Inhoud caddie

GEO- en Agronomieseminar 2022: "Over speelkwaliteit, water en schimmels"

"Over speelkwaliteit, water en schimmels". Dat was in 2022 het thema van het jaarlijkse GEO- en Agronomieseminar van de NGF. Lees het verslag en bekijk de presentaties.

De bijeenkomst werd gehouden in de week van het Dutch Open vlakbij de baan van Bernardus Golf. De doelgroep: leden van GEO-, duurzaamheids- en baancommissies, baaneigenaars, -exploitanten, -managers, bestuurders en hoofdgreenkeepers.

Wateruitdagingen en -oplossingen

Het jaarlijkse seminar was voor een groot deel gewijd aan een actueel en urgent onderwerp: waterbeperkingen voor golfbanen. Tientallen banen in Brabant en een aantal banen in Gelderland en Utrecht hebben te maken met een verbod om grondwater te onttrekken en een deel van de banen mag ook geen oppervlaktewater onttrekken. De aanleiding voor deze verboden is een lage grondwaterstand als gevolg van langdurige droogte. Golfbanen worden getroffen door de verboden omdat ze door waterschappen gerekend worden tot de categorie ‘grasland’.

Niels Dokkuma, NGF Teammanager Duurzaam beheer/Agronoom, lichtte toe dat de Golfalliantie (NGF-NGA-NVG) rechtstreeks contact met de getroffen banen onderhoudt en gesprekken voert met waterschappen, lokale overheden en de politiek om de belangen van de golfsport te behartigen. Het uitgangspunt hierbij is dat golfbanen uitstekend kunnen bijdragen aan oplossingen voor waterproblemen maar dat dit grote investeringen vergt. Voor de golfsport is het cruciaal dat golfbanen intussen ook zelf in actie komen, niet alleen wat betreft waterbesparende maatregelen maar ook wat betreft de opvang en opslag van regenwater. Want mede door klimaatveranderingen zullen steeds meer golfbanen, ook in laag gelegen gebieden, te maken krijgen met onttrekkingsbeperkingen.

Drie gastsprekers in het seminar gingen in op de droogteproblemen voor golfbanen – én de oplossingen (daarover meer verderop in dit verslag). Niels Dokkuma presenteerde een actieplan met allerlei maatregelen die ervoor zorgen dat je golfbaan minder afhankelijk wordt van water. Hierdoor is je golfbaan beter voorbereid op droogteperiodes en kan schade bij opgelegde waterbeperkingen voorkomen worden. In sommige gevallen komen maatregelen nu al of in de toekomst voor subsidies in aanmerking. Een voorbeeld is Golfclub Landgoed Nieuwkerk. De golfbaan ligt in een Natura 2000-gebied dat 'vernatting' behoeft. Om dit te realiseren is een plan ontwikkeld door de provincie Noord-Brabant, Waterschap De Dommel, Het Brabants Landschap en de gemeente Goirle. Het plan behelst systemen om het waterpeil te reguleren, het ophogen van delen van het terrein en het aanleggen of vergroten van vijverpartijen en waterlopen. Voor de realisatie is ruim 2,4 miljoen euro subsidie beschikbaar gesteld. (Lees hier meer.)

Acties om minder afhankelijk van water te worden

  1. Zorg ervoor dat je een beregeningsmeter hebt. Daardoor krijgt je golfbaan inzicht in de hoeveelheid beregeningswater die jaarlijks wordt verbruikt en ontstaat er ook inzicht in nationaal verbruik. Meten is weten en alleen aan de hand van objectieve data krijg je dingen voor elkaar. Als het langdurig droog is, meet dan het vochtpercentage in de morgen en in de middag om beter inzicht te krijgen hoeveel water er nodig is.
  2. Ga in gesprek met je lokale waterschap en bouw een goede relatie op. Laat zien wat golf is, leg uit hoe je waterhuishouding werkt, laat zien dat je golfbaan veel water opvangt en toon aan dat je golfbaan relatief weinig beregeningswater gebruikt. Lokale waterschappen bepalen de regels in jouw regio.
  3. Kijk na wat je huidige onttrekkingsvergunning is en of je golfbaan voldoet aan de wettelijke vereisten. De vergunning bevindt zich mogelijk in je archief of kan opgevraagd worden bij het waterschap.
  4. Maak een helder ‘bedrijfswaterplan’. Een golfbaan wordt geacht een plan te hebben waarin is vastgelegd hoe het waterverbruik is geregeld, hoe het gemeten wordt, welke waterbesparende maatregelen er genomen worden en welke doelen er zijn. De visie van de golfbaan in dit plan zou moeten zijn dat water alleen een instrument is om grasvegetatie in leven te houden voor een goede speelkwaliteit, niet voor een donkergroene kleur. Golf wordt gespeeld op gras en niet op kleur. 
  5. Focus op diepe wortels en op resistente grassen die geschikt zijn voor het klimaat in je regio. Hierdoor heeft je golfbaan minder water nodig (en ook minder mest) en verhoog je de speelkwaliteit. Pas zo nodig in droge periodes de maaihoogte en frequentie aan. Verdeel de betreding door de holelocaties geregeld te veranderen.
  6. Ga aan de slag met (extra) buffering van water op de golfbaan. Onderzoek waar nieuwe waterpartijen aangelegd kunnen worden. Waterschappen juichen het toe als golfbanen bijdragen aan het bufferen van water in periodes met veel regenval.
  7. Ga aan de slag met het meanderen van waterstromen die nu in een rechte lijn lopen. Hierdoor wordt water in droge periodes langer vastgehouden op het golfterrein. Ga ook aan de slag met regelbare stuwen waardoor je water in droogteperiodes op het golfterrein kunt vasthouden en in natte periodes snel kunt afvoeren. Nederland heeft zich altijd gericht op het snel afvoeren van regenwater maar het is belangrijk geworden om water vast te houden. Dat geldt ook voor golfbanen.
  8. Denk na over maatregelen waarmee je ervoor kunt zorgen dat al het regenwater op en om het clubhuis, de opstallen en de parkeerplaats op het golfterrein blijft en niet afgevoerd wordt naar het riool.
  9. Reserveer geld voor regelmatig onderhoud van de beregeningsinstallatie, voor de aanschaf van waterbesparende sproeiers en voor de aanschaf van een nieuwe, efficiëntere beregeningsinstallatie in de nabije toekomst. Doe ook een 'irrigation audit', dan kom je erachter hoe je beregeningssysteem ervoor staat. Er zijn voorbeelden van banen die dankzij aanpassingen van sproeiers op basis van een een beregereningsaudit 50 procent minder water nodig hebben.
  10. Beregen op basis van behoefte, aan de hand van vochtmetingen. Een vochtmeter behoort tot de belangrijkste instrumenten van een greenkeeper. Stel je sproeiers nauwkeurig af. Gebruik 'catch cans' om te meten hoeveel beregeningswater daadwerkelijk op welke plek komt.
  11. Beregen de greens zo veel mogelijk met de hand om water te krijgen waar het echt nodig is.
  12. Gebruik wetting agents zodat de golfbaan minder water nodig heeft. Wetting agents zorgen ervoor dat water beter opgenomen wordt.
  13. Investeer in de opvang en opslag van regenwater in bassins. Bassins zijn uitgezonderd van een verbod op het onttrekken van grondwater en oppervlaktewater. (Lees hierover meer onder de kop "Waterbassins op De Texelse".)
  14. Verdiep je in innovaties op het gebied van waterbesparing en -opslag. Voorbeelden hiervan zijn ondergrondse opslag van regenwater, opslag in ‘bufferzakken’, De Waterbank (een platform dat vraag en aanbod rondom restwater bijeenbrengt), verbindingen met RWZI’s (waterzuiveringsinstallaties) en tijdelijke watervoorziening door organisaties als MTD. De Golfalliantie houdt je op de hoogte van innovaties en best practices.
  15. Besteed veel aandacht aan communicatie. Communicatie met je golfers over het waterbeleid, waarom de golfbaan niet het gehele jaar donkergroen is. Hiermee creëer je begrip. Communicatie met je gemeente en regionale instanties over je verantwoordelijke watermanagement. Hiermee creëer je goodwill.

Het seminar onderstreepte de boodschap die in de afgelopen jaren is afgegeven: toekomstbestendig waterbeheer (voorbereid zijn op periodes van droogte én extreme regenval) is voor golfbanen een minstens even grote uitdaging als pesticidevrij beheer. Op beide gebieden moeten golfbanen streven naar een balans. Klaar zijn voor de toekomst door het gebruik van pesticiden af te bouwen, maar met behoud van speelkwaliteit. Klaar zijn voor de toekomst door water op te slaan en te besparen, maar met waarborging van ‘droge voeten’ in natte periodes.

Hieronder vind je per programma-onderdeel een verslag en de presentatie.

Vervolg verslag GEO- en Agronomieseminar

Gastspreker William Boogaarts (innovatiemanager van De Enk Groen & Golf) besprak onder de noemer “Het nieuwe goud: elke druppel telt” de noodzaak om bewuster om te gaan met beregeningswater. Met goede data, te verkrijgen door metingen, en door bestudering van die data kun je verantwoord tot minder watergebruik komen. De grasmat heeft water nodig, maar hoeveel? Dat verschilt per golfbaan want het verschilt per grondsoort en type green. Op sommige greens is een vochtpercentage van 12 tot 16% vereist, maar op andere greens kan dat meer of minder zijn. Om daarachter te komen is het van belang om metingen te doen met een vochtmeter en vangbakjes. Wat is het vochtpercentage na beregening, wordt het water goed verdeeld over de green, wat is het percentage na een stortbui? “Een golfbaan onderhouden zonder vochtmeter, dat kan niet meer”, aldus Boogaarts. En in zijn ogen is een weerstation een volgende stap. “Elke golfbaan behoort er een te hebben.” Boogaarts wees op handige tools en apps die tegenwoordig bestaan: instrumenten die data automatisch opslaan en overzichten maken.

De innovatiemanager gaf ook andere aanbevelingen. Met de hand beregenen is in zijn ogen altijd beter en dat geldt des te meer voor flink geonduleerde greens. Ook een regelmatige check van de beregeningsinstallatie, de vervanging van nozzles in sproeiers of het nauwkeurig afstellen van draaihoeken leidt tot waterbesparing én een gewenst vochtpercentage. Boogaarts sloot zijn presentatie af met het advies om het Sterf-handboek “Irrigation of Turf on Golf Courses” te bestuderen.

Presentatie William Boogaarts (innovatiemanager van De Enk Groen & Golf) - Het nieuwe goud: elke druppel telt

Iwan Groothuis (directeur Vakantiepark De Krim en Golfbaan de Texelse) besprak de grootschalige renovatie van De Texelse. De uitbreiding en renovatie van deze baan ging gepaard met de aanleg van waterpartijen (het zand dat hierbij vrijkwam, kon gebruikt worden voor de holes). Tegelijk zijn er, ten behoeve van de beregening van de golfbaan, foliebassins aangelegd waar water wordt opgeslagen - want op Texel geldt jaarrond een verbod op het onttrekken van grondwater.

De Texelse beschikt nu over twee grote bassins. Regenwater dat op het golfterrein en bij vakantiehuizen valt, wordt ernaartoe gevoerd en opgeslagen. Op de bassins drijven pontons met zonnepanelen. Die hebben als extra voordeel dat er minder water verdampt. De bassins zijn omdijkt en weggewerkt in het landschap, waardoor ze voor golfers en anderen niet te zien zijn.

“De bassins zijn een goede oplossing voor de beregening van onze golfbaan,” zei Groothuis, “en ik denk dat het voor veel andere golfbanen ook een oplossing kan zijn.” De wateropslagplaatsen op Golfbaan de Texelse zijn tot stand gekomen in samenwerking met het waterschap en andere organisaties en de investering is voor een groot deel gesubsidieerd. “Iedereen bemoeide zich ermee,” aldus Groothuis over het vergunningentraject, “maar ons concept werd ook door iedereen omarmd.” Groothuis wees ook op innovaties op Texel zoals wateropslag onder de grond: “Texel is innovatief bezig, maar dat moet ook omdat het eiland volledig afhankelijk is van neerslag!”

Presentatie Iwan Groothuis (directeur Vakantiepark De Krim en Golfbaan de Texelse) - De grootschalige renovatie van Golfbaan De Texelse

De laatste spreker over het thema ‘droogte’ was Jouke Velstra, directeur en adviseur waterinnovaties bij Acacia Water. Dit bedrijf richt zich op duurzame en praktische oplossingen voor watervraagstukken wereldwijd. Velstra besprak de wateruitdagingen die Nederlandse golfbanen te wachten staan en besprak praktische oplossingen en best practices op het gebied van waterkwantiteit en -kwaliteit. In het zuiden - ‘hoog Nederland’, gelegen op zandgronden - is de stand van het grondwaterpeil zorgelijk. In ‘laag Nederland’ is verzilting een probleem. Laag Nederland is voor een groot deel afhankelijk van wateraanvoer in de Rijn. Die aanvoer neemt in de toekomst mogelijk af en dan zal er een nieuw probleem ontstaan. Er valt in Nederland meer dan genoeg regenwater, maar het watersysteem is ingericht op snelle afvoer. Nu is het juist in ons belang om water vast te houden; het is dus noodzakelijk dat het afvoersysteem aangepast wordt. De waterschappen zijn hiermee bezig, maar tegelijk moeten 'gebruikers' stappen zetten. Golfbanen moeten net als waterschappen oplossingen vinden voor het vasthouden van water dat niet infiltreert. Het ‘neerslagoverschot’ (neerval die niet de grond ingaat) moet op slimme en duurzame wijze opgevangen en opgeslagen worden; zeker niet het gehele neerslagoverschot maar wel een deel.

Op dit gebied zijn er volgens Velstra steeds meer duurzame oplossingen die goed werken. Bijvoorbeeld foliebassins (zoals op De Texelse), maar die hebben als nadeel dat ze veel ruimte innemen. Een andere, meer innovatieve oplossing is wateropslag onder de grond, hetzij afgesloten reservoirs hetzij 'zoetwaterbellen' in de ondergrond. “Er is altijd wel een oplossing,” aldus Velstra, “maar het zal voor elke golfbaan maatwerk zijn. En in sommige gevallen, bijvoorbeeld bij bepaalde vormen van ondergrondse waterberging, is er nog geen vergunningentraject voor de innovaties. Wij zijn hierover in gesprek met waterschappen.”

Ook op het gebied van besparing bij beregening zijn er steeds meer oplossingen die ervoor zorgen dat er meer water bij de plant komt en dat verdamping voorkomen wordt. Velstra besprak onder meer ondergrondse ‘dripirrigatie’ via druppelslangen, ‘fertigatie’ (gecombineerde bemesting en irrigatie) en ‘subirrigatie’ (omgekeerde drainage).

Presentatie Jouke Velstra (directeur en senior specialist watersystemen en watervoorziening bij Acacia Water) - Over toekomstbestendige waterbeschikbaarheid

Zoals gebruikelijk in het jaarlijkse GEO- en Agronomieseminar praatte Niels Dokkuma (NGF Teammanager Duurzaam beheer/Agronoom) de toehoorders bij over de wetgeving rondom het gebruik van pesticiden op golfbanen. Voor banen die pesticiden gebruiken is IPM (Integrated Pest Management) de wettelijk verplichte methodiek om het pesticidegebruik drastisch af te bouwen. Gebruik van pesticiden is verboden tenzij IPM is toegepast en tenzij het strikt noodzakelijk is en alleen in uitzonderlijke gevallen. Het gebruiksverbod is weliswaar in een uitspraak van het gerechtshof Den Haag ontbindend verklaard, maar er komt naar verwachting eind september een nieuwe juridische grondslag voor het verbod. De Golfalliantie blijft nadrukkelijk adviseren om in te zetten op pesticidevrij beheer met behoud van speelkwaliteit. “Blijf dus werken volgend de IPM-systemathiek en vervolgens als laatste redmiddel de uitzonderingentabel”, aldus Dokkuma. De uitzonderingentabel (te vinden op ngf.nl) zal overigens in de nabije toekomst aangepast worden; golfbaanbeheerders zullen hierover bericht worden.

Om banen te begeleiden bij pesticidevrij beheer is IPM sinds 2020 geïntegreerd in OnCourse Nederland, de portal voor GEO-certificering. Via OnCourse is het gemakkelijker om IPM toe te passen, omdat je op een gebruikersvriendelijke manier door alle stappen wordt geleid. De Golfalliantie doet een beroep op alle gofbanen om hun IPM-aanpak en -data in OnCourse in te voeren. Hoe meer nationale data er beschikbaar zijn, hoe beter de Golfalliantie de belangen van golf kan behartigen.

In zijn presentatie noemde Dokkuma Bernardus, de gastbaan van het Dutch Open, exemplarisch voor de transitie die golf doormaakt. Bij de aanleg van deze in 2018 geopende baan was het doel om alle voorwaarden te creëren voor pesticidevrij beheer. Bernardus biedt nu op duurzame wijze de speelkwaliteit die vereist is voor een topgolfevenement als het Dutch Open. De Rosendaelsche Golfclub is een voorbeeld van een oudere baan die vroeg aan de gang is gegaan met duurzaam beheer en topcondities creëert. De Rosendaelsche is in juli voor de tweede maal de gastbaan van het Big Green Egg Open.

Presentatie Niels Dokkuma (NGF Teammanager Duurzaam beheer/Agronoom) - Inleiding van het seminar "Over speelkwaliteit, water en schimmels"

Presentatie Niels Dokkuma (NGF) - De stand van zaken rondom IPM/pesticidevrij beheer

Arthur Wolleswinkel gaf een toelichting op het meerjarig praktijkonderzoek naar schimmelziekten dat in maart 2022 is begonnen. Bij dit onderzoek in opdracht van de NGF wordt in de uitvoeringsfase nauw samengewerkt met de NGA en DGB. Wolleswinkel, die samen met Casper Paulussen en Gerard van ’t Klooster het projectteam vormt, legde uit dat het onderzoek is gericht op de meest voorkomende greenschimmels: dollarspot en sneeuwschimmel. Om zoveel mogelijk kennis te vergaren wordt het praktijkonderzoek gedaan op 12 golfbanen in verschillende landschappen (polder, duin, park, bos).

Wolleswinkel ging in op de ‘triggers’ van de schimmels en besprak ook een aantal best practices om ze te voorkomen. Er is internationaal al heel veel onderzoek gedaan naar de twee schimmels. Dit nieuwe onderzoek is echter anders; aan de hand van de praktijk op verschillende soorten banen wordt getoetst of de theorie in de ‘boeken’ klopt. De doelstelling is om meer kennis te vergaren over de praktische implementatie van de IPM-systematiek voor de golfsector in Nederland en om met behulp van best practices schimmelvorming te voorkomen. De onderzoekers verwoorden het als volgt: “De resultante is het realiseren van een afname van de schade veroorzaakt door de schimmels dollarspot en sneeuwschimmel op greens in Nederland met een significant gereduceerd gebruik van chemische gewasbescherming uitgaande van de resultaten van praktijkonderzoek bij een aantal Nederlandse golfbanen.” De kennis die vergaard wordt zal met alle golfbanen gedeeld worden, via allerlei bijeenkomsten van de Golfalliantie en uiteindelijk ook een publicatie.

Presentatie Arthur Wolleswinkel (grasonderzoeker) - Praktijkonderzoek naar schimmels op greens

Stefan Nilsson, een agronoom van de Zweedse Golf Federatie die onlangs een werkbezoek aan Nederland bracht, vertelde in een videopresentatie onder meer over een update van het Sterf-handboek over precisiebemesting. Sterf is de Scandinavian Turfgrass and Environment Research Foundation. De nieuwe editie van het boek bevat onder meer de conclusies van een onderzoek naar duurzamere bemesting van greens.

Nilsson sprak over het belang van een goede balans tussen lucht, water en grond in de bodem. Hij benadrukte dat een tekort aan voedingsstoffen zeldzaam is; leveranciers van meststoffen adviseren in zijn ervaring altijd veel meer dan noodzakelijk is. De bodem moet volgens de Sterf-onderzoekers alleen ‘input’ krijgen als uit metingen en data blijkt dat het noodzakelijk is. Nilsson benadrukte het belang van ‘sustainable basic greenkeeping’ ('basic' duurzaam beheer): “Werk met de natuur mee en niet ertegenin. Wat betreft bemesting: doe het op het juiste moment en gebruik kleine hoeveelheden.” Hoeveel? Dat verschilt per grondsoort. Nilsson besprak een aantal aanbevelingen op basis van het onderzoek door Sterf. Extra kaliumbemesting in de herfst? Niet doen. Uit onderzoek blijkt dat het sneeuwschimmel in de hand kan werken. Extra fosfaat in de lente? Niet doen. Allerlei supplementen? “Daar moet onze focus niet liggen”, zei Nilsson. “We moeten ons richten op het creëren van voorwaarden voor goede groei en ons niet richten op producten.”

Aansluitend aan de presentatie van de Zweedse agronoom Nilsson noemde Niels Dokkuma Golfbaan Bentwoud als sprekend voorbeeld. Hoofdgreenkeeper Kees IJsselstein boekt hier met minimale bemesting buitengewoon goede resultaten. Deze golfbaan uit 2012 wordt druk bespeeld, maar door de goede aanleg van de baan en door goed duurzaam beheer en precisiebemesting heeft Bentwoud nog steeds een uitstekend percentage roodzwenk op de greens.

Kijk hier naar de videopresentatie van Stefan Nilsson: Sustainable basic greenkeeping & precision fertilisation.

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.

Het Sterf-handboek 'Precision fertilisation'.