Workshop vogelvriendelijk golfbaanbeheer 1
Golfterreinen zijn niet alleen een plek om sport te beoefenen, de banen zijn ook een leefgebied voor veel vogels. De wijze waarop de baan is ingericht en wordt beheerd, draagt bij aan welke soorten vogels er kunnen voorkomen.
In 2013 sloegen de NGF en Vogelbescherming Nederland de handen ineen en in 2015 is het handboek Vogels en Golfbanen, een leidraad voor vogelvriendelijk golfbaanbeheer gepubliceerd.
Golfbanen als steppingstone
Als introductie op het thema vogelvriendelijk golfbaanbeheer gaf Niels Dokkuma van de NGF de deelnemers allereerst een breder perspectief mee. Namelijk die van golfbanen als steppingstone in het landschap. Waarbij met biodiversiteit als uitgangspunt een habitat gecreëerd wordt voor allerlei flora en fauna om tot ontwikkeling te komen. Door intensivering van de landbouw, die steeds meer moest opbrengen, zijn deze gebieden ongeschikt geworden voor (weide-)vogels. Moerassen en heidevelden werden ontgonnen. Heggen, houtwallen, plassen, poelen, singels, reliëf, verruigde hoekjes zijn vrijwel allemaal verdwenen. Graslanden worden vele keren per jaar overbemest, gemaaid, geharkt en geraapt. Eén eiwitrijk gras verdringt alle concurrenten. Hierdoor zijn er nauwelijks bloemen op deze strakke biljartlakens… en zonder bloemen geen insecten… en zonder insecten geen vogels.
Hier ligt voor golfbaanbeheerders een enorme kans om meer geschikte habitat voor allerlei flora en fauna te creëren. Een habitat waar natuurlijke vijanden van plagen tot ontwikkeling kunnen komen. Gedacht kan worden aan het creëren van bloemrijke graslanden waar deze niet conflicteren met de golfsport of bijvoorbeeld het optimaliseren van het maaibeheer.
Vervolgens werd stilgestaan bij het bredere belang van GEO. De planmatigheid die met GEO gefaciliteerd wordt, is uitstekend toepasbaar voor bijvoorbeeld vogelhabitatontwikkeling en -beheer. Dit is een prachtig voorbeeld van excelleren bovenop GEO-certificering, dan wel een laagdrempelig start om vervolgens te komen tot GEO-certificering.
De drie V’s
“Golfbanen kunnen een belangrijke rol vervullen in het landschap”, zei Albert Vliegenthart van de Vlinderstichting. Zodra deze terreinen vlindervriendelijk worden beheerd, betekent dit dat ook wilde bijen, kleine zoogdieren en andere soorten hierop meeliften. Vogels, die vaak weer rupsen als voedsel nodig hebben, kunnen niet zonder vlinders. Een gevarieerde green en rough bieden de drie V’s die voor vogels en insecten belangrijk zijn: voedsel, veiligheid en voortplanting. Vlinders staan onder druk en gaan achteruit. Om ze beter te helpen, kunnen eenvoudige maatregelen worden genomen, bijvoorbeeld in het maaibeheer of het aanleggen van een idylle (bloemrijke weide). Vlinders zijn ook handig om als vaandeldrager te gebruiken en ze zeggen iets over de kwaliteit van het terrein. Wat gaat er op jouw golfbaan voor vlinders veranderen?
Guido Hamelink, van NLadviseurs, ging verder in op de methodiek en het belang van een gedegen inventarisatie. Hoe kan je een broedvogelmonitoring inzetten om het beheer bij te sturen?
Jochem van de Kamp, van NLadviseurs, liet een paar praktijkvoorbeelden zien van kleine aanpassingen in het beheer die van invloed kunnen zijn op de vogelpopulatie. Denk bijvoorbeeld aan het maaibeheer van de oevers: aanwezigheid van riet heeft een direct effect op de broedvogelpopulatie van de kleine karekiet.
Broedvogelmonitoring als middel voor baanbeheer
Jip Louwe Kooijmans van Vogelbescherming lichtte in zijn presentatie de twee doelen van vogelvriendelijk beheer toe. In de eerste plaats het verbeteren van golfbanen als leefgebied voor vogels, en daarnaast meer mensen enthousiasmeren voor en bewust maken van de natuurwaarden van golfbanen. Daarna toonde hij de vier stappen die nodig zijn; onderzoek (0-meting), visie, werkplanontwikkeling en -uitvoering en evaluatie. Deze werkwijze is gelijk aan die van GEO.