Professionals en het handicapsysteem
De competities
Vanaf de start van de najaarscompetitie mogen professionals meedoen aan deze clubuitwisseling. En sinds 2023 mogen professionals – zowel teaching als playing – ook aan de voorjaarscompetitie meedoen. Hiervoor gelden wel enkele voorwaarden.
- Er geldt voor elk team een maximum van één pro per speeldag (er mag dus nooit meer dan één pro in het die dag spelende team van zes spelers spelen).
- De pro moet lid zijn van de vereniging waarvoor hij of zij speelt.
- De pro moet een handicap hebben.
Wat zijn de voordelen?
Professionals hadden in het verleden geen handicap. Dat is in wedstrijden voor professionals nog steeds zo. Ze noteren in deze wedstrijden het bruto aantal slagen en ontvangen geen handicapslagen.
Maar intussen is het al jaren mogelijk dat pro’s die dat willen wel een officiële handicap kunnen krijgen. Een klein aantal professionals, vooral golfleraren, heeft al een handicap en houdt die bij.
Een pro mág dus een handicap bijhouden en de NGF juicht het toe als met name meer clubpro’s dat doen. Waarom? Het heeft voordelen voor de pro én de club.
- De pro is een belangrijke schakel bij elke golfbaan en golfclub. Als teaching professionals een handicap bijhouden, kunnen ze – in overleg met de vereniging – af en toe meedoen aan een clubwedstrijd en op basis van hun handicap een eerlijke strijd spelen met leerlingen, leden en andere golfers. Dat is goed voor de integratie van de pro in de vereniging. Spelen met de pro in een clubwedstrijd is een interessante en leerzame ervaring voor de leden van de club.
- Professionals kunnen net als ieder ander lid plezier beleven aan spelen in teamverband. Als een clubpro in een competitieteam zit, dan wordt hij of zij meer onderdeel van de vereniging.
- Door een handicap bij te houden krijgt een pro goed zicht in zijn of haar spelniveau ten opzichte van de beste golfers onder de leden. Het stimuleert de professional om zijn of haar spelniveau op peil te houden of beter te worden.
- Met een handicap krijgt een pro net als andere golfers een GSN (Golf Service Nummer) en kan de professional de app GOLF.NL gebruiken. De pro kan dan dus scores invoeren via de app én de marker zijn van golfers die scores in de app invoeren. En door in de app GOLF.NL vrienden te worden met leerlingen en bekenden, krijgt de pro de resultaten van amateurspelers onder ogen. En andersom: wie in de app GOLF.NL bevriend is met de pro, ziet het handicapverloop en de bijzondere prestaties van de professional
Hoe komt een pro aan een officiële handicap?
- De pro moet lid worden van de vereniging. Als lid van de club krijgt de professional - net als andere verenigingsleden - een GSN (Golf Service Nummer).
- De pro moet drie qualifying scores inleveren. De handicapcommissie kan op basis van die scores een eerste handicap bepalen. De handicap wordt gekoppeld aan het Golf Service Nummer van de pro.
De lidmaatschapsvorm voor een pro is een keuze van de club. Sommige clubs hebben als voorkeur dat de pro ‘gewoon lid’ wordt en hetzelfde contributiegeld betaalt als andere leden. Maar er zijn ook clubs die een eigen lidmaatschapsvorm voor hun teaching pro’s in het leven roepen en een lager tarief rekenen.
Mogen pro’s ook aan clubwedstrijden meedoen?
De NGF is er voorstander van dat pro’s ook mogen meedoen aan clubwedstrijden, maar ook dit is een zaak tussen de pro en de vereniging. Het is belangrijk dat clubs en pro’s hierover goede afspraken maken en dat die in het wedstrijdreglement worden vastgelegd.
Want of de clubpro nu lid is of niet, uiteindelijk bepaalt het wedstrijdreglement van de club aan welke clubwedstrijden hij of zij mag meedoen. In het wedstrijdreglement van veel clubs staat nu nog een beperkende voorwaarde dat een deelnemer amateurgolfer moet zijn. Als een club beslist dat pro’s ook mogen deelnemen aan clubwedstrijden, dan moet deze beperkende voorwaarde in het wedstrijdreglement verwijderd worden.
Ook kan in het wedstrijdreglement vastgelegd worden aan welke wedstrijden pro’s mogen meedoen en onder welke voorwaarden. Dit zijn veel voorkomende gevallen uit de praktijk.
- De pro mag aan alle clubwedstrijden meedoen.
- De pro mag aan alle clubwedstrijden meedoen maar speelt in nader te bepalen wedstrijden buiten mededinging mee.
- De pro mag niet meedoen aan de clubkampioenschappen en bordwedstrijden maar wel aan bijvoorbeeld de maandbekers en gezelligheidswedstrijden.
Bij voorkeur is een pro die geregeld aan clubwedstrijden meedoet lid van de club en registreert hij of zij een handicap. De club kan dat als eis in het wedstrijdreglement opnemen. Als een pro geen handicap heeft maar wel mag meedoen aan een wedstrijd, dan moet de wedstrijdcommissie de pro van handicap 0,0 laten spelen en krijgt de pro het aantal slagen dat bij handicap 0,0 hoort. Dat heeft een groot nadeel, want handicap 0,0 is bij veel clubpro's niet een goede weergave van hun speelsterkte (lees meer hieronder). En zoals hierboven aangegeven: alleen als een pro lid van de vereniging is en een handicap registreert, mag zij of hij ook meedoen aan de NGF-competitie.
Hoe laag is de handicap van pro’s?
Om in aanmerking te komen voor de PGA Holland B-opleiding voor teaching pro’s moet een speler handicap 9 of lager spelen in wedstrijden. De meeste teaching pro’s hebben – als ze een handicap bijhouden – een handicap boven de 0 maar onder de 10.
Veelbelovende playing professionals hebben in de meeste gevallen aan het einde van hun amateurcarrière een handicap van +4 of beter. Anne van Dam speelde van handicap +4,5 toen ze pro werd en Joost Luiten had +5.
Volgens handicapdeskundige Dean Knuth spelen de meeste pro’s op de grote tours op een niveau dat gelijkstaat aan +5. Tourpro’s die een toernooi winnen spelen ongeveer handicap +10.
Bij het vaststellen van de handicap van tourpro’s wordt gerekend met de normale course rating van de banen waar de toernooien plaatsvinden. Maar in de praktijk zijn banen in toernooiweken veel moeilijker dan normaal, omdat ze voor toernooien extra moeilijk geprepareerd worden. In werkelijkheid zal de gemiddelde handicap van tourpro’s dus nog beter zijn +5.
Knuth rekende jaren geleden ook de handicap van Tiger Woods uit. Tiger speelde in 2015, een relatief slecht jaar, van handicap +5,9. In 2000, het beste jaar van Woods, was zijn handicap nooit slechter dan +10. Woods was als amateur overigens al op zijn 13de een scratchgolfer (handicap nul); dat was in 1989. Op zijn elfde speelde Tiger van handicap 2.