes banen die later zijn uitgebreid met negen holes.

 

Ongeveer 45 golflocaties hebben de status NSW-landgoed.

De status landgoed onder de natuurschoonwet brengt verplichtingen met zich mee maar heeft ook belastingvoordelen. Het doel van de NSW-regeling is dat het gemakkelijker wordt om de landgoederen te onderhouden zodat natuur en cultuurhistorisch erfgoed behouden blijft. Er zijn extra fiscale tegemoetkomingen als het landgoed opengesteld wordt voor het publiek. Golfbanen komen in aanmerking voor de status omdat ze natuur ontwikkelen die bijdraagt aan de biodiversiteit. De voorwaarden voor een ‘NSW-rangschikking’ betreffen zaken als de grootte van het gebied, de houtopstanden die er staan of de aanwezigheid van natuurterreinen, de oppervlakte en het gebruik van het landgoed.

 

80% van de spelers vindt dat golfbanen bijdragen aan biodiversiteit.

Er is een grote discrepantie tussen de mening van niet-golfers en golfers over de ecologische waarde van golf. Dat blijkt uit enquêtes die de NGF heeft gehouden. 80 procent van de spelers meent dat golfbanen bijdragen aan natuur en biodiversiteit. Onder niet-golfers is die groep veel kleiner: 36 procent. De NGF streeft naar een juist beeld van de sport bij golfers en niet-golfers. Mede daarom wordt veel tijd en energie gestoken in het verzamelen van feiten en cijfers die de ecologische waarde van golf objectiveren.

 

Het verkoelend effect van een golfbaan in stedelijk gebied is 2,5 graden.

In stedelijke gebieden is het gemiddelde verkoelende effect van een golfbaan ongeveer 2,5 graden Celsius.

 

De milieu-impact van een golfbaan meten, biodiversiteit meten: hoe doe je dat?

Hoe meet je de negatieve én positieve milieu-impact van een golfbaan? De GEO-gecertificeerde golfbanen in Nederland beschikken over veel inzicht door de duurzaamheidscijfers die ze voor zichzelf vastleggen in het GEO-duurzaamheidsprogramma OnCourse.

Lees verder over het meten van biodiversiteit.

De NGF overweegt daarnaast om gebruik te gaan maken van de Ökobilanz-rekenmethode van de Zwitserse golffederatie. Het model van de Zwitsers bestaat sinds 2021 en geeft golfbanen inzicht van hun voetafdruk (negatieve milieu-impact) en handafdruk (de milieuwinst die behaald wordt). Daarmee wordt ook inzichtelijk hoe een golfbaan een ecologisch evenwicht in golf kan bereiken.

 

Hoe beter je duurzaamheid meetbaar maakt, hoe beter je weet waar de verbeterpunten liggen. Maar duurzaamheid wordt met een goed meetsysteem ook geloofwaardiger.
In een Ökobilanz-overzicht van een golfbaan wordt ook de biodiversiteit op het terrein opgenomen. De makers van Ökobilanz hebben een scoresysteem ontwikkeld dat de soortenrijkdom op golfbanen en de verschillende habitats waardeert. Het systeem, een aangepaste versie van een erkend biodiversiteitspuntensysteem voor de landbouw, geeft golfbaanexploitanten ook advies welke maatregelen ze kunnen nemen om de biodiversiteit op hun banen te verbeteren.

 

Voorafgaand aan het opstellen van een Ökobilanz is het wel noodzakelijk om biodiversiteit te meten. Dat gebeurt door monitoring van flora en fauna. De GEO-gecertificeerde banen leggen deze gegevens vast in de online tool OnCourse. Monitoring is wat anders dan inventariseren. Een inventarisatie van planten en dieren is een momentopname. Het gaat bovendien meestal alleen om de aan- of afwezigheid van soorten, niet om de aantallen. Monitoring is het gedurende meerdere jaren tellen van bepaalde planten- of dierensoorten op een vaste telroute of in een vast telgebied. Dat tellen moet elke keer op dezelfde manier gebeuren. Dan krijg je betrouwbare gegevens die van jaar tot jaar goed te vergelijken zijn en die ontwikkelingen weergeven.

 

Bij de monotoring van soorten vragen golfbanen vaak om de hulp van lokale natuurorganisaties. Dat leidt tot vruchtbare samenwerkingen. Vrijwilligers van natuurorganisaties helpen graag en doen hiermee ook extra kennis op van de lokale biodiversiteit. Daarnaast zijn er onder de leden van golfclubs ook veel flora- en faunadeskundigen die zich inzetten.

Gerelateerde cijfers

Er zijn 7 factoren met een grote invloed op de ecologische waarde van golfbanen.

Om de ecologische waarde van golfbanen te bepalen, moet gekeken worden naar zeven factoren:

 

  • Grondgebruik: het percentage natuur versus manicuur
  • De natuurlijke elementen en de biodiversiteit
  • Het gebruik van meststoffen
  • Het gebruik van bestrijdingsmiddelen
  • Het waterverbruik
  • De uitstoot van materieel
  • Energiebesparing

 

Bij andere sporten is elk terrein vrijwel hetzelfde. Voor golf geldt dat golfbanen enorm van elkaar verschillen. Dat is een belangrijke reden waarom de ecologische waarde van elke golflocatie anders is. De ecologische waarde hangt af van de natuurlijke elementen, bijvoorbeeld bos, oppervlaktewater, heide, duinen, water, natuurlijk grasland. De waarde van een golfbaan gelegen in een duingebied kan anders zijn dan de waarde van een baan in een heidegebied. Niet alleen de natuurlijke elementen in de baan (duin, hei, bos) zijn van belang, maar ook hoe de baan is ingebed in de omgeving en aansluit op groen en natuur in de omgeving. Wanneer de biologische diversiteit van een baan in een duingebied aansluit bij de natuur in de omgeving, is de ecologische waarde een stuk hoger dan wanneer de baan een geheel andere natuur heeft.

 

Los van de hierboven genoemde zeven factoren is er de voetafdruk van golfers, waarover verderop meer.

 

Elke golfbaan levert naast recreatie/sport minstens 5 ecosysteemdiensten.

Een andere manier om de ecologische impact van golf uit te drukken is om te kijken naar de ecosysteemdiensten die golfterreinen leveren.

 

In de afgelopen decennia is het besef gegroeid dat de natuur een onontbeerlijk middel is om de kwaliteit van ons welzijn en onze welvaart te verbeteren. Door goed te zorgen voor de natuur, zorgen we ook goed voor onszelf. Om objectiever te kunnen spreken over de waarde van natuur is het begrip ecosysteemdiensten (ESD) geïntroduceerd. Ecoysteemdiensten zijn diensten die de natuur levert aan de maatschappij en economie. Diensten waar het welzijn en de welvaart van de mens bij gebaat zijn. Natuur in agrarisch en stedelijk gebied levert ecosysteemdiensten, maar natuurgebieden leveren het breedste scala aan ecosysteemdiensten.

 

Golfterreinen leveren allereerst de ecoysteemdienst 'groene recreatie/sport'. De sport die gespeeld kan worden op het ‘golfparcours’ door het landschap is de hoofddienst die een golflocatie levert. Maar omdat golfterreinen voor een groot deel uit natuur bestaan – natuur is het decor voor de sport – leveren ze nog veel meer ecoysteemdiensten. Golfterreinen bieden leefruimte aan flora en fauna, verminderen wateroverlast door water te bergen, zuiveren water, bieden verkoeling en slaan CO2 op. Dit zijn allemaal ecoysteemdiensten die golfbanen leveren op het gebied van biodiversiteit en klimaatbeheersing.

 

Andere ecoysyseemdiensten die golfbanen al leveren of in de toekomst kunnen leveren, zijn: bestuiving, plaagonderdrukking, regulatie van luchtkwaliteit, geluidsdemping, voedselproductie (bijvoorbeeld fruit- en notenbomen) en biomassa voor energie (gemaaid gras).

 

Ecosysteemdiensten kunnen gekwantificeerd en verwaard of verzilverd worden. Verzilverd in monetair kapitaal (geld) of sociaal kapitaal (relaties). Verwaarding is geen doel op zich maar het is wel belangrijk dat elke golflocatie zijn ecosysteemdiensten inventariseert en kwantificeert. Door dat te doen, kan een individuele golfbaanexploitant of club op objectieve wijze aantonen hoe het golfterrein maatschappelijk dienstbaar is. Door te communiceren welke ecosysteemdiensten een golflocatie in huis heeft en met zorg beheert, wordt het duurzame imago van een golfbaan of -club versterkt. Golfbanen kunnen hiermee laten zien dat ze niet alleen op zichzelf zijn gericht.

 

Het besef op zich dat ecosysteemdiensten bestaan en waardevol zijn, is al heel positief. Het leidt er in het algemeen toe dat golfbanen nog meer moeite doen om landschap en natuur te behouden en te verbeteren.

 

Op een Nederlandse golfbaan tref je gemiddeld 23 bedreigde dier- en plantensoorten.

De hoeveelheid bedreigde dier- en plantensoorten (de zogeheten Rode Lijst-dieren en -planten) in een gebied geven een indicatie van de biodiversiteit in dat gebied. Op een Nederlandse golfbaan worden gemiddeld 23 bedreigde dier- en plantensoorten aangetroffen, zo bleek bij onderzoek voor het rapport De waarde van golf (2018). Dat is 9 procent van het totaal aantal bedreigde soorten. Als paddenstoelen niet worden meegerekend, dan herbergen golfbanen 27 procent van alle bedreigde dier- en plantensoorten.

 

De biodiversiteit op een golfbaan is minstens 50% hoger dan in een park.

Onderzoekers van de Universiteit van Melbourne stelden vast dat biodiversiteit op golfbanen ongeveer 50 tot 100 procent hoger is dan die in parken. In parken is de vegetatie in veel gevallen veel minder divers dan op golfbanen. De rijkdom aan vogelsoorten op golfbanen is 50 procent hoger dan in parken. Op golfbanen komen zes tot tien keer meer kevers en insecten voor dan in nabijgelegen parken. Golfbanen vormen ook een goede habitat voor diverse bestuivers zoals bijen.

 

Op Nederlandse golfbanen worden al 22 jaar lang vogelsoorten geteld.

In 2023 is voor de 22ste keer de NGF Birdwatching Day georganiseerd. Dit is een jaarlijkse activiteit op golfbanen waarbij golfers en niet-golfers kunnen meewandelen met een deskundige die vogelsoorten telt op zicht en geluid. In 2022 werden op 63 golfbanen 159 soorten gespot. Het doel van de Birdwatching Day is om golfers en niet-golfers bewust te maken dat golfterreinen mooie leefgebieden vormen voor vogels en andere dieren. Ook wordt de aandacht gevestigd op de positieve impact van duurzaam golfbaanbeheer: De wijze waarop een golfbaan ingericht is en beheerd wordt, bepaalt welke (vogel)soorten kunnen gaan floreren.

 

Om golfbanen zo vogelvriendelijk te maken, is in 2015 een samenwerking ontstaan tussen de NGF en Vogelbescherming Nederland. In dat jaar is in samenwerking het handboek ‘Vogels en golfbanen’ uitgebracht. Het is een leidraad voor iedereen die betrokken is bij golfbaanbeheer.

 

Golf en water

De NGF en alle golfbanen in Nederland zijn zich bewust van de uitdagingen die gepaard gaan met watergebruik. Op verschillende manieren wordt eraan gewerkt dat golfbanen minder afhankelijk van water worden. Maar er zijn periodes in het jaar dat waterverbruik noodzakelijk is om het gras in leven te houden. Het betreft dan in elk geval de greens (ongeveer 2 procent van de oppervlakte van een golfterrein).

Lees verder over het waterverbruik van golfbanen

Een van de eisen voor GEO-certificering is dat het waterverbruik wordt geminimaliseerd. Het waterverbruik dat noodzakelijk is, moet zo efficiënt mogelijk gebeuren en geregistreerd worden in de GEO-tool OnCourse.

 

Golfclubs investeren al decennia in waterbesparende automatische beregeningsinstallaties (computeraangestuurde sproeiers), in meetapparatuur (vochtsensoren, weerstations) en recenter ook in de opvang en opslag van neerslag in bassins. Hierdoor is een golfbaan in droge periodes niet of minder afhankelijk van grond- of oppervlaktewater. Het aanleggen van geschikte bassins vergt echter een flinke investering.

 

Het merendeel van de golfbanen heeft geavanceerde beregeningsinstallaties en afgestelde sproeiers. De beregening geschiedt op basis van monitoring van relevante parameters zoals verdamping en bodemvocht en met nauwkeurig afgestelde sproeiers. Deze precisieberegening dankzij handvochtmeters, weerstations en sensoren draagt bij aan waterbesparing.

 

De waterbehoefte varieert per golfbaan, dat heeft vooral te maken met de lokale bodem en neerval. Als er beregend moet worden, gebeurt dat vooral ’s nachts of vroeg in de ochtend. Dan is er minder verdamping en daarmee wordt water bespaard. Golfbanen investeren daarnaast in droogte- en hitteresistente grassoorten die minder water nodig hebben om te overleven.

 

In sommige gevallen beregenen greenkeepers handmatig met een slang. Dit is geen verspilling, het draagt juist bij aan waterbesparing. De sproeiers van een automatische beregeningsinstallatie beslaan soms een te groot gebied. Door met de hand te beregenen, wordt niet meer water gebruikt dan strikt noodzakelijk.

 

De voortschrijdende technologie op het gebied van water maakt steeds meer mogelijk. In het Midden-Oosten bijvoorbeeld worden golfbanen in de woestijn beregend met gezuiverd zeewater. Er zijn ook steeds meer golfbanen die gezuiverd afvalwater van derden gebruiken. Vooralsnog zijn de kosten daarvan hoog, tenzij er bijvoorbeeld vlakbij de golfbaan een rioolwaterzuiveringsinstallatie gelegen is.

 

Golfgras is niet altijd groen

Bij het grote publiek bestaat het beeld dat alle golfbanen felgroen gekleurd zijn. Gemanicuurde parken, biljartlakens met korte stroken gemaaid gras tussen aangelegde bloemperken en bomenrijen. Dat is een trend die in Amerika ontstond toen golfbanen de beschikking kregen over automatische beregeningsystemen. Door flink te bemesten en veel en vaak water te geven, konden ze de verkleuring van gras buiten het zomerseizoen maskeren. Amerikaanse golfbanen vonden het belangrijk om golfers ‘een perfect plaatje’ te presenteren en door televisie-uitzendingen van Amerikaanse golftoernooien werd de gemanicuurde groene golfbaan mode.

Ook veel Europese en Nederlandse golfbanen zijn meegegaan in deze race om een perfect groen plaatje voor golfers te presenteren. Maar Nederland is als pionier op het gebied van duurzaam beheer een van de eerste landen in de wereld die afscheid heeft genomen van deze verspillende trend. De groene kleur staat niet garant voor een goed beheer en kan alleen gehandhaafd worden met arbeidsintensief en kostbaar onderhoud. Overbemesting en overberegening leidt tot een zwakke grasmat die om gebruik van bestrijdingsmiddelen vraagt. Te veel irrigatie vergroot niet alleen de kans op grasziektes, het kost ook veel tijd en geld.

Nederlandse golfbanen in een waterrijk polder- of veengebied kunnen jaarrond donkergroen zijn, banen in andere landschappen kleuren met de seizoenen mee. In een droge periode zijn ze geelbruin. Het adagium in de sport is: golf wordt gespeeld op gras en niet op kleur. Het gras wordt geel als het een tijd droog is. Golfbanen worden ‘met de natuur mee’ onderhouden. Het gras moet echter wel blijven leven.

Een gemiddeld golfterrein met 18-holes (50 hectare)

Onderdeel Oppervlak Categorie Beheer
Clubhuis,
parkeerplaats
1-3 (2-6%) Manicuur Zeer
intensief
Greens
(gras, 3-6 mm)
1 (2%) Manicuur
Intensief
Aprons en
voorgreens
(gras, 10-12 mm)
1 (2%) Manicuur
Intensief
Fairways
(gras, 12-18 mm)
1-2 (2-4%) Manicuur
Intensief
Semirough
(gras, 30-50 mm)
en 'speelrough'
(waar bal gevonden
kan worden, gras,
40-70 mm)
12-15 (24-30%) Manicuur
Semi-
intensief
Drivingrange
(water of gras,
12-18 mm) en
oefengreen(s)
(gras, 3-5 mm))
1-2 (2-4%) Manicuur
Intensief
Natuur (bos,
natuurrough,
extreme rough,
oppervlaktewater,
etc.)
25-30 (50-60%) Natuur Extensief,
onderhoudsarm

Ter vergelijking: de algemene maaihoogte op een voetbalveld is 30 tot 40 mm en de maaihoogte op de tennisvelden van Rosmalen en Wimbledon is 8 tot 10 mm.

Gerelateerde cijfers

Golfbanen worden alleen beregend als het nodig is. In een droge periode moet in elk geval 2% van een golfterrein beregend worden.

In de herfst of winter is golfbaanberegening niet nodig. Het gebeurt alleen in droge periodes in het voorjaar of de zomer.

 

Bij droogte hebben in elk geval de greens water nodig zodat het gras in leven blijft. Zo worden de meest kwetsbare oppervlakken van een golfterrein gered. De greens op een 18-holes golfbaan, de kort gemaaide gebieden waar de vlag staat, beslaan ongeveer 1 hectare (2 procent van het golfterrein). Greens worden tot op 3 millimeter laag gemaaid en bestaan voor een groot deel uit zand. Het zijn de meest kapitaalintensieve en droogtegevoelige gebieden.

 

Na de greens zijn de tees (afslagplaatsen) en voorgreens/aprons het meest kwetsbaar en kapitaalintensief. Deze gebieden beslaan samen 1 tot 2 hectare (2 tot 4%). Als de greens én de tees en voorgreens/aprons beregend worden, dan betreft het 2 tot 6 procent van een golfbaan.

 

Een golfbaan zonder gras is als een ijsbaan zonder ijs. Dat geldt zeker voor de essentiële gebieden in golf: de greens, voorgreens/aprons en tees. Als deze essentiële 2 tot 6 procent van een golfbaan bij ernstige droogte niet de noodzakelijke dosis water krijgt (ongeveer 100 tot 120 m3 per dag voor een 18-holes baan), sterft het gras en is de baan 6 tot 12 maanden niet bespeelbaar. De herstelkosten bedragen tienduizenden euro’s, maar het exploitatieverlies tijdens de sluiting loopt in de miljoenen. Een 18-holes baan zet 1 tot 7 miljoen euro om. Als de omzet wegvalt, bestaat het risico dat de baan moet sluiten en de werknemers hun arbeidsplaatsen verliezen. Op een golfaccommodatie met een 18-holes baan gaat het dan om 10-20 fte.

 

Maar op dit moment worden golfbanen hard getroffen als hun waterschap in een periode van extreme droogte een verbod instelt om oppervlakte- en grondwater te gebruiken. Golfbanen vallen nu in de zogeheten verdringingsreeks in de categorie ‘grasland’. Dat betekent dat golfbanen, ondanks het minimale waterverbruik, bij een dreigend watertekort als eerste door verboden worden getroffen. De volgende categorie in de verdringingsreeks is gewassen en dat gaat zo verder tot drinkwater. De Golfalliantie (NGF-NVG-NGA) is in gesprek met de waterschappen over een aangepast beleid zodat de meest kapitaalintensieve gebieden (greens, voorgreens/aprons, tees) in een droge periode gered kunnen worden. Golfbanen moeten intussen aan de slag met de opvang en opslag van regenwater in bassins om zo meer zelfvoorzienend te worden.

 

De regels voor waterverbruik verschillen per land en binnen veel landen per regio. Maar duurzaam waterbeheer staat op de radar van alle federaties en internationaal opererende golforganisaties. Het door de R&A gefinancierde onderzoeksprogramma Golf Course 2030 ondersteunt de golfwereld bij haar klimaatuitdagingen, waaronder waterovervloed en -schaarste. Het USGA Water Resource Center biedt een soortgelijke ondersteuning. De USGA heeft in 2023 bekendgemaakt dat er 30 miljoen dollar gereserveerd wordt ten bate van waterbesparende maatregelen en technologie. Daarnaast besteedt de USGA 2 miljoen dollar per jaar aan research en innovaties met als doel dat golfbanen minder water, mest, pesticiden en energie gebruiken.

 

Bij extreme droogte moeten ook fairways (24-30% van een golfbaan) beregend worden.

De fairways op een golflocatien met een 18-holes baan beslaan zo’n 12 tot 15 hectare. Het gras op fairways is langer dan het gras op greens en overleeft in vergelijking met het gras op greens langere tijd met minder water. Als het lange tijd extreem droog is, dan heeft niet alleen het gras op greens (2 procent), tees en voorgreens/aprons (2 procent) water nodig om te overleven, dan moeten ook de fairways (24-30 procent) beregend worden..

 

Een gemiddelde 18-holes golfbaan gebruikt zo’n 30.000 tot 40.000 m3 water per jaar.

Golfbanen gebruiken alleen oppervlaktewater, grondwater en regenwater dat is opgeslagen in bassins. En het waterverbruik op Nederlandse golfbanen neemt gestaag af dankzij precisieberegening en droogteresistente grassoorten.

 

Verreweg het meeste water dat golfbanen verbruiken (tussen de 22.000 en 30.000 m3) wordt op fairways gebruikt. De rest wordt gebruikt voor de tees, voorgreens/aprons en de green (tussen de 15.000 en 18.000 m3).

 

Energiebesparing

Bij alle sportaccommodaties is energiebesparing een belangrijk thema. Energiebesparing wordt sinds 2022 gestimuleerd door NOC*NSF onder de naam Sport NL Groen. In de golfsport is er al veel langer aandacht voor energiebesparing. Het GEO-duurzaamheidsprogramma OnCourse voor de golfsport stimuleert energiebesparing – en daarmee kostenbesparingen – door verduurzaming van de accommodatie. Op golfbanen betreft het vooral investeringen in elektrisch aangedreven materieel, zonnepanelen en ledverlichting.

In de gehele groene branche en ook in de golfbranche is sprake van een sterke afname van machines en gereedschap die fossiele brandstoffen gebruiken. Er vindt een snelle transitie plaats naar elektrisch aangedreven materieel, van voer- en werktuigen tot handgereedschap.

Lees verder.

Golfbaanbeheerders gebruiken niet alleen steeds meer elektisch materieel maar ook steeds meer zelfrijdende accu-aangedreven machines. Cijfers over de elektrificatie van de machine- en wagenparken op golfbanen worden niet centraal bijgehouden, maar uit de gegevens van GEO en leveranciers blijkt dat de transitie in een rap tempo verloopt. Dat heeft te maken met het streven van golfbanen om de CO2-uitstoot van machines terug te dringen. Het GEO-certificeringstraject stimuleert golfbanen om het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen en uit te faseren, om voor elektrisch aangedreven machines te kiezen waardoor de uitstoot van C02 en fijnstof wordt beperkt. Maar de snelheid waarmee de transitie verloopt heeft ook te maken met het aanbod en de prijs van elektrische machines. Anno 2023 is er voor vrijwel alle werkzaamheden op golfbanen goed, veilig en betrouwbaar emissievrij materieel beschikbaar.

 

Er wordt ook overgestapt op elektrisch aangedreven materieel vanwege de grote voordelen dat het stiller is en dat er geen olie of benzine kan lekken. Daarnaast spelen subsidies en fiscale voordelen een rol bij de overgang naar elektrische machines. De transitie op het gebied van onderhoudsmaterieel verloopt het snelst op het gebied van transportvoertuigen en machines waarmee greens worden gemaaid.

 

De milieu-impact van golfers

In het voorgaande is de ecologische impact van golfaccommodaties en golfbaanbeheer besproken. Nog niet uitgelicht is de ecologische impact van golfers, de beoefenaars van de sport. Hun grootste voetafdruk als golfer is mobiliteit: hoe ze zich vervoeren van en naar golfbanen.

De NGF beschikt nog niet over betrouwbare en precieze cijfers over de ecologische impact van golfers bij vervoer van en naar golfbanen. Maar er is wel een recent onderzoeksrapport van NOC*NSF met gegevens over de voetafdruk van alle reizende amateursporters. In het rapport zijn ook schattingen gedaan voor golfers.

Lees verder: de gemiddelde amateursporter veroorzaakt 138 kg CO2 per jaar met heen en weer reizen voor sport.

Het onderzoek naar de voetafdruk van alle reizende amateursporters is uitgevoerd in opdracht van NOC*NSF met als aanleiding een initiatief dat 'De Duurzame Sportbeweging' is gedoopt. Dit omhelst een samenwerking tussen NOC*NSF, de KNVB, POS (het Platform Ondernemende Sportaanbieders) en de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en VWS. Het onderzoek naar het reisgedrag van amateursporters is bedoeld als een vertrekpunt voor actie en verandering bij bonden, verenigingen en sportaanbieders.

 

NOC*NSF en de andere partijen die betrokken zijn bij De Duurzame Sportbeweging willen het reisgedrag verduurzamen, bijvoorbeeld met bewustwordingscampagnes om het fietsen meer te stimuleren, de introductie van deelmobiliteit binnen sportomgevingen en een betere aansluiting met het openbaar vervoer. Ook is het zaak dat sportbonden bij de indeling van competities goed kijken naar de te overbruggen afstanden voor wedstrijden. Het voorkomen van onnodige en niet duurzame verplaatsingen is een belangrijk element in de verduurzaming van de sportsector.

 

De analyse, uitgevoerd door Arcadis en begin 2023 gepubliceerd, heeft als naam ‘Vervoersbewegingen en CO2-uitstoot in de amateursport’. Het onderzoek richtte zich op Nederlanders die wekelijks sporten. Dit is een groep van 9,6 miljoen mensen. Zij zijn gemiddeld 8,8 keer per maand actief in hun sport en reizen daarvoor naar de sportaccommodatie om te trainen en wedstrijden te spelen.

 

  • De onderzoekers hebben berekend dat Nederlandse amateursporters jaarlijks 1.320.000 ton CO2 uitstoten met het heen en weer reizen voor sportdoeleinden. Dat komt neer op 138 kilogram CO2 per sporter per jaar door vervoersbewegingen, vergelijkbaar met een vlucht van Amsterdam naar Berlijn. De personenauto (bestuurder en passagiers) heeft verreweg het grootste aandeel in de totale CO2-uitstoot: 96 procent. De CO2-uitstoot is hoger voor mensen in hogere leeftijdscategorieën; boven de 30 jaar gaat men overwegend met de auto naar de sportlocatie.
  • Uit het onderzoek blijkt dat Nederlandse amateursporters het liefst per fiets of met de auto naar de sportvereniging gaan. 37 procent van de sporters neemt de fiets naar de sportaccommodatie, 32 procent komt met de auto en nog eens 18 procent van de sporters reist als passagier in de auto mee. Uit de analyse van Arcadis blijkt bovendien dat de auto vaker in beeld komt naarmate mensen ouder worden. Sporters boven de dertig jaar gaan steeds liever met de auto.
  • Gemiddeld is meer dan 60 procent van alle verplaatsingen korter dan 5 kilometer (wat neerkomt op een kwartier fietsen) en meer dan 80 procent legt minder dan 10 kilometer af. De sportende Nederlanders zijn volgens het onderzoek samen goed voor 1,8 miljard kilometer per fiets en 6,5 miljard kilometer per auto.
  • Volgens het Arcadis-rapport leggen golfers gemiddeld 6,6 kilometer afstand af als ze gaan spelen of trainen. Bij de meeste andere sporten is dat minder. Bij voetballers is het gemiddelde maar 1,6 kilometer.
  • Arcadis schat de jaarlijkse uitstoot van golfers op 22.000 ton CO2. Dat is onder meer gebaseerd op het aantal geregistreerde golfers en de afstand die golfers moeten afleggen. Alleen voetbal en tennis veroorzaken meer CO2-uitstoot bij het reizen van en naar hun sport. Bij voetbal komt de Arcadis-berekening uit op 78.000 ton en bij tennis op 40.000 ton.

 

Het sportbrede onderzoek is toe te juichen, maar het is wenselijk om middels een gericht onderzoek een scherper beeld te krijgen dan de analyse van Arcadis geeft. Golf wijkt op veel gebieden af van andere grote sporten zoals voetbal en tennis. Ook de onderzoeker bevelen extra onderzoek aan: “Om te komen tot gerichte maatregelen per sport is het advies om verdiepende analyses uit te voeren naar de uitstoot van specifieke sporten.”

 

Vooralsnog kan het volgende gezegd worden over de ecologische impact van golfers. De voetafdruk van golfers is mogelijk hoger dan gemiddeld gezien de volgende factoren:

 

  • De CO2-uitstoot is hoger voor sporters in hogere leeftijdscategorieën. In de golfsport ligt de gemiddelde leeftijd hoger dan in veel andere sporten.
  • Volgens het Arcadis-rapport leggen golfers gemiddeld 6,6 kilometer afstand af als ze gaan spelen of trainen. (Volgens het rapport Sportaccommodaties in Nederland van het Mulier Instituut (2015) is de gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde golfterrein 8,3 kilometer. Volgens dit rapport woont 15,6 procent van de Nederlanders binnen 3 kilometer van een golfbaan.) De gemiddelde afstand is vermoedelijk hoger dan de door Arcadis berekende 6,6 km.
  • Reizen per openbaar vervoer naar een golfbaan gebeurt in het algemeen niet veel. De reden hiervoor is dat de meerderheid van alle golfbanen buiten de bebouwde kom van steden en dorpen ligt. Ze zijn in veel gevallen moeilijk met openbaar vervoer te bereiken. Dat haakt aan op een van de aanbevelingen in het Arcadis-rapport: “Onderzoek de mogelijkheden om sportlocaties met een regionale functie beter bereikbaar te maken met openbaar vervoer.”

 

De voetafdruk van golfers is mogelijk lager dan gemiddeld gezien de volgende factoren:

 

  • Slechts een klein deel van alle golfers is 8,8 keer per maand actief. Op basis van NGF-onderzoeken kan gesteld worden dat slechts 5 tot 10 procent van alle golfers zo actief is. Er is ook een aanzienlijk grote groep golfers die zo’n vier keer per jaar actief is.
  • Veel golfers gaan op de (elektrische) fiets naar de golfbaan. Positief is dat golfbanen goed inspelen op fietsers door het plaatsen van fietsenrekken, het aanbieden van overdekte fietsenstallingen en het installeren van elektriciteitspunten om elektrische fietsen op te laden. Dat sluit aan op een aanbeveling op het rapport: “Fietsvoorzieningen dienen op orde te zijn bij de verenigingen.”
  • Naarmate meer mensen een elektrische auto gaan gebruiken, neemt de CO2-uitstoot van golfers bij hun vervoer van en naar golfbanen sterk af. Positief is dat veel golfers 'early adopters' zijn op het gebied van elektrische auto’s. Positief is ook dat golfbanen inspelen op de vraag naar laadpalen voor elektrische auto’s.
  • Positief in het algemeen is dat veel golfers natuur- en milieubewust zijn en gevoelig zijn voor het thema duurzaamheid. Uit een in 2023 gehouden enquête onder golfers bleek dat buiten in de natuur zijn een van de belangrijkste redenen is voor mensen om te gaan golfen.
  • In het onderzoeksrapport wordt gemeld dat de CO2-uitstoot hoger is bij sporten waar regelmatig wedstrijden plaatsvinden, ten opzichte van sporten met vooral trainingen en minder frequente wedstrijden. Voorbeelden van sporten met regelmatig wedstrijden en daardoor een hogere CO2-uitstoot als gevolg van mobiliteit zijn voetbal, tennis, hockey, volleybal en korfbal.
    De interclubcompetities in golf duren veel korter dan die van veel andere sporten. Bovendien doen lang niet alle golfers mee aan deze NGF-competities. De golfsport heeft een grote competitie in het voorjaar met vijf speeldagen. Aan deze competitie deden in 2023 2402 teams van zes personen mee. De andere grote competitie is in het najaar. De Najaarscompetitie bestaat uit vier speeldagen en telde in 2023 347 teams van vier personen. Net als bij andere sporten speelt de grote meerderheid van de teams regionaal. Alleen de topteams spelen nationaal.
  • Bij de golfcompetities is het gebruikelijk dat de teams samen in auto’s naar hun bestemming reizen. Dit geldt ook voor familie- en vriendengroepen die samen een ronde gaan spelen op een baan; omdat ze op dezelfde tijd afslaan is carpoolen gebruikelijk.

 

Het onderzoeksrapport heeft onder meer deze aanbeveling: “Bij een toename in leeftijd neemt ook de uitstoot in vervoer toe ten behoeve van sport. Het zou met name effectief zijn om de 30+ categorie te stimuleren minder vaak met de eigen auto te reizen, bijvoorbeeld door te carpoolen.” De NGF heeft nog geen bewustwordingscampagnes uitgevoerd om autodelen extra aan te moedigen. Op GOLF.NL, het NGF-platform voor golfers, worden golfers wel via verschillende artikelen en video’s gestimuleerd om duurzaam te handelen. Zo worden golfer geregeld gewezen op golfbanen die gemakkelijk met de trein zijn te bereiken.

Gerelateerde cijfers

Hoe zit het met vervuiling door kwijtgeraakte golfballen?

Wat betreft de voetafdruk van golfers is er naast mobiliteit nog een factor die vaak genoemd wordt: golfballen. Golfers raken geregeld een golfbal kwijt. Golfballen zijn gemaakt van rubber en synthetisch materiaal, dus als ze in de natuur eindigen belasten ze het milieu.

 

Maar anders dan gedacht is er geen sprake van grootschalige vervuiling, want het aantal ballen dat achterblijft in de natuur is heel laag. Golfballen die kwijtraken in vegetatie worden teruggevonden door andere golfers en greenkeepers. En ballen die in waterpartijen eindigen worden op reguliere tijden opgedoken. Door de waarde die golfballen vertegenwoordigen, is dat een lonende zaak. Daarnaast komen veel ballen weer boven water bij het schonen en baggeren van waterpartijen en sloten.

 

Veel van de ballen gevonden in vegetatie of in water worden opnieuw verkocht.. Een golfbal in het water breekt heel langzaam af, een bal wordt daarom vrijwel altijd opgevist voordat er milieuschade ontstaat. Voor elke golfbal geldt dat die vele malen van eigenaar wisselt. De lange levensduur van een golfbal werkt hierbij in het voordeel. Meer over kwijtgeraakte golfballen is te lezen in een artikel in de NGF-communicatietoolkit voor clubs en banen: Belasten zoekgeraakte golfballen het milieu?

 

Bijna 24.000 golfers maken op de golfbaan gebruik van elektrisch aangedreven Handicarts.

In Nederland maken veel golfers die minder goed te been zijn gebruik van een buggy die beschikbaar wordt gesteld door Stichting Handicart. Het wagenpark van de stichting bestaat uit ruim 850 elektrische Handicart-buggy’s verspreid over ruim 170 golflocaties. Bijna 24.000 golfers maken er gebruik van.

3b De sociale impact van golf

Golf vervult een belangrijke sociale functie. De sociale waarde van golf omvat onder meer de lichamelijke gezondheidsvoordelen van de golfsport maar ook bijvoorbeeld sociale integratie.

Wereldwijd wordt er veel onderzoek gedaan naar de sociale waarde van golf. Die kan opgesplitst worden in drie onderdelen.

  • De fysieke gezondheidsvoordelen
  • De mentale gezondheidsvoordelen
  • De sociale gezondheidsvoordelen
Algemene informatie over de mentale gezondheidsvoordelen van golf.

Al voor de uitbraak van de coronapandemie was bekend hoe groot het effect van de natuur op onze gezondheid is. Een onderzoek in 2019, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature, stelde vast dat onze gezondheid en ons welzijn er sterk bij gebaat zijn als we minstens 120 minuten per week in de natuur rondbrengen.

 

De coronapandemie legde bloot hoe belangrijk beweging, sociale interactie en het vertoeven in een groene en natuurlijke omgeving is voor de fysieke en geestelijke weerstand van mensen. Dit is precies wat golf als sport in de natuur biedt. Onderzoek in ‘coronatijd’ bevestigde dat contact met de natuur tot ontspanning en stressvermindering leidt. Het risico op angsten en depressies wordt verlaagd.

 

Uit onderzoek blijkt ook dat water, biodiversiteit, ruimtelijke variatie en lichtpatronen het stressniveau van mensen verlagen. Op golfbanen treft men biodiversiteit, ruimtelijke variatie en lichtpatronen. En op bijna alle golfbanen zijn waterpartijen ingepast of aangelegd.

 

Algemene informatie over de sociale gezondheidsvoordelen van golf.

De meeste spelers geven aan dat ze golfen voor hun plezier, maar ook gezondheid, ontspanning, natuurbeleving en sociaal contact worden vaak als reden genoemd.

 

De meeste mensen golfen in groepsverband, vooral met vrienden maar ook met familie, andere clubleden of zakelijke kennissen. En zowel de NGF als golfclubs organiseren naast individuele golfwedstrijden ook teamcompetities. Dankzij het handicapsysteem in golf kunnen golfers van alle niveaus wedstrijden tegen elkaar spelen, individueel of in teamverband. De golfsport kun je met én tegen elkaar spelen. Golf draagt hierdoor bij aan ontmoetingen tussen mensen, sociale cohesie, sociale gelijkheid en het voorkomen van sociale isolatie en eenzaamheid bij ouderen.

 

Sport verbindt en verbroedert. Het zorgt voor meer begrip en respect voor elkaar. Dat geldt in hoge mate voor de sport golf. Omdat er niet alleen voor en na maar ook tijdens het spelen van golf gelegenheid is om te praten, leidt de golfsport bij uitstek tot veel interactie met andere mensen – mensen van alle leeftijden, rangen en standen – en dat verhoogt de eigenwaarde, het welzijn en het gevoel van geluk. In een Engels onderzoek is vastgesteld dat golf ook tot betere werk- en schoolprestaties leidt.

 

De golfbaan is voor veel golfers meer dan een gezonde omgeving waar ze hun sport bedrijven. In een enquête onder golfers gaf 30 procent van de respondenten aan dat ze ook geregeld een golfbaan bezoeken zonder golf te spelen. Ze gaan dan bijvoorbeeld naar de golfbaan voor sociale ontmoetingen, voor een drankje, lunch of diner in het restaurant op de baan of om vrijwilligerswerk voor de golfclub uit te voeren.

 

Als ontmoetingsplek voor mensen met verschillende achtergronden spelen sportverenigingen en -accommodaties in het algemeen een belangrijke sociaal-maatschappelijke rol. Dat geldt zeker ook voor de golfsport. Het clubhuis is vooral voor veel oudere golfers een tweede huiskamer. Het clubhuis op golfaccommodaties is in sommige gevallen een kantine waar eenvoudig eten aangeboden worden, zoals op voetbal- en hockeyterreinen. Maar is in de meeste gevallen treft men in het clubhuis op een golfbaan een à la carte-restaurant aan.

 

De vergrijzing in Nederland neemt de komende jaren aanzienlijk toe en zal pas rond 2040 een hoogtepunt bereiken. De vraag naar groene recreatie is gegroeid, omdat vooral de stedelijke bevolking is toegenomen en meer vrije tijd tot haar beschikking heeft gekregen als gevolg van vergrijzing. 50-plussers geven aan dat ze bij het zoeken naar een sport of recreatievorm vooral oog hebben voor gezondheid en sociaal contact. De golfsport kan deze groep goed bedienen omdat men golf tot op zeer hoge leeftijd kan spelen. Vooral bij ouderen is sociale interactie een van de belangrijkste voorwaarden voor gezondheid; golf draagt bij aan het voorkomen van sociaal isolement.

Gerelateerde cijfers

Golf bespaart de maatschappij 17.500 euro per persoon per leven..

In het onderzoek De waarde van golf (2018) is berekend dat golf de maatschappij 17.500 euro per persoon per leven bespaart.

 

Wat golf een gezonde sport maakt, is dat golfers in de buitenlucht en natuur sporten, grote afstanden afleggen, veel bewegen en veel calorieën verbranden. En dat tot op hoge leeftijd. Golf is voor recreatiespelers een vorm van lichaamsbeweging met een lange duur (1,5 tot 2 uur voor 9 holes), 3,5 tot 4 uur voor 18 holes) maar een matige intensiteit. Daarom kan golf tot op hoge leeftijd gespeeld worden.

 

Mede omdat ze golf spelen, zijn golfers gezonder en minder vaak ziek. Mede omdat ze golf spelen, leven ze langer dan mensen die de beweegrichtlijnen niet halen. Dat resulteert onder meer in lagere zorgkosten.

 

Bij een 18-holes ronde legt een golfer 6 tot 8 kilometer af.

Dit komt neer op ruim 10.000 stappen. Een algemeen gezondheidsadvies is dat mensen dagelijks 10.000 stappen doen. Wanneer iemand 8 kilometer stevig doorloopt is dit te vergelijken met de inspanning die samenhangt met 5,5 kilometer hardlopen. Bij een 9-holes ronde is dat de helft.

 

Bij een 18-holes ronde verbrandt een golfer tussen de 1.400 en 2.000 calorieën.

Bij een 9-holes ronde worden 700 tot 1000 calorieën verbruikt.

 

Golf is beweging met een ‘matige intensiteit’ waarbij je drie tot zes keer meer calorieën verbrandt dan als je stilzit. Golfers verbranden calorieën zonder dat ze het doorhebben omdat ze in een mooie natuurlijke omgeving lopen en een balsport bedrijven. Golf voelt daarom niet als een taak zoals een fitnessoefening als een verplichting kan voelen.
De lichamelijke gezondheidsvoordelen van golf zijn het grootst als een speler wandelt en een lichte tas draagt of als een golfer wandelt en de tas op een golftrolley plaatst en meeneemt. De gezondheidsvoordelen zijn kleiner als een golfer een buggy gebruikt. In Nederland worden buggy's in het algemeen alleen gebruikt door oudere golfers die een ronde niet meer wandelend kunnen afleggen.

 

Ook het bijwonen van een golfwedstrijd heeft gezondheidsvoordelen, zo blijkt uit onderzoek door de R&A. Toeschouwers bij golfwedstrijden zitten op tribunes én wandelen mee met hun favoriete spelers terwijl die hun wedstrijdronde spelen. De gemiddelde golftoeschouwer op een toernooidag verbrandt meer dan 1.000 calorieën en legt ruim 11.000 stappen af. De gemiddelde toeschouwers is ook urenlang buiten met vrienden en familie in een groene omgeving.

 

Ook het oefenen op drivingranges is een gezonde lichamelijke activiteit. Hierbij verbrandt iemand ongeveer 135 tot 180 calorieën in een uur.

 

92% van de golfers tussen de 18 en 54 jaar haalt de beweegnorm.

Uit het onderzoek De waarde van golf (2018) blijkt dat de golfsport eraan bijdraagt dat Nederlanders de beweegnorm halen. De beweegnorm is een belangrijke indicatie voor lichamelijke gezondheid.

 

92 procent van de golfers tussen de 18 en 54 jaar haalt de Beweegnorm (minimaal 150 minuten per week matig intensief bewegen) tegenover 75 procent als je kijkt naar alle sporters in die leeftijden.

 

In de leeftijd 55+ haalt 81 procent van de golfers de beweegnorm. Dat is slechts 50 procent bij alle sporters.

 

Vanwege de hoge gezondheidswaarde wordt golf aanbevolen door organisaties als de WHO (World Health Organization), het US Department of Health and Human Services en de UK Chief Medical Officers. Wie 150 minuten per week golf speelt en het parcours wandelend aflegt, voldoet aan de WHO-aanbevelingen voor lichamelijke beweging. Een ronde over 9 holes duurt 2 uur of minder en een ronde over 18 holes duurt 3,5 tot 4,5 uur.

 

Golfers leven gemiddeld 5 jaar langer dan niet-golfers en blijven langer fit en gezond.

In een onderzoek gepubliceerd in het Scandinavian Journal of Medicine and Science in Sports kwam naar voren dat golfers gemiddeld vijf jaar ouder worden dan niet-golfers. Volgens de Zweedse onderzoekers geldt dit voor golfers van alle geslachten, alle leeftijdsgroepen en alle sociale achtergronden. Golfers leven langer omdat de sport bijdraagt aan mentale gezondheid, sociaal welzijn en het voorkomen van chronische ziektes zoals diabetes, hartaanvallen, beroertes, borst- en darmkanker en dementie.

 

32 golfbanen in Nederland hebben een gericht aanbod op mensen met een beperking.

In Nederland heeft ongeveer één op de tien Nederlanders een matige of ernstige beperking. Golf is een van de weinige sporten waaraan zij kunnen deelnemen. Mensen met een beperking die golf oppakken, ervaren vaak een aanzienlijke verbetering van hun fysieke en mentale gezondheidstoestand. Maar veel mensen in deze groep hebben wat betreft materiaal, lessen en lidmaatschappen een ander aanbod nodig dan de gemiddelde golfer. De NGF stimuleert dat golfclubs een gericht aanbod hebben voor mensen met een beperking. In het jaar 2023 is het aantal gestegen van 20 naar 32. Sport, en zeker ook golf, draagt bij aan kansengelijkheid.

 

Sport onder druk

NOC*NSF heeft eind 2023 een oproep gedaan aan de politiek om sport en bewegen prioriteit te maken.

Lees verder: er zijn volgens NOC*NSF grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van gezondheid.

Om een paar voorbeelden te noemen:

 

  • 32 procent van de Nederlanders sport niet;
  • 56 procent van de Nederlanders beweegt onvoldoende;
  • 50 procent van de Nederlandse bevolking van 18 jaar of ouder heeft overgewicht.

 

De nationale sportkoepel betoogt dat de sportsector onderdeel van de oplossing voor het gezondheidsprobleem is. Maar sport staat onder druk, aldus NOC*NSF. “De uitdaging om Nederlanders meer te laten sporten, is ook een ruimtelijke opgave. Suppers, sportvissers en watersporters genieten van gezond en veilig water. Wandelaars, ruiters, golfers en fietsers beleven de pracht van de natuurlijke omgeving, maar ook initiatieven als bootcamp vinden plaats in de openbare ruimte. Helaas zien we dat de ruimte om te kunnen sporten en bewegen steeds meer onder druk komt te staan. Bij de ontwikkeling van nieuwe woningen en de herinrichting van bestaande wijken wordt sport vaak vergeten. Of erger nog, bestaande sportparken moeten wijken voor woningbouw, waarbij vanzelfsprekend de hoge grondprijzen per m2 een rol spelen. De instandhouding van sportaccommodaties en een sportieve openbare ruimte is echter cruciaal voor de sport in Nederland en daarmee voor een vitaal en gezond Nederland. De Rijksoverheid moet het plezier dat mensen beleven aan sportief bewegen dus beter meenemen in haar ruimtelijke plannen en programma’s. In het huidige ruimtelijk beleid is nog te weinig aandacht voor deze vraagstukken.”

 

De NGF sluit zich aan bij de oproep van NOC*NSF. Sport maakt mensen fysiek en mentaal gezond en zorgt voor een daling van de zorgkosten. Golf is een sport die mensen van alle leeftijden actief houdt. Golf draagt daardoor sterk bij aan het verminderen van de beweegarmoede en het verbeteren van de volksgezondheid. Golf is een sport in de natuur en biedt daarmee bij uitstek een gezonde omgeving met een goede luchtkwaliteit. De natuur heeft verschillende positieve gezondheidseffecten, waaronder herstel van stress. De golfbanen in stedelijke gebieden vormen zeldzame open en groene ruimtes die belangrijk zijn voor mensen die in deze gebieden wonen. Natuur in de buurt heeft een positief effect op de gezondheid.

 

De boodschap van NOC*NSF, dat sport onder druk staat, wordt bevestigd door het rapport ‘Sportaccommodaties in Nederland 2023’ van het Mulier Instituut dat eind 2023 is verschenen. Uit het rapport blijkt dat het aantal sportparken, sporthallen en zwembaden in Nederland sinds 2015 niet is toegenomen. Tegelijk is de bevolking sinds 2015 wel toegenomen, en de bevolking blijft ook groeien in de komende jaren. Met name in stedelijke gebieden groeit de bevolking in een hoger tempo dan het aanbod van traditionele sportaccommodaties. De onderzoekers waarschuwen dat er in de toekomst te weinig sportaanbod is in steden en dat de reisafstanden in meer afgelegen gebieden te groot worden.

 

De zorgen die geuit worden in het rapport ‘Sportaccommodaties in Nederland 2023’ sluiten aan bij zorgen die geformuleerd zijn in het rapport ‘Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050’. Er wordt gepleit voor een gematigde groei van de bevolking in de periode tot 2050, omdat er bij een sterke bevolkingsgroei sprake zal zijn van een schaarste aan voorzieningen en ongelijkheid tussen groepen in de samenleving.

 

Blessures

Golf kan, zoals elke sport, tot blessures leiden maar het aantal blessures is vergeleken met andere sporten gering. Wie een warming-up doet, een goede techniek aanleert en met materiaal speelt dat past bij het lichaam, verkleint het risico op blessures. Golfers moeten daarnaast waakzaam zijn voor verbranding omdat ze lange tijd buiten zijn. Ze kunnen het risico vermijden door goede voorzorgsmaatregelen te nemen op het gebied van kleding en zonnebrandcrème. De gezondheidsvoordelen van de sport zijn vele malen groter dan de nadelen.

3c De economische impact van golf

Golf is met 420.000+ beoefenaars een grote sport, sport nummer 4 van Nederland. Hieronder behandelen we de economische impact van de sport voor Nederland.

Duurzaam ondernemen en de 3 p’s.

Bij duurzaam ondernemen gaat het om het evenwicht tussen de 3 p's: people, planet, profit. Om tot een duurzame samenleving te komen, moet er gelijkwaardige aandacht zijn voor mensen, het milieu en welvaart en winst. Er moet bij alles wat men doet een afgewogen balans zijn tussen de sociale, ecologische en economische gevolgen.

 

Voor een golfvereniging betekent dit dat er gestreefd wordt naar een optimale winst voor mens, natuur en milieu en ‘de clubkas’. ‘Profit’ betekent voor een golfclub een begroting die leidt tot een gezonde exploitatie. Het gaat om de financiële stabiliteit die noodzakelijk is voor de continuïteit van de club. Omdat een vereniging een non-profit organisatie is, worden eventuele meevallers in de begroting aan de club besteed. Dat versterkt de vereniging.

 

De waarde van golf op economisch gebied? In 2018 werd de waarde geschat op 466.000.000 euro.

Golf stimuleert de economie. In het onderzoek De waarde van golf (2018) is de toegevoegde waarde van golf op economisch gebied geschat op 466 miljoen euro. Dit bedrag is een afgeleide van de totale opbrengsten van alle golfbanen, de totale kosten, de totale investeringen, het aantal mensen dat werkzaam is op golfbanen en de uitgaven per golfer.

 

De verhouding ‘verenigingsbaan’/golfbaan met commercieel karakter is ongeveer 50-50%.

Op dit moment is ongeveer de helft van de golflocaties in Nederland een ‘verenigingsbaan’ en de andere helft een baan met een commercieel karakter. Een verenigingsbaan wordt beheerd door een golfclub en is met name gericht op de leden van de eigen vereniging, hoewel golfers van andere clubs ook welkom zijn om te komen spelen. Bij verenigingsbanen is de vereniging eigenaar, huurder, erfpachter of pachter van de grond waarop de golfbaan is aangelegd. De vereniging exploiteert de baan voor de leden en loopt daarmee zakelijk risico. Dat betekent dat de leden in de vorm van contributie de middelen opbrengen die nodig zijn voor kapitaal- en rentelasten, eventuele pacht, beheer en onderhoud. Daartoe wordt door het bestuur van de vereniging jaarlijks een begroting opgesteld en aan de algemene ledenvergadering van de vereniging ter goedkeuring voorgelegd.

 

De opkomst van de commerciële golfbanen begon in de jaren tachtig als gevolg van de groeiende belangstelling voor golf, ook bij het bedrijfsleven. Met uitzondering van ‘pay and play’ banen, zoals bijvoorbeeld Golfbaan Delfland, is ook op commerciële banen in het algemeen een vereniging de vaste bespeler van de baan, maar deze vereniging exploiteert de baan niet.

 

Alhoewel de vormen van eigendom en exploitatie kunnen verschillen, geldt voor alle golfbanen dat ze te maken hebben met exploitatiekosten en -opbrengsten.

 

Meer dan een kwart van de golfclubs heeft het golfterrein in eigendom.

In de Rapportage Sport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (2018) is per tak van sport weergegeven of de accommodatie door clubs gehuurd wordt. Voor golfclubs geldt het volgende.

 

  • Beschikt niet over accommodatie: 33 procent
  • Beschikt over gehuurde accommodatie*: 49 procent
  • Beschikt over accommodatie in eigendom*: 28 procent
  • Eigendom verzelfstandigd (accommodatie in eigendom is ondergebracht in een aparte rechtspersoon): 20 procent

* De som van het percentage clubs met een gehuurde accommodatie en het percentage clubs met een eigen accommodatie kan groter zijn dan 100 procent.

 

Per golfaccommodatie wordt gemiddeld 1,1 miljoen euro aan opbrengsten gegenereerd.

Dit is berekend ten tijde van het onderzoek De waarde van golf (2018). Het is een gewogen gemiddelde waarbij rekening is gehouden met het aantal holes op de accommodatie. Op een typische golflocatie met een 18-holes baan is de omzet 1,5 tot 7 miljoen euro. Op de Nederlandse golfbanen zijn de opbrengsten als volgt verdeeld.

 

  • 57% lidmaatschappen
  • 17% catering
  • 14% greenfees
  • 2% driving range
  • 10% overig

 

In de Rapportage Sport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (2018) werden andere cijfers gepresenteerd: “Voor golfclubs gold dat zij van de buitensportclubs het meest afhankelijk zijn van contributiegelden (71 procent). De kantineverkopen maakten bij golfclubs maar een klein onderdeel uit van de exploitatie. Net als bij de meeste binnensportclubs geldt dat golfclubs het horecagedeelte vaak niet in eigen beheer hebben. Veelal wordt dit geëxploiteerd door de golfbaanexploitant.”

 

Gemiddeld bedragen de kosten per golfaccommodatie 900.000 euro.

Elke golfaccommodatie heeft een clubhuis, parkeerterrein en loodsen voor opslag van onderhoudsmachines en -materiaal. Gemiddeld bedragen de kosten per golfaccommodatie 900.000 euro. Dit is berekend ten tijde van het onderzoek De waarde van golf (2018). Het is een gewogen gemiddelde waarbij rekening is gehouden met het aantal holes op de accommodatie. De gemiddelde verdeling is als volgt.

 

  • 48 procent salarissen
  • 23 procent onderhoudskosten
  • 8 procent inkoop
  • 21 procet overig

 

In de Rapportage Sport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (2018) werden andere cijfers gepresenteerd: “Voor golfclubs geldt dat 21 procent van de uitgaven wordt besteed aan betalingen van lonen en sociale lasten.”

 

Golf verschaft werk voor de lokale gemeenschap.

Wereldwijd zijn er 31.500 golfterreinen. Die liggen in de 207 van de 245 landen van de wereld waar golf gespeeld wordt. Sinds 2016, na 112 jaar afwezigheid, is golf opnieuw een olympische sport. Golf is een grote industrie en verschaft werk voor de lokale gemeenschap. Werk in de golfindustrie is in de volgende categorieën te verdelen.

 

  • Administratie
  • Receptie en hospitality
  • Management/beheer (golfclubmanager, golfbaanmanager, algemeen manager, directeur, ceo, cfo, hoofdgreenkeeper/superintendent/director of golf, head professional)
  • Onderhoud (greenkeeper, seizoenskracht)
  • Lesgeven en coaching (teaching professional, coach)
  • Verkoop van golfmateriaal en -kleding
  • Media en marketing
  • Sales en events
  • Toerisme/golfreisbureaus

 

Het aantal fte op een Nederlandse golflocatie met een 18-holes baan is gemiddeld 11.

Dit is berekend ten tijde van het onderzoek De waarde van golf (2018). Het aantal fte op Nederlandse 9-holes banen is gemiddeld 4 en op 18-holes banen ligt het gemiddelde op 11 fte. Op 18-holes banen in het buitenland is dat vaak hoger, rond de 15 fte. In totaal (op alle banen in Nederland) is het aantal fte ongeveer 2.200. Op een typische golfbaanaccommodatie met 18 holes is de verdeling als volgt.

 

  • Greenkeepers: 4 tot 8.
  • Beheerders: 1 tot 2.
  • Golfleraren: 1 tot 3.
  • Golfshop: 1.
  • Horeca: 2 tot 5.

 

Een golfer spendeert gemiddeld 1.500 euro per jaar aan zijn sport. .

Dit is berekend ten tijde van het onderzoek De waarde van golf (2018). Het grootste deel van de 1.500 euro – 400 euro – is het lidmaatschapsgeld. Het is gemiddeld 400 euro, want het tarief van een lidmaatschap kan enorm verschillen (een handicapregistratielid betaalt 50+ euro terwijl een lidmaatschap met onbeperkt speelrecht vaak 1.000+ euro bedraagt).

 

Na de lidmaatschapskosten gaat het grootste deel van de uitgaven naar buitenlandse golfreizen, consumpties in het clubhuis, greenfees (de bijdrage die een golfer aan een golfaccommodatie moet betalen voor een ronde), golfmateriaal, -kleding en -lessen.

 

Nederland telt ongeveer 1.000 greenkeepers.

Greenkeepers zijn vakmensen die gespecialiseerd zijn in het beheer en onderhoud van golfbanen en de natuur op de golfterreinen. Een 18-holes golfbaan heeft vier tot acht greenkeepers. Het reguliere onderhoud en biodiversiteitsontwikkeling gebeurt in het algemeen zonder overheidssteun. Bijna alle Nederlandse golfbanen worden privaat gefinancierd.

 

Bij 55% van de golflocaties zijn de greenkeepers in eigen dienst.

Op ongeveer 45 procent van de Nederlandse golflocaties is het golfbaanonderhoud uitbesteed aan gespecialiseerde aannemers. Op deze locaties zijn de greenkeepers in dienst bij een onderhoudsaannemer en niet bij de eigenaar van het golfterrein, de golfbaanexploitant of golfclub.

 

Op de Nederlandse golfclubs en -banen zijn 15.000 vrijwilligers actief.

Bijna alle Nederlandse golfbanen worden privaat gefinancierd en bij golfclubs zijn vrijwilligers de drijvende krachten.

 

Gemiddeld heeft een sportclub van 500+ leden, zo meldde NOC*NSF in 2023, één vrijwilliger per 6,2 leden. In totaal zijn circa 845.000 vrijwilligers actief bij alle Nederlandse sportclubs.

 

Op alle Nederlandse ‘golfclubs met gras’ (NGF-Leden die gebonden zijn aan één vaste gekwalificeerde golfbaan) zijn tientallen vrijwilligers actief (60 tot 100 bij clubs met een 18-holes baan, 40 tot 70 bij clubs met een 9-holes baan). Het totale aantal vrijwilligers op Nederlandse golfclubs ligt naar schatting rond de 15.000. Het aantal uren dat zij zich inzetten is moeilijk te schatten. De vele taken die door vrijwilligers uitgevoerd worden, besparen de golfclub veel uitgaven. Vrijwilligers maken niet alleen de golfsport mogelijk maar helpen ook bij de biodiversiteitsontwikkeling op golfbanen.

 

Er zijn in Nederland ongeveer 600 PGA-professionals actief.

Dit aantal betreft teaching professionals (golfleraren) die zijn opgeleid door PGA Holland. Dit is de belangrijkste organisatie voor golfleraren. PGA Holland is een internationaal erkende organisatie en aangesloten bij de overkoepelende Confederation of Professional Golf (CPG). In totaal telt Nederland ongeveer 1.500 golfleraren.

 

Golf en liefdadigheid

Wereldwijd doet de golfsport veel voor goede doelen. Dat is ook in Nederland het geval. Veel golfclubs organiseren jaarlijks één benefiettoernooi, vaak gepaard met een veiling, waarbij geld wordt ingezameld voor een goed doel. Ook stichtingen die zich inzetten voor goede doelen organiseren golftoernooien om geld in te zamelen. Als zij een golfclub benaderen wordt de baan soms om niet beschikbaar gesteld voor het benefiettoernooi. Er zijn geen cijfers over de nationale opbrengsten in Nederland. In Amerika schonk de golfsport in 2022 4,6 miljard dollar aan goede doelen. Van dit bedrag werd ongeveer 4 miljard ingezameld bij lokale benefiettoernooien op golfbanen.

Nationaal en internationaal golftoerisme

Veel golfers maken golfreizen en een deel wil bij deze vakanties vrijwel uitsluitend golf spelen op banen met een goede reputatie. Golftoerisme is wereldwijd een grote industrie en Nederland raakt bij buitenlandse golfer steeds bekender als een interessante en relatief goedkope golfvakantiebestemming. Nederland heeft enkele banen die gerekend worden tot de beste 100 van de wereld (Koninklijke Haagsche, De Pan). En in Europese top 100s van verschillende golfmedia staan zo’n acht Nederlandse banen. Vooral Duitse en Belgische golfers gaan met golfvakantie naar Nederland. Het is niet bekend hoeveel buitenlandse golftoeristen Nederland jaarlijks ontvangt.

Ook nationaal golftoerisme is groot. Veel Nederlanders, ook golfers die volledig speelrecht hebben op één baan in of nabij hun woonplaats, spelen geregeld op andere banen in hun regio. Ook maken veel Nederlanders korte golftrips van twee tot vier dagen in eigen land, bijvoorbeeld naar Texel, Drenthe of Limburg. Gemiddeld bestaat 14 procent van de opbrengsten van een golfbaan uit greenfee-inkomsten. Golftoeristen spenderen vaak meer dan een greenfee bij een bezoek aan een golfbaan; vaak lunchen of dineren ze ook op de golfaccommodaties die ze bezoeken.

 

Naar de hoofdpagina van het NGF-jaarverslag 2023.